Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deputaten voor Correspondentie met de Hoge Overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deputaten voor Correspondentie met de Hoge Overheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De redactie van „De Wekker" achtte het nuttig, eens aandacht te besteden aan de arbeid van het waarschijnlijk oudste Generale Deputaatschap onzer Kerken, het Deputaatschap voor Correspondentie met de Hoge Overheid, dat zijn werk veelal in stilte verricht, maar niettemin zo belangrijk wordt geacht, dat het als eerste wordt vermeld in de lijst van de Generale Deputaatschappen in ons Kerkelijk Jaarboek.
Zulk een redactioneel verzoek verplicht de secretaris van het Deputaatschap in de deputatelijke voorgeschiedenis te duiken en dan b.v. de opzienbarende ontdekking te doen, dat prof. Wisse ter Synode van 1931 sterk aan hun nut twijfelde, als gevolg waarvan Deputaten zich in hoge mate geprikt voelden en hun functie terstond neerlegden. De Synode lijmde de breuk, die - zo heet dat dan - op een „misverstand" berustte, en Deputaten functioneren nog steeds.
Het Deputaatschap waarover het hier gaat, werd ingesteld ter Synode van 1925, nadat voordien (sinds 1854) had gefunctionneerd een „synodale commissie", die tot taak had „alles te bezorgen hetgeen uit de betrekking der Christelijk Afgescheidene Gereformeerde Kerk tot de Hooge Regeering des lands voortvloeit."

U ziet, hoe gezagsgetrouw onze vaderen waren: zij spraken niet gewoon van de Regering, maar van de „Hoge" Regering. Onderdaniger kan het nauwelijks. En ook in 1925 handhaafde men de „Hoge" Overheid, zij het dat men bij de vaststelling van de instructie van Deputaten ter Synode van 1941, tot afgrijzen van elk rechtgeaard gemeente- en provinciebestuurder ook het begrip „Lage" Overheid introduceerde. Alsof een gemeentebestuur een Overheid van lagere allure is en alsof tussen de onderlinge Overheden hoogteverschillen bestaan!

Welnu, in 1925 zijn wij dus ingesteld, niet alleen om het contact tussen de Kerken en de (Hoge) Overheid te onderhouden, maar ook belast met de correspondentie met buitenlandse kerken en met de behandeling van aanvragen om collecten voor algemene doeleinden. Die beide laatste taken is het Deputaatschap in de loop der jaren kwijt geraakt aan andere Deputaten.
Wat houdt dat contact, die „correspondentie" (alsof het alleen maar per brief mag!) nu eigenlijk in?
Allereerst het geven van adviezen aan Kerken, die problemen hebben met de Overheid. Dat kan betreffen de vergunning voor kerkbouw, maar ook de fiscale aftrekbaarheid van giften (b.v. het collectebonnenstelsel) of de handhaving van de zondagsrust in de naaste omgeving of het toewijzen van extra bonnen voor predikanten in de tijd van de mislukte benzinedistributie of het bemiddelen bij het aanvragen van Koninklijke onderscheidingen voor ambtsdragers.
Voorts treden Deputaten ook wel eigener beweging op om hun oordeel inzake kwesties die in de Kerken blijken te leven, onder de aandacht van de Regering of van de Staten-Generaal te brengen. Ik denk aan de wijziging van de zondagswet, aan het toelaten van een film over het liefdesleven van Jezus Christus en laatstelijk nog aan de abortuswetgeving.

Deputaten plegen verder aan de Regering kennis te geven van de instituering van kerkelijke gemeenten. Zij brengen de gelukwensen der Kerken over op verjaardagen van de voornaamste leden van het Koninklijk Huis. Ook vertegenwoordigen zij de Kerken b.v. bij doopplechtigheden of huwelijken van leden van het Koninklijk Huis (indien zij althans worden uitgenodigd).
En tenslotte vormen zij de „achterban" van diegenen van hen die door de Synode is benoemd tot vertegenwoordiger der Kerken in het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, in de wandeling de kerkvorstenclub geheten. In dit C.I.O., momenteel onder voorzitterschap van prof. mr. I.A. Diepenhorst, zijn vrijwel alle belangrijke Protestantse Kerken vertegenwoordigd. Het is het officiële kerkelijk overlegorgaan met de Regering voor alle zaken die voor de gezamenlijke Kerken van belang zijn. Ik noem de kwestie van eventuele subsidiëring, de accijns op stookolie voor kerkgebouwen, de eventuele verzekeringsplichtigheid van predikanten, de belastingwetgeving voor kerkelijke gebouwen, de crematie, de fusiebepalingen die voor kerkelijke gemeenten gelden, het auteursrecht voor kerkliederen enz. enz. Over al dit soort zaken pleegt onze vertegenwoordiger in het C.I.O.-momenteel de secretaris van Deputaten - overleg met zijn mededeputaten.
Ons Deputaatschap heeft jarenlang prof. Van der Schuit als voorzitter en prof. Hovius als secretaris gehad. Thans is prof. Oosterhoff voorzitter, ondergetekende secretaris, en zijn de hoogleraar in het kerkrecht prof. Van 't Spijker, het Tweede Kamerlid C.N. van Dis en de Veenendaalse predikant ds. D. Biesma leden.
Als het vorenstaande u op het idee mocht brengen, ons Deputaatschap om advies te vragen in zaken die tot de bevoegdheid van Deputaten horen en waarmee u geen raad weet, dan is het verzoek van de Wekker- redactie zeker niet zonder zin gebleken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Deputaten voor Correspondentie met de Hoge Overheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1976

De Wekker | 8 Pagina's