Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke weerbaarheid (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke weerbaarheid (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitgangspunten
Een nieuw jaar heeft z'n intrede gedaan. De gebruikelijke wensen zijn weer uitgesproken en een stroom van schriftelijke woorden hebben we over elkaar uitgestort om duidelijk te maken dat we het goede met elkaar voor hebben zonder overigens ook maar enigszins het vermogen te hebben al deze woorden en wensen in daden om te zetten. Maar de bedoeling is goed, hoewel in vele gevallen ook weer spoedig vergeten. We zijn weer overgegaan tot de orde van het nieuwe jaar.
Door de sfeer van de jaarwisseling en de inhoud van allerlei nieuwjaarstoespraken zouden we gemakkelijk kunnen vergeten dat we ook in dit nieuwe jaar betrokken worden en zijn in een geestelijke strijd.
Het is daarom nog niet zo'n slechte wens: in 1977 veel geestelijke weerbaarheid.
Weerbaarheid is een militaire term. Het wordt door een woordenboek omschreven als vermogen tot verdediging; het vermogen om zich te kunnen weren, om tegenstand te bieden.
Wie spreekt over geestelijke weerbaarheid en dit anderen toewenst heeft bewust of onbewust een paar uitgangspunten.
Eerste uitgangspunt is in ieder geval: we zijn betrokken in een geestelijke strijd; die strijd gaat nog onverminderd door. Daarom is het nodig dat we in die zo vaak onzichtbare strijd, strijd op geestelijk vlak, geestelijk weerbaar zijn, ons verdedigen, ons niet laten overlopen, geen gewillig slachtoffer zijn of ons zonder slag of stoot overgeven en zo de vijand in de kaart spelen.
Het is, zeker voor wie uit Gods Woord wil leven, een duidelijke zaak dat we te strijden hebben. Paulus roept het iedere gelovige toe: strijd de goede strijd des geloofs. Dezelfde apostel heeft dat diepe woord geschreven, dat steeds aktueler wordt: we hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
De nog altijd actuele Catechismus legt de laatste bede van het Onze Vader in de laatste zondag aldus uit: „zo wil ons toch staande houden door de kracht uws Heiligen Geestes, opdat wij in deze geestelijke strijd niet onderliggen, maar altijd sterken wederstand doen, totdat wij ten enenmale de overhand behouden".
Deze visie op het leven van de christen - aan het slot van het troostboek dat de rijkdom, de vastheid, de troost van de christen in het werk van Christus op onnavolgbare wijze heeft bezongen - is door en door bijbels.
Wie zich hieraan zou onttrekken of hier innerlijke weerstand (geen weerbaarheid!) tegen zou hebben toont daarmee het a b c van het christelijke leven niet te verstaan.
Die strijd wordt in een christenleven nooit minder. Integendeel - hoe ouder we worden hoe meer we verstaan dat we moeten blijven strijden. Niet meer strijden of de strijd niet zien - niet willen of niet kunnen zien - is een teken van verachtering in de genade.
Maar ook in het leven van Christus' kerk wordt die strijd bij het voortgaan der jaren niet minder, maar juist meer.
Dat hangt samen met het feit dat naarmate het einde nadert, het verzet tegen Christus en Zijn rijk sterker en heviger zal worden. De antichristelijke macht zal zich steeds driester openbaren, steeds openlijker tevoorschijn treden en steeds duidelijker zijn bedoelingen demonstreren.
Daarom staat het leven van kerk en gelovige in het teken van strijd.
Wie deze strijd niet ziet of niet wil, bewijst alleen maar hoe diep de vijand is doorgedrongen en hoeveel overwinningen op de korte baan hij bezig is te behalen.

Ondermijning
Geestelijke weerbaarheid is dus geboden.
Maar deze geestelijke weerbaarheid wordt vandaag de dag zeker ondermijnd. Het wordt, terwijl het steeds meer nodig is, steeds moeilijker om geestelijk weerbaar te zijn en te blijven.
Allerlei faktoren spelen hierin een rol.
Om iets te noemen: strijd is nooit aangenaam. Strijd ligt ons eigenlijk niet. We hebben het liever gemakkelijk en beminnen een rustig leven. Naarmate we het in ons dagelijkse leven wat gemakkelijker krijgen en we delen in de voordelen van de consumptiemaatschappij en daarvan allen de vruchten plukken - wat is het leven ook van vele werknemers een stuk comfortabeler geworden dan vroeger het geval was! - willen we het ook in het geestelijke leven gemakkelijker krijgen.
Als dan tot ons gezegd wordt „er moet gestreden worden" valt dat in de regel niet goed.
Het is veel prettiger om in pais en vree door het leven te gaan, alles te accepteren wat ons wordt voorgezet, allerlei ontwikkelingen positief te waarderen zonder direct te vragen: wat zit daar achter en welke gevolgen kan dat hebben?
In dit klimaat is een oproep tot strijd een wanklank in de welvaartszang. Het wordt uitgelegd als pessimisme, dwarsliggerij, zwartkijkerij, eigen tijd niet verstaan en zich plaatsen buiten de werkelijkheid.
We zien daarbij dat allerlei mogelijkheden tot weerbaarheidsvorming bezet worden door mensen, die van strijd niet willen weten, maar waarderend staan tegenover alles wat zich vandaag rijp en groen presenteert.

De geestelijke weerbaarheid van ons christenvolk wordt ondermijnd als onze kinderen op de diverse scholen in plaats van gewapend te worden in de geestelijke strijd en gescherpt te worden in het kritisch onderkennen van de geesten en stromingen, die vandaag invloed uitoefenen, in feite betrokken worden in een omturningsproces, dat heel geleidelijk en geruisloos zich voltrekt en dat tengevolge heeft dat men zich gaat aanpassen bij wat „men" vindt en doet en zich gaat neerleggen bij wat deze tijd biedt terwijl men intussen in verzet komt, in het hart of openlijk, tegen wat men thuis heeft gehoord of in de kerk heeft geleerd.
Diezelfde ondermijning van de geestelijke weerbaarheid wordt bevorderd door wat men hoort en leest via de publiciteitsmedia.
Een krant, een tijdschrift, een boek, een radiouitzending, een informatierubriek via de buis kan een niet opgemerkte, maar misschien daardoor te doeltreffender aanslag op de geestelijke weerbaarheid zijn.
Men krijgt zo'n begrijpende, sympathieke voorstelling; er wordt zo'n overtuigende belichting gegeven; het wordt alles zo geraffineerd voorgesteld en er wordt niet openlijk, maar zo fijntjes de spot gedreven met opvattingen, die vroeger opgeld deden en die doortrokken waren van een andere geest, de geest van de Schrift en de belijdenis der kerken dat langzaam, maar zeker de geestelijke weerbaarheid verflauwt.
Het is bij sommige vooraanstaande leidslieden met de stukken aan te tonen dat ze vandaag goedkeuren waar ze zich zeg vijftien jaar geleden nog met goede argumenten tegen verzetten.
Want men is die periode zonder dat men het zelf wilde of in de gaten had bewerkt, men ziet de dingen nu anders onder invloed van de ontwikkeling in het denken. De gestadige druppel, die altijd van buiten komt, holt de steen en de denkbeelden zijn veranderd; de geesten zijn inderdaad omgeturnd. Nog een andere, ten nauwste hiermee samenhangende faktor, is - evenals in bezet gebied gebeurt, als een volk geacht wordt zich te weer te stellen tegen de bezettende vijand - het optreden van de vijfde colonne; de verrader uit eigen kring.
Invloeden van buitenaf zijn er altijd geweest. Het wordt echter veel erger en pijnlijker, en ook moeilijker te onderscheiden wanneer mensen, die men vertrouwde, op wie men huizen bouwde en die vele verwachtingen opriepen, in feite door hun eigen omgeturnd denken, invloed gaan uitoefenen, onopzettelijk en zonder directe pretenties, maar aanhoudend en volhardend, heel vriendelijk en ook heel consequent, uit een ander vaatje tappen dan men tot dusver deed en gewoon was en waartoe men soms ook meende verplicht te zijn, maar men is „om"gegaan en meent nu ook anderen na verloop van tijd „om" te moeten krijgen.
Gevolg - de geestelijke weerbaarheid verslapt. Men weet eigenlijk niet meer wat men moet zeggen.
Of men heeft zo weinig geestelijke voelhorens meer dat men zonder het te merken er in tuint, mee doet, „om" gaat en zo zelf betrokken wordt in dit proces, dat velen infecteert en dat tenslotte de kerk uitholt, de kracht breekt en de aanpassing bevordert op een wijze, die men niet voor mogelijk had gehouden.
Volgende week D.V. verder.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1977

De Wekker | 8 Pagina's

Geestelijke weerbaarheid (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1977

De Wekker | 8 Pagina's