Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stemmen uit Geneve. Preken, artikelen, brieven enz. van Johannes Calvijn. Bundels 35 en 36. Uitgave van De Gereformeerde Bibliotheek te Goudriaan (Z.H.). Prijs per bundel ƒ 4,—.
De 35e bundel bevat eerst het slot van de preek van Calvijn over Job 33:1-7. Daarna volgen nog vijf preken over Job 33. De 36e bundel begint met een preek over Job 33:29-33 en Job 34:1-3. Verder staan in deze bundel nog vijf preken over Job 34. Wij hebben reeds dikwijls deze uitgave aanbevolen. Gaarne willen wij dit nogmaals doen, waarop wij de hoop uitspreken dat vele lezers van De Wekker zich op deze unieke serie zullen abonneren!
Konden wij de vorige maal mededelen dat de vertaler, de emeritus-predikant ds. D. van Dijk, met de vertaling van Calvijns preken over het boek Job gereed gekomen was, nu zij vermeld dat hij op 25 februari van dit jaar op 81-jarige leeftijd overleden is. De uitgeefster schrijft naar aanleiding van zijn sterven: „Dit is voor de Gereformeerde Bibliotheek een groot verlies, want vanaf het eerste nummer heeft wijlen ds. van Dijk alles vertaald. Hij was een kenner van Calvijn als weinigen en zijn nagedachtenis zal bij ons in hoge ere blijven. Tot het laatst van zijn leven heeft ds. van Dijk vertaald en er is gelukkig nog wel voor 2 jaar in voorraad, zodat we toch nog weer verder kunnen."

A [Apeldoorn], H.


Stemmen uit Wittenberg. Preken, artikelen, brieven enz. van dr. Maarten Luther en zijn tijdgenoten. Bundels 26 en 27. Uitgave van De Gereformeerde Bibliotheek te Goudriaan (Z.H.) Prijs ƒ 4,— per bundel.
In bundel 26 vinden we eerst het slot van de preek die Luther hield over 1 Tim. 1:5- 7. Hij handelt daarin over De hoofdsom van het christelijke leven. Het eerste gedeelte van deze preek staat in bundel 25. Deze preek is, zoals we dat van Luther kunnen verwachten, zeer praktisch en vol onderwijzing.
Vervolgens krijgen we in het tweede gedeelte van deze bundel en in bundel 27 te doen met een merkwaardig geschrift, waarvan het laatste stuk in bundel 28 zal staan. Het titelblad luidt: Het Kruis van Christus of de smartelijkste lijdensweek des Heilands. Een en vijftig kernachtige en eenvoudige toespraken, inzonderheid ten gebruike bij de huiselijke godsdienstoefeningen. Naar het Hoogduitsch van JOHANN HEERMANN, in leven beroemd prediker te Köben a/d Oder, gestorven 1647. Onder toezicht en met een aanbevelende voorrede van G.J. Vos Az., v.d.m. te Edens ca.
De schrijver Johann Heermann, die leefde van 1585 - 1647, was Luthers predikant, die in zijn leven, vol van een zwaar lichamelijk lijden, en onder velerlei verdrukkingen en vervolgingen, een getrouw dienstknecht van Jezus Christus was, van wie getuigd kon worden dat God hem „maakte tot een lijder, voorbeeldig in geduld; tot een leidsman der verdrukte gemeente, uitstekend in geloof en liefde en arbeid; en tot een lierdichter geheel enig in zijn vaderland wegens zijn zeldzame vroomheid, fijn gevoel en zuivere smaak". Inderdaad, Heermann, die in 1608 openlijk uitgeroepen werd tot keizerlijk dichter, heeft de Lutherse kerken verrijkt met een schat van geestelijke liederen, die vooral in de gruwelijke tijden van vervolgingen en oorlogen tallozen hebben getroost en gesterkt. In het Liedboek voor de Kerken zijn de liederen 168 en 181 vertalingen (bewerkingen) van een paar van zijn gedichten. Heermann's toespraken over Het Kruis van Christus, in het duits vele malen herdrukt, werden in nederlandse vertaling in 1868 uitgegeven bij H. Bokma te Leeuwarden. De Gereformeerde Bibliotheek zorgde nu voor een herdruk van deze uitgave van 1868, maar dan natuurlijk in de hedendaagse spelling. Zij deed dit gelukkig met behoud van de voorrede van de hervormde predikant G.J. Vos Az., (1836-1912; strijder voor christelijk onderwijs; later, in Amsterdam, de grote tegenspeler van Kuyper in de Doleantie-strijd), want deze voorrede bevat een korte levensbeschrijving van Heermann.

En de inhoud van Heermann's toespraken? Wij kunnen het volkomen met Vos eens zijn als hij zegt: „het boekje zelf (is) een vrucht van innige liefde tot de Heere, van hartelijk geloof aan de waarheid van het Woord, en van uitgebreide kennis, zo der ongewijde als der gewijde Schriften. Wij kunnen het dus met alle vrijmoedigheid ter lezing, overweging en verspreiding aanbevelen, en bidden de Heere, dat Hij deze getuige van Zijn kruis, die nog spreekt nadat hij reeds lang gestorven is, voor velen tot een tolk van Zijn genade make!"
We zijn de uitgeefster dankbaar dat zij met deze uitgave gekomen is.

A[Apeldoorn], H.


Een eenvoudige catechismus. Kort Begrip der Christelijke Religie door ds. H. Faukelius, bewerkt door ds. J. van Amstel. Buijten & Schipperheijn 1974, prijs ƒ 2,50.
Wegwijs. Lesboekje voor de jongste catechisanten.

Deze twee boekjes van de hand van ds. J. van Amstel bedoelen een hulp te bieden bij het onderwijs in de christelijke leer. Het eerste is overbekend. Het is jaren lang, ja zelfs eeuwen lang een zeer betrouwbare gids gebleken voor hen die zich tot het Heilig Avondmaal wilden begeven. Zo stond het althans in de titel. Het had grote waarde, omdat het zich aansloot bij de officiële taal van de kerk, bij de belijdenis zoals die vervat is in de Heidelbergse Catechismus.

Ds. Van Amstel heeft deze bedoeling willen vasthouden en daaraan nog meer uitdrukking willen geven door ook enkele gedeelten van de catechismus op te nemen. Daarbij is vooral ook gelet op een wat meer eenvoudige manier van uitdrukking. Met het oog daarop zijn taal en stijl aangepast.

Zo kwam er een boekje tot stand, dat de oorspronkelijke bedoeling van het Kort begrip handhaaft in onze tijd. Een loffelijk streven voorwaar. De leer, die in deze kerk; geleerd wordt: dat zijn de belijdenisgeschriften. Daartoe hebben hulpmiddelen op de catechisatie toegang te verschaffen. Dit boekje doet het. Daarom bevelen we het van harte aan.
Wie eens kennis neemt van de eerste reformatorische geschriften die gegeven werden om de jeugd te onderwijzen staat versteld van de kortheid en de eenvoudigheid.

Luthers korte catechismus telt slechts enkele bladzijden. De eerste Straatsburgse, Geneefse munten ook uit door beknoptheid. De leer der kerk, d.i. het evangelie wordt verwoord. Daarop komt het bij de catechese altijd weer aan. Daarom juichen we het initiatief van ds. Van Amstel van harte toe. Het tweede boekje is een zeer beknopt lesboekje voor de kleine, de allerkleinste catechisanten Enkele hoofdzaken over doop en avondmaal, over de kerkgeschiedenis en over de doorwerking van de reformatie in ons land tot en met de synode van Dordt, worden op een eenvoudige manier verteld. De kerk staat of valt met het onderwijs aan de jeugd. Hier is goed materiaal, dat we van harte aanbevelen. Enkele drukfoutjes zullen ongetwijfeld in een volgende druk verbeterd worden.

A[Apeldoorn], W. van 't S.


Hermann Friedrich Kohlbrugge (1803-1875): Zijn leven, zijn prediking, zijn geschriften. Een bundel studies samengesteld door dr. W. Aalders en ds. D. van Heyst, J.N. Voorhoeve, Den Haag, 291 blz., prijs ƒ 39,50.
Dit belangrijke werk over de grote prediker uit de vorige eeuw omvat drie afdelingen die in de titel genoemd zijn. De eerste daarvan geeft 7 kortere of langere opstellen die in verband staan met Kohlbrugge's levensgeschiedenis. Men kan in eigenlijke zin van een biografisch gedeelte niet spreken. Daarvoor zijn de stukken te fragmentarisch. Sommige van deze korte verhandelingen verschenen reeds eerder, hoewel het niet duidelijk werd waar en wanneer. Een bronvermelding zou daarom niet ondienstig zijn geweest. Toch mag men voor deze uit een oogpunt van kerkgeschiedenis belangrijke bundeling dankbaar zijn. We lezen over de gemeente in Elberfeld, over Kohlbrugge's relaties met Duitse kringen rondom prof. Wichelhaus, en vooral over zijn toegang tot enkele kansels in Nederland, die op een willekeurige manier voor hem gesloten bleken, toen men Kohlbrugge als een verkondiger van het evangelie had leren kennen, maar die op een wat on-officiële manier voor hem hier en daar open gingen, o.a. door de uitnodiging van dr. Kuyper.

Het tweede gedeelte van het boek wil theologisch ons oriënteren omtrent het ontstaan van zijn theologie en omtrent de betekenis ervan voor vandaag, vooral in een confrontatie met moderne theologische denkbeelden. Aan dit gedeelte van de bundel kunnen we vooral zien, waarin de blijvende actualiteit van Kohlbrugge's prediking bestaat. Wél wordt juist in dit gedeelte een zekere verscheidenheid in beoordeling onder de vrienden van Kohlbrugge zichtbaar. Wie de opstellen van dr. W. Aalders vergelijkt met de van dr. G.Ph. Scheers, bijvoorbeeld met betrekking tot een beoordeling van Calvijn, bemerkt een verschil in benadering. Niet dat dit een bezwaar is. Immers Kohlbrugge zelf zou de laatste zijn die zich liet canoniseren. Hij is zelf ook niet een laatste woord, hoewel hij met overtuiging aan Gods Woord altijd weer het laatste gewicht toekende.
Men leert zodoende Kohlbrugge weer beter kennen. Soms leert men in een opstel ook de scribent kennen. Voor mijn gevoel dragen de opstellen van dr. Aalders vooral een zeer persoonlijk karakter, waaruit men de scribent in sommige opzichten beter leert kennen in zijn opvattingen dan degene die hij wil beschrijven. Hier en daar heb ik een vraagteken gezet achter zijn weergave van het beeld Gods in Kohlbrugge's theologie, vooral daar waar Calvijn al min of meer de schuld krijgt van opvattingen van de latere Kuyper en Schilder, terwijl het ook op zijn rekening geschreven zou moeten worden dat „het moderne evolutionistische denken daardoor in het gereformeerde denken gemakkelijker heeft kunnen binnendringen en de theologie op een dwaalspoor brengen". Het gaat me werkelijk te ver op deze manier Calvijn een verwijt te maken dat hij geen Lutheraan was. In dit opstel is er meer, waarbij ik grote aarzelingen heb. In het opstel over Kohlbrugge en het neo-calvinisme worden historische conclusies getrokken die ik niet mee kan maken. Was er inderdaad een breuk, een zo sterke breuk tussen Kohlbrugge en Kuyper, even sterk als die tussen Kohlbrugge en Da Costa, en doet men Kuyper recht, wanneer men heel veel trekken bij hem herleidt tot chiliasme? Dit lijkt me een oneigenlijke aanduiding, tenminste wanneer men zich houdt aan de gebruikelijke betekenis van de term, Chiliastisch is in Kuyper het gepassioneerde, het fanatisme, zijn taktiek, zijn hypnotische kracht (blz. 160v). Maar wat betekent het dan in dit verband dat Kohlbrugge anti-chiliastisch was? Het fenomeen Kohlbrugge (zo wordt hij m.i. wat Platoniserend beschreven in het laatste opstel van deze theologische afdeling) wordt ten slotte gemeten aan een vraag van Voetius, tot hoe ver zich het gezag van de Schrift uitstrekt. Kuyper zou met deze vraag aan Voetius zijn vastgelopen. Kohlbrugge zou er recht aan gedaan hebben. Het zou interessant zijn om een afzonderlijk onderzoek in te stellen naar Kohlbrugge en Kuyper in hun wederzijdse betrekking tot Voetius. Misschien kwamen de zaken dan anders te liggen.
De laatste afdeling bestaat uit een bloemlezing van minder bekende geschriften van Kohlbrugge. Hier is de man zelf. Onverbeterlijk in zijn evangelische eenzijdigheid, die bij tijden zo heilzaam kan werken.
Het boek is degelijk uitgegeven. En het is de moeite waard, om Kohlbrugge en om zijn tijd, méér nog onze tijd ook te leren kennen. Daarin ligt naar mijn gedachte voor een deel ook de zwakke zijde. Wil men hedendaagse theologische ontwikkelingen aan de kaak stellen (terecht! zeer terecht!) laat men dit dan direct doen en niet via de omweg van een opstel dat een historisch karakter draagt. Op deze manier blijft er iets onbevredigends. De intentie van een schrijver kan men beamen, maar het geeft geen bevrediging wanneer men zich dan hier en daar bij de historische neus genomen voelt. Non tali auxilioi Niet met dit hulpmiddel!

A.[Apeldoorn], W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's