Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke verhoudingen (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke verhoudingen (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het slot van het vorige artikel maakte ik de opmerking dat de kerkelijke verhoudingen alleen maar goed zullen zijn en zullen komen, wanneer er waarachtige geestelijke eenheid is. Daarom deze week een artikel over dit belangrijke onderwerp.

Subjectief
De eerste vraag, ja tegenwerping, die gesteld wordt als het woord geestelijke eenheid wordt gebruikt is: dat is een subjectieve zaak; dat is een zo'n glibberige grootheid, dat er niet veel zinnigs over te zeggen is. Anders gezegd: kerkelijke eenheid houdt voor de een dit en voor de ander dat, in.
Verstaan we in elke kerk niet wat anders onder geestelijke eenheid? Nog sterker: verstaan we in een en dezelfde kerk wel hetzelfde onder geestelijke eenheid?
Het moet toegestemd worden dat we ons op glad ijs begeven, wanneer we proberen het begrip geestelijke eenheid wat uit te diepen.

Wat geeft daartoe vrijmoedigheid?
Het feit dat de zaak uiterst belangrijk is en in feite beslissend is voor kerkelijke verhoudingen.
Geen sanering van kerkelijke verhoudingen zonder geestelijke eenheid. Maar anderzijds geen geestelijke eenheid zonder de plicht elkaar te zoeken en kerkelijke eenheid tot stand te brengen of ook daadwerkelijk te beleven. Er moge een subjectief element meespreken in dit woord, anderzijds zitten er toch ook in „geestelijke eenheid" wel zoveel objectieve elementen dat deze te registreren zijn en daar over te spreken en te schrijven is.

Geen maakwerk
Het allereerste wat ik wil opmerken is dat geestelijke eenheid beslist geen maakwerk is.
Het is niet het resultaat van lange betogen, van ingewikkelde theologische redeneringen of keurig opgestelde rapporten voor kerkelijke vergaderingen, daarbij inbegrepen urenlange samensprekingen.
Geestelijke eenheid is een eenheid in de geest gewerkt door de Heilige Geest en door diezelfde Geest onderhouden.
Wij maken die geestelijke eenheid niet, op welke wijze en door welke middelen ook.
Hoe meer wij die geestelijke eenheid zouden willen maken, hoe minder geestelijke eenheid erin werkelijkheid is.
Geestelijke eenheid, die wij willen forceren, breekt stuk voor ze werkelijk funktioneert.
We kunnen wèl om geestelijke eenheid bidden, juist omdat we hier ons bevinden op het krachtenveld van de Heilige Geest. Daarbij behoort tegelijk dat we ons afhankelijk weten van de Heilige Geest. En dat heel volstrekt; ook zo volstrekt dat we bereid worden en zijn onze gedachten onder de tucht van Gods Woord te stellen.
We zullen de Heilige Geest daarbij de weg niet mogen voorschrijven, maar we zullen steeds maar weer moeten luisteren en ons moeten laten corrigeren in onze vaak zo vastgeroeste en eigenzinnige gedachten.
Dat betekent dus ook heel concreet dat we geen aktie kunnen ontketenen om tot geestelijke eenheid te komen. Alle aktivisme - waarbij dus alles verwacht wordt van onze daad - is in wezen dodelijk voor de geestelijke eenheid.
Er worden soms hele akties op touw gezet en gemeenten geaktiveerd en kerken gemobiliseerd om de eenheid te bewerken. Het resultaat is omgekeerd evenredig. Geen wonder - men begint niet waar men beginnen moet. Nl. op de knieën, in de binnenkamer; niet onze daad, maar Gods gave is deze eenheid, te werken door Zijn Geest, Die door het Woord werkt.
Daarom zal deze geestelijke eenheid een zaak zijn van geestelijke herkenning.
Waar deze eenheid is zal men elkaar herkennen in datgene wat samenbindt, je wat de diepste grond van het leven is en de kracht van ons hele bestaan.
Prachtig is deze geestelijke eenheid verwoord in de bekende psalmregel: Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen, die Uw Naam ootmoedig vrezen en leven naar Uw goddelijk bevel.
Want hier wordt de geestelijke eenheid getekend: de ootmoedige vreze des Heren (een begrip dat nog weer nader en nauwer omschreven kan worden, maar waarin in ieder geval ligt uitgedrukt de persoonlijke, levende, dagelijkse verhouding tot en het leven met de Here) en de levenshouding dienovereenkomstig in alle verhoudingen.
Het opmerken van deze vreze des Heren en het ernst daarmee maken in elk opzicht geeft herkenning van elkaar, welke verschillen er overigens ook mogen zijn.

Eenheid in de leer en instelling
Geestelijke eenheid is ondenkbaar zonder eenheid in overtuiging, in leer, in belijdenis.
De volgorde is met opzet zo geformuleerd, omdat de overtuiging uitkomt in de leer en de leer uitgedrukt wordt in de belijdenis.
Men zou de vraag kunnen stellen: moeten we niet beginnen bij de belijdenis? Geeft de belijdenis niet de rechte leer en brengt dat niet tot een gemeenschappelijke overtuiging? Zonder diep op deze vraag in te gaan kunnen we stellen dat hier een wisselwerking is en dat in ieder geval de historische orde de eerstgenoemde reeks is: overtuiging, leer en belijdenis.
We kunnen zeggen dat geestelijke eenheid - onmisbare voorwaarde voor goede kerkelijke verhoudingen en kerkelijke eenheid - een zaak is van gemeenschappelijke overtuiging, gezonde leer en eenheid in belijdenis.
Wat dat laatste betreft zou ik één ding heel bijzonder willen beklemtonen. Het gaat immers maar niet alleen om dezelfde belijdenis, die door alle ambtsdragers wordt ondertekend en die ieder belijdend lid geacht wordt te kennen. Maar het gaat niet minder om de funktionering van die belijdenis. Hierin moet eenheid zijn en als dat niet het geval is, ontbreekt er heel veel; we kunnen wel zeggen het wezenlijke.
Als de belijdenis, heel concreet de gereformeerde belijdenisgeschriften, de drie formulieren van enigheid, niet wezenlijk funktioneren en de ondertekening van die belijdenis een bloot formele aangelegenheid is, dan is er geen sprake van geestelijke eenheid.
Het kenmerkende van de gereformeerde belijdenis is immers dat hier zo prachtig doorklinkt wat men wel genoemd heeft „de religie van de belijdenis". Nu is dat een uitdrukking, die bedenkingen kan oproepen. Ze is ook verkeerd gebruikt en ze wordt verkeerd gebruikt, als we daarmee bedoelen de hoofdzaak van de belijdenis en daarmee de rest relativeren. Maar we bedoelen met de religie van de belijdenis dat in onze gereformeerde belijdenis zo prachtig uitkomt dat er een levende betrekking moet zijn tussen de belijder en Hem, Die beleden wordt. Daarom is de gereformeerde belijdenis meer dan alleen formulering van een aantal waarheden, die buiten de belijder omgaan. Er zijn tal van plaatsen in de gereformeerde belijdenisgeschriften, die een persoonlijke toon laten horen of waarin het leven van en uit de Geest duidelijk doorstraalt. Dat is maar niet alleen toepassing, maar dat behoort mede tot de belijdenis.
Men kan de gereformeerde belijdenis feitelijk niet onderschrijven als men niet persoonlijk gelooft in en leeft uit de Drieënige God en weet heeft van de heilsbeschikking, heilsverwerving en heilsbediening van de Drieënige God.
Als de Geref. Bond op dit punt in de door geref. hoogleraren gewraakte verklaring toont niet gerust te zijn op dit punt, dan is dat volkomen begrijpelijk. Het is maar niet voldoende dat van geref. zijde gezegd wordt: wij ondertekenen de belijdenis toch, wat wilt u dan meer en wij proberen die belijdenis zoveel mogelijk te handhaven, oog hebbend voor de nieuwe vragen. Als er niet meer aan de hand was, dan zou de zorg van de Geref. Bond schromelijk overdreven zijn. Maar er is wel meer aan de hand. Hoe funktioneert die belijdenis? Hoe staat het met de religie van de belijdenis?
Dat is het zwakke punt in de huidige kerkelijke verhoudingen.
Intussen komt dan nog een vraag: waardoor wordt die geestelijke eenheid gekenmerkt?
Hierover in een slotartikel.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Kerkelijke verhoudingen (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's