Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwjaarsdag in de bijbel, bij de joden en bij ons

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwjaarsdag in de bijbel, bij de joden en bij ons

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de bijbel
Elk jaar begint op 1 januari voor ons weer een nieuw jaar. Het oude jaar is afgesloten en 1 januari is voor ons nieuwjaarsdag.
Onwillekeurig kan bij iemand onder ons de vraag opkomen: Kent de bijbel ook zo iets als een nieuwjaarsdag en zo ja, hoe werd die dan gevierd? We oriënteren ons immers wat onze feest- en gedenkdagen betreft gaarne op de bijbel.
Wanneer we dan in de bijbel op onderzoek uitgaan stuiten we op iets heel eigenaardigs, namelijk dat de bijbel in één jaar twee nieuwjaarsdagen kent. Twee maanden golden als het begin van een nieuw jaar, de maand Abib en de maand Tisjri.
De maand Abib viel in het voorjaar, omstreeks onze maanden maart/april. Dat is de tijd dat de natuur opnieuw ontluikt. Alles in de natuur wordt nieuw en dat betekent een nieuw jaar. Het nieuwe jaar begint in het voorjaar. Zo was dat ook bij de oude Babyloniërs en later bij de Romeinen, van wie wij onze kalender gekregen hebben. Maar de Romeinen begonnen het nieuwe jaar niet zoals wij in januari, maar in maart. In het voorjaar dus. De namen van de maanden september, oktober, november en december herinneren daar nog aan. Die namen willen immers zeggen: de zevende, de achtste, de negende en de tiende maand. En dat is het geval als maart de eerste maand is van het jaar.
In die eerste maand van het jaar, de maand Abib, viel ook de uittocht van de Israëlieten uit Egypte (Ex. 12:1v.; 13:4) en dus in het voorjaar. In die maand moest Israël ook elk jaar het paasfeest en het feest van de ongezuurde broden vieren als een herinnering aan die uittocht. Waarschijnlijk waren paasfeest en het feest van de ongezuurde broden oorspronkelijk voorjaarsfeesten, maar ze kregen een nieuwe betekenis, zoals bij ons bv. kerstfeest, oorspronkelijk een heidens midwinterfeest, waarop de overwinning van de zon gevierd werd, gemaakt is tot het feest van de geboorte van Christus, die als het ware licht en zon der gerechtigheid in deze wereld kwam. Voor Israël werden de voorjaarsfeesten feesten van Gods rijke daden, waardoor Hij voor zijn volk een nieuw toekomst ontsloot.
Later, na de babylonische ballingschap, wordt de maand niet meer Abib, maar naar babylonische gewoonte Nisan genoemd (Neh. 2:1; Esth. 3:7). Van een viering van de eerste dag van deze maand wordt niet gesproken. Op de veertiende van de maand werd het paasfeest gevierd en daarvóór een week lang het feest van de ongezuurde broden, in welke week geen gezuurd of gegist meel mocht gegeten worden en reeds op de eerste dag van de maand moest het zuurdeeg uit de huizen worden weggedaan (Ex. 12:15vv.). Op die eerste dag had ook een heilige samenkomst plaats, die echter niet in verband stond met de jaarwisseling, maar met de op handen zijnde feesten. Van een viering van een nieuwjaarsdag in het voorjaar op de eerste van de maand Abib wordt niet gesproken.

Doch Israël kende nog een andere maand, die gold als het begin van een nieuw jaar en dat was de zevende maand, omstreeks september - oktober, de maand Tisjri. Hiervan gold de eerste dag als een rustdag, een dag van bazuingeschal en had een heilige samenkomst plaats. Ook mocht geen slaafse arbeid verricht worden en werden aan God bepaalde offers gebracht (Lev. 23:24v.; Num. 29:1 vv.). Opmerkelijk is de opmerking over het bazuingeschal. Er is sprake van „dag van geschal" en van „gedenkdag met geschal". We hebben bij geschal te denken aan het blazen op de ramshoorn, de sjofar. Dit blazen op de ramshoorn moest de mensen oproepen om te gedenken. Wat ze moesten gedenken wordt niet gezegd, maar Is uit het verband wel duidelijk. Op de 10e dag van de maand Tisjri werd de Grote Verzoendag gevierd en reeds op de eerste dag van de maand werd het volk opgeroepen om zijn zonden voor God te gedenken en zich voor Hem te verootmoedigen (Lev. 23:27; Num. 29:7). De ramshoorn, met zijn zwaar en indrukwekkend geluid is daar een geschikt instrument voor. Esra las bovendien in zijn dagen aan het volk op deze nieuwjaarsdag de wet voor, waarna het volk zich verootmoedigde maar daarna zich ook mocht verheugen met heerlijk eten en drinken, omdat ze in de HERE een veilige toevlucht mochten hebben (Neh. 8). Blijdschap werd gevierd met eten en drinken.
Israël had dus twee nieuwjaarsdagen. Eén in het voorjaar, maar die werd niet als nieuwjaarsdag gevierd. En één in het najaar en die werd gevierd als een inleiding op de vlak voor de deur staande Grote Verzoendag.
Het lijkt ons vreemd, dat men onder Israël in één jaar twee eerste maanden van het jaar en twee nieuwjaarsdagen kende. Maar dat is toch niet zo vreemd als het lijkt. Het voorjaar goldt als het begin van een nieuw jaar. Dat is ook de tijd dat de koningen plachten ten strijde te trekken (2 Sam. 11:1), bij „de wisseling van het jaar" (2 Kron. 24:23). Dus in het voorjaar. In de winter voerde men in de oudheid geen oorlog. Men wachtte op betere tijden. Maar in september/oktober begon ook een nieuw jaar, namelijk voor de boer. Wanneer dan alle vruchten binnen waren werd het loofhuttenfeest of het feest van de inzameling gehouden, „bij de wisseling van het jaar" (Ex. 34:22), of met andere woorden bij „het einde van het jaar" (Ex. 23:16). Dat is agrarisch gedacht. Voor de boer begint er een nieuw jaar van ploegen, eggen en zaaien. En zo werd de eerste dag van de 7e maand voor de joden nieuwjaarsdag en dat is nog zo.

Bij de joden
De joden vieren immers hun nieuwjaarsdag niet zoals wij op 1 januari, maar in het najaar, in september /oktober, op wat voor hen de eerste Tisjri is. En evenals in het O.T. is die dag ook voor hen thans nog een dag van verootmoediging en inkeer. Nieuwjaarsdag is de dag van het gericht. Daar wijst ook het blazen op de ramshoorn op. Dat is nog de enige maal in het jaar dat thans in de synagoge de ramshoorn wordt gebruikt. Onder Israël werden vaker plechtigheden met de ramshoorn ingeluid. Thans kennen de joden het blazen op de ramshoorn alleen nog op de nieuwjaarsdag. En dat geluid van de ramshoorn maakt die dag tot „dag des gerichts". In de Talmoed, en wel in het traktaat Roosj hasjana, d.w.z. hoofd des jaars, de nieuwjaarsdag, wordt gezegd dat God dan gericht houdt over de mensenwereld in het algemeen en over ieder mens afzonderlijk. Bovendien wordt door God vastgesteld wat er met de mens en in de wereld in het nieuwe jaar gebeuren zal.

Dat doet even denken aan de babylonische nieuwjaarsdag, waarop volgens de gedachte van de oude Babyloniërs de goden samenkwamen voor de lotsbeschikking in het nieuw jaar. Maar in onderscheiding van de oude Babyloniërs wijzen de joden elke gedachte aan een noodlod af. Ieder mens blijft voor zijn eigen daden verantwoordelijk. Maar er hangt wel mee samen dat de joden al een maand lang van tevoren elkaar de beste wensen doen toekomen: Moge je ingeschreven worden voor een goed jaar. Bezinning op het verleden en de beste wensen voor de toekomst horen voor de jood op nieuwjaarsdag bij elkaar.
Maar er wordt door de jood op nieuwjaarsdag nog veel meer gedacht. Wezenlijk is voor de jood op nieuwjaarsdag te gedenken dat God de Schepper van de wereld is en de almachtige Koning over het heelal. Nieuwjaarsdag en schepping horen voor de jood bij elkaar. De eerste nieuwjaarsdag was bij de schepping en daarom tellen de joden de jaren van de schepping af. Ze zijn thans in het jaar 5737. En de schepping doet hen denken aan het koningschap van God. De ramshoorn roept op nieuwjaarsdag de joden toe: God is Rechter, God is Schepper, God is Koning. Het gebed, dat op nieuwjaarsdag in de synagoge gebeden wordt, begint met de woorden: Abinoe Maikeenoe, Onze Vader, onze Koning. Het gebed bestaat uit 38 strofen, die steeds weer beginnen met dezelfde woorden: Onze Vader, onze Koning. In dat gebed wordt gesmeekt o.m. om een gelukkig jaar, om redding van vijanden, om bewaring van ziekten en om de komst van de messias. En dan is er nog een ander gebed, dat begint met het woord hamèlèch (koning): Koning, gezeten op een hogen en verheven troon enz.

Zo spreekt de joodse nieuwjaarsdag van Gods gericht en van Zijn koningschap. En we kunnen zeker zijn, dat het jodendom daarmee een oeroude traditie heeft bewaard. En de ramshoorn speelt daarbij een onlosmakelijke rol.
Het is opmerkelijk dat we ook in het N.T. het verband tussen ramshoorn (daar bazuin genoemd) en het gericht Gods en Zijn Koningschap kennen. De wederkomst van Christus en de jongste dag worden aangekondigd met een bazuin (ramshoorn) van groot geluid (Matth. 24:30v.; 1 Thess. 4:16) . Ook in het boek Openbaring wordt steeds weer het gericht Gods door bazuingeschal aangekondigd (Openb. 8vv.). En we zien daar eveneens het verband met het Koningschap Gods. Toen de zevende engel blies op de bazuin klonken stemmen in de hemel, die zeiden: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en Zijn Gezalfde en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden (Openb. 11:15). De grote Nieuwjaarsdag van de toekomst wordt met bazuingeschal ingeluid als de dag van Gods gericht en daarna bracht de eeuwige, ongestoorde, vreugdevolle regering aan van Gods koningschap en van Zijn Gezalfde Jezus en aan Zijn heerlijk koninkrijk zal geen einde zijn.

Bij ons
Bij ons stelt de nieuwjaarsdag niet zo heel veel voor. De kerkdiensten worden op veel plaatsen slecht bezocht. De dag spreekt velen weinig aan. Na de kerkdienst is de dag verder een dag van bezoeken en van gelukwensen voor het komende jaar, al is er ook in deze gewoonte een afneming te konstateren. Dag van gericht of dag van bezinning, zoals bij de joden, is nieuwjaarsdag bij ons niet. Voor een deel hebben we dat karakter gegeven aan de oudejaarsavond. Die hebben we gemaakt tot een avond van terugblik, van inkeer en van schuldbelijdenis met een verwijzing naar de oudejaarsavond van de wereld en het komende gericht van God. Maar de oudejaarsavond is in de geschiedenis van het kerkelijke leven bijzonder jong en dateert pas uit het begin van de vorige eeuw. Daarvoor heeft men zo iets als een oudejaarsavond, waarop de gemeente samen komt, nooit gekend. De nieuwjaarsdag is veel ouder. Die komt reeds voor in de oude kerk.

Maar de gemeente vierde hem niet als begin van een nieuw jaar, maar als de dag waarop de besnijdenis van Christus werd herdacht. Immers acht dagen na zijn geboorte werd de Heiland besneden (Luk. 2:21) en 1 januari valt op de achtste dag na 25 december, de dag waarop wij de geboorte van de Heiland gedenken. Ook de kerkorde van Dordrecht (1618) spreekt van de nieuwjaarsdag als de dag der besnijdenis. Ook dat karakter heeft de nieuwjaarsdag bij ons verloren. Er blijft zo niet zo veel van over. Wil men nieuwjaarsdag zinvol gedenken dan zou het goed zijn met het joden dom te gedenken dat God Koning is, dat Hij heerst over alle jaren en tijden en dat Zijn koninkrijk komt. Daarbij mogen wij als christenen blij ge denken, dat God Zijn koningschap in deze wereld uitoefent door Zijn Zoon Jezus Christus, eenmaal het kind in Bethlehems kribbe, onze Heiland. Dat is een machtige troost voor al Zijn volk. We kunnen dan op nieuwjaarsdag reeds hier liet lied meezingen met de stemmen In de hemel: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan Zijn Gezalfde en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden (Openb. 11:15). En dat geeft moed om het nieuwe jaar in te gaan en de toekomst vertrouwend tegemoet te zien.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Nieuwjaarsdag in de bijbel, bij de joden en bij ons

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1976

De Wekker | 8 Pagina's