Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Levenswijsheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levenswijsheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„en God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze." Pred. 3:14.

In het boek Prediker is een man aan het woord, die van de wijsheid spreekt, ja die in wijsheid spreekt en anderen daarin wil onderwijzen. Deze man put uit een grote levenservaring. Hij is beslist niet iemand die pas komt kijken. Hij kent het leven en heeft in heel wat mensenlevens rondgekeken. Hij weet hoe dat zit en wat zich daarin allemaal voordoet, juist ook in het leven tegenover de Here. Vandaaruit spreekt deze man en komt met zijn rijke onderwijzing - ook tot ons - opdat we door krijgen hoe het met het leven zit juist tegenover de Here en opdat we - en daar hebt u het kernpunt - wijs zouden zijn.
Als we het hebben over een mensenleven, dan weten we toch allemaal dat daarin veel kan voorkomen. Daar is geween en gelach, daar is rouw en vreugde, daar is liefde en haat, oorlog en vrede. En dat is het wat je allerwege ziet en tegenkomt in een mensenleven.
Ieder ding heeft zo zijn eigen tijd. Prediken spreekt ervan: er is een tijd om te planten en een tijd om uit te rukken; een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen; een tijd om te wenen en een tijd om te lachen; een tijd van vrede; ja er is een tijd van geboren worden en een tijd van sterven. Alles heeft zo zijn eigen plek in het leven. Prediker ziet dat om zich heen en in zijn eigen leven en als hij dat op zich laat inwerken, komt er onder meer de vraag van: „Welk voordeel heeft de werker van datgene waarvoor hij zich aftobt?" (3:9). Ja, je bent dan bezig met zovele dingen (vgl. vs. 1-8) en het lijkt er soms op dat je die tijden zelf bepaalt en dat je zelf uitmaakt hoe het moet gaan. 't Heeft er soms van dat je de zaken aardig onder controle hebt. Maar hoe is de werkelijkheid?
Het kan wel lijken dat je die tijden in de hand hebt, maar telkens en voortdurend komt het openbaar - en op z'n allerscherpst bij geboren worden en sterven - dat je de tijden niét in de hand hebt en je er uiteindelijk geen zeggenschap over hebt. Maar is het dan geen kringloop, waar je inzit en waarbij je alles maar over je heen moet laten komen? Is het dan geen stuk tragiek, een noodlot waar je nu eenmaal niets aan kunt doen? Er zijn er die zo denken. Maar, zegt Prediker, als het zó ligt dat we die tijden niet in de hand hebben, wel dan valt er maar één opmerking van belang te maken: als wij het niét zijn die die tijden in onze macht hebben, dan is het wél de Here Gód die het in zijn macht heeft. Die tijden in ons leven staan Hem ter beschikking, Hij heeft er de zeggenschap over.
't Is of Prediker het tot ons zegt: laten we maar eerlijk zijn, dit te moeten concluderen, het zó te moeten zeggen en opmerken, dat geeft ons mensen op verschillende punten grote moeite. Want het doen van God, Zijn bezig-zijn met en in de tijden: dat blijft voor ons ten diepste verborgen en in het duister gehuld. Dat kunnen we niet doorgronden. En daar kan een mens het heel moeilijk mee hebben om die draad van God te ontwaren, te ontdekken, laat staan te volgen. Prediker stelt dan ook de vraag (vgl. 3:9): waarom is dat nu alles? Waarom is dat zo met die tijden: niet in onze hand? Waarom heeft God dat zo gemaakt en ingericht?
Wel, zegt Prediker, God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze. Als er hier in Prediker van de vreze des Heren wordt gesproken in verband met die tijden, dan is het vrezen hier, dat je die tijden beleeft in afhankelijkheid tegenover God, dat je daarin kent de nederigheid tegenover Hem, de Soevereine. Vrezen is dat te beleven en vandaaruit de Here erkennen als de Verhevene. Vrezen dat is spreken: Here, wie ben ik, ik een klein en nietig mens in mijn beperktheid. Wat zijn mijn zekerheden tegenover U! Here, die kunnen dan allemaal weg, want ik kan over dat alles in mijn leven niet beschikken.
Dat te beleven en zo te kennen tegenover de Here, voor het aangezicht van God: dat is wijsheid - en daarvan spreekt Prediker hier in zijn onderwijzing. Dat te beleven in afhankelijkheid van de Here en in het vertrouwen op Hem voor zijn aangezicht, wel dat is wijsheid.
Bent u zo'n wijs mens? Ben je op deze wijze bezig in je leven? Wordt je leven gekenmerkt door die vreze des Heren zoals Prediker het aanwijst en zoals Jacobus daaromtrent vermaant? (Jacobus 4:13-17). Of bent u bezig in zelfverzekerdheid met vast omlijnde plannen alsof je zelf de beschikking hebt over die tijden in je leven?
Als het zo ligt in je leven, dan heeft het evangelie dit woord te zeggen: dwaas! En dan wordt het u toegeroepen: bekeer u tot de Here als het daarom gaat! Leef wijs, leef in afhankelijkheid en in vertrouwen op God de Here, de Vader van de Here Jezus Christus!
Luister naar Prediker, luister naar Jacobus, ja luister naar het Woord van God, opdat ge wijs wordt en wijs zijt, opdat ge leeft in de vreze des Heren voor Gods aangezicht.

Hengelo (Ov), A. Bakker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Levenswijsheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1976

De Wekker | 8 Pagina's