Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

't Liep tegen het nieuwe jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

't Liep tegen het nieuwe jaar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een oud-nederlands kerstlied:
Bovenstaand opschrift is een bekende regel uit een bekend oud-nederlands kerstlied:

De herdertjes lagen bij nachte,
ze lagen bij nacht in 't veld.
Ze hielden vol trouwe de wachte;
ze hadden hun schaapjes geteld:
Daar horen zij d' engelen zingen
hun liederen vloeiend en klaar;
de herder naar Bethlehem gingen:
't Liep tegen het nieuwe jaar.

We zijn tegenwoordig geneigd zo'n kerstlied nogal romantisch te noemen. Moderne kerstliederen zijn harder, realistischer. Ze laten ons telkens weer voelen dat er geen reden is om een zoetelijk of romantisch kerstfeest te vieren. Door woorden te noemen als Vietnam, bombardement, gevangenschap, lijden en discriminatie brengen ze ons bij, in wat voor wereld we kerstfeest vieren. De herdertjes liggen tegenwoordig zo rustig niet meer in het veld.
Bovendien gaat het kerstlied van de naïeve gedachte uit dat Jezus werkelijk op 25 december is geboren, vlak voor het begin van het nieuwe jaar.
In werkelijkheid weten we de geboortedatum van Jezus niets af. We weten dat hij geboren werd tijdens de regeringsperiode van de Romeinse keizer Augustus (31 v. Chr.-14 n. Chr.). We weten ook nog dat het was tijdens een volkstelling op bevel van keizer Augustus, toen Cyrenius (Quirinius) het bewind over Syrië voerde. Maar daar hangen weer allerlei moeilijkheden mee samen. We weten namelijk van een volkstelling onder Quirinius in het jaar 7 na Chr. Maar die kan Lukas, die ons van de volkstelling tijdens welke Jezus werd geboren mededeling doet, niet bedoelen. Want toen was Jezus al geboren. Wel was er veertien jaar eerder ook een volkstelling, maar toen was niet Quirinius, maar een ander gouverneur. Toch moet dat de volkstelling zijn die Lukas op het oog heeft. De kerkvader Tertullianus vertelt ergens dat de volkstelling in het jaar 7 v. Chr. onder leiding van Quirinius stond, al was hij toen geen stadhouder; omdat hij ook al daarvoor stadhouder was kon hij zo worden genoemd. Jezus is dan geboren in het jaar 7 v. Chr. We zouden denken dat Jezus in hef jaar 1 geboren is, omdat we onze christelijke jaartelling met zijn geboortejaar beginnen, maar er is ergens in onze jaartelling een fout geslopen. Maar dat Jezus op 25 december is geboren zegt de bijbel nergens en we kunnen zelfs met zekerheid aannemen, dat dat beslist niet de datum van Jezus geboorte is geweest. Het staat wel vast dat Jezus niet in de winter is geboren.
Lukas vertelt ons dat toen Jezus werd geboren de herders buiten in het veld de wacht hielden bij de kudde. Dat was in Palestina alleen het geval in de maanden maart tot november. Jezus moet daarom in het voorjaar of in de zomer zijn geboren. De datum, waarop wij het geboortefeest van Jezus vieren, hangt samen met het feest van Sol Invictus, de Onoverwinnelijke Zon, dat door de Romeinen op die datum werd gevierd. Bij hen gold de 25ste december als de kortste dag van 't jaar. Vanaf die datum gaat de zon het weer winnen van de duisternis. De dagen worden al langer totaan de langste dag en dat was voor de Romeinen en niet alleen voor hen reden om het feest van de Onoverwinnelijke Zon te vieren. Een echt natuurfeest dus. Het is de eerste christelijke keizer van het Romeinse Rijk, Constantijn de Grote (gestorven 337 n. Chr.), geweest, die de geboorte van Christus verbonden heeft met het zonnefeest van de Romeinen. Christus komt immers als de Zon der gerechtigheid in deze wereld. Hij is het die de duisternis komt overwinnen om de wereld te verlichten met zijn onoverwinnelijk licht. Zo kreeg een oud natuurfeest een nieuwe christelijke interpretatie. En toen het evangelie kwam in onze germaanse landen sloot de 25ste december als het feest van Christus' geboorte heel goed aan op zonnewendefeesten, die rondom die datum door onze germaanse voorouders werden gevierd.
De 25e december heeft dus met de werkelijke geboortedatum van Christus niets te maken, maar is van heidense oorsprong. Daarom wilden later de reformatoren van kerstfeest op 25 december niet weten. De synode van Dordrecht beval in 1574 zelfs het volk te vermanen het kerstfeest af te schaffen. Daarentegen kwam van het volk zoveel verzet dat de synode van 1578 de uitspraak van '74 weer herroepen moest, zij het dan met tegenzin. In de 17de eeuw was het Jacobus Koelman, toen predikant te Sluis in Zeeuws-Vlaanderen die zich verzette tegen kerstfeest op 25 december en dan ook niet preken wilden. Maar ondanks alle verzet tegen de kerstfeestviering - ook nog kort na de vrijmaking door de vrijgemaakten ter hand genomen - is 25 december als datum voor de viering van Christus' geboorte gehandhaafd. En zo zal het wel blijven. Maar met de werkelijke geboortedatum van Christus heeft 25 december niets te maken. Het is daarom wel wat naïef om van de geboorte van Jezus en van de komst van de herders in de stal te zeggen, dat het liep tegen het nieuwe jaar.
We treffen echter dezelfde gedachte ook aan bij schilders uit die tijd.

Pieter Bruegel
Bekend is het schilderij van de Vlaamse schilder Pieter Bruegel (gestorven 1569), voorstellende de volkstelling.
Hij maakt de volkstelling, tijdens welke Jezus geboren is, los van de plaats en de tijd, waarin ze heeft plaatsgehad en zet die in zijn eigen tijd en omgeving. Niet Bethlehem is de plaats waar de volkstelling geschiedde en waar de geboorte van Jezus plaats had, maar een Brabants dorp. Men ziet de mensen als vermoeide reizigers na een lange reis bij een herberg aankomen zoals Bruegel die kende in zijn eigen omgeving. Het is hartje winter. Een dikke laag sneeuw ligt over het dorp. De mensen zitten dik in de kleren en zien er verkleumd uit. Het water, waaraan het dorp gelegen is, is bevroren en er wordt met schaats en stoel op gereden, baantje gegleden en met sneeuwballen gegooid. De avond valt. Een matrode zon staat op het punt onder te gaan achter een paar kale bomen. De koude van de winter komt je als het ware van het schilderij tegen.
Als een paar laatkomers ziet men Jozef en Maria op het schilderij. Ze komen aan, terwijl de anderen al in de herberg zijn of er nog voor staan te dringen. Jozef draagt zijn timmergereedschap op de schouder en aan zijn hand leidt hij een magere os en een klein ezeltje, waarop Maria is gezeten.
Men kan zo'n schilderij primitief noemen. Waarom heeft Bruegel de volkstelling met Jozef en Maria geschilderd in dat barre klimaat van onze ouderwetse winters? Dacht hij dat Bethlehem er uitzag als een Brabants dorp? En dacht hij dat Jezus werkelijk op 25 december in zulk een winterkou geboren was? Bruegel zet de geboorte van Jezus geheel in zijn omgeving en tekent die met de kleuren van zijn eigen millieu. Op het schilderij van Bruegel loopt het tegen het nieuwe jaar.
En toch zit dat alles een diepe zin. Het is toch waar.

Het loopt tegen het nieuwe jaar
Want Jezus wordt niet slechts in Bethlehem geboren. Hij wordt geboren ook in onze barre westerse wereld. Hij komt in kou en nacht.
En we vieren op 25 december het feest van het licht der verlossing, dat in deze wereld doorbreekt met de komst van Christus.
En het is waar, dat met Hem het nieuwe jaar begint. En dan gaat het niet zozeer om het nieuwe jaar op onze jaarlijkse kalender. Maar het is het nieuwe jaar van het welbehagen Gods. De profeten hebben daarvan reeds gesproken (Jes. 61). En Jezus heeft in de synagoge van Nazareth gezegd, dat dat met Hem vervuld wordt. Met Christus breekt het nieuwe jaar aan van Gods welbehagen. Het is het jaar van vrijheid en verlossing. (Luk. 4).
Dat jaar gaat terug op het jubeljaar, dat onder Israël om de vijftig jaar moest worden gevierd. Het was het jaar van de vrijheid (Lev. 25 : 8-22). Jezus' geboorte predikt vrijheid en verlossing voor allen die in Hem geloven. Al de zijnen zijn op weg naar het nieuwe jaar, de nieuwe toekomst. We mogen geloven dat eenmaal de nieuwe aarde komt, waarop gerechtigheid woont. Dan worden alle tranen van de ogen afgewist, dan zal de dood niet meer zijn, noch geklaag, noch moeite zal meer zijn (Openb. 21:41). De geboorte van Christus opent toekomst, Zijn zon zal overwinnen. Het zal eenmaal licht zijn. Het is niet slechts verleden tijd. Het geldt ook voor nu. Het loopt tegen het nieuwe jaar. Hij maakt alles nieuw. Dat is kerstfeest. En zo willen we het vieren.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1975

De Wekker | 12 Pagina's

't Liep tegen het nieuwe jaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1975

De Wekker | 12 Pagina's