Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatie van de opleiding? (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie van de opleiding? (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schrijvers van de brochure „Waarom een nieuwe opleiding?" hebben de „verwetenschappelijking" van het theologisch onderwijs als een permanent gevaar aangewezen. Wetenschap is iets anders dan geloof. Theologische wetenschap zou wanneer zij niet opkomt uit het geloof en wanneer zij niet in het geloof wordt beoefend, een voortdurende bedreiging kunnen zijn voor het geloof. Een godsdienstig schoonheidsgevoel, een religieuze esthetica kán zelfs een zeer misleidend gevaar voor de echte kennis van God betekenen. Daarom dient men terecht altijd weer bedacht te zijn op de verzoeking die kan liggen in het beoefenen van de theologische wetenschap.
Wie oproept tot een reformatie van de opleiding kan niet beter doen, dan beginnen met de vraag, wat de Reformatie betekend heeft voor de opleiding. Daarover moeten nu eerst een paar opmerkingen gemaakt worden.
De eerste opmerking is deze, dat de Reformatie welbeschouwd is begonnen als een zaak van academici. Natuurlijk kan en moet men het ook anders zeggen. De Reformatie is een diep religieuze aangelegenheid geweest, zij is ook een zaak geweest die allereerst de kerk betrof. Maar de samenhang der dingen blijkt nergens duidelijker dan óók hieruit, dat deze religieuze zaak met geweldige kerkelijke gevolgen begonnen is vanuit de academie: Luther heeft zich bewogen binnen het veld van de academische vrijheid, toen hij zijn 95 stellingen aansloeg aan de deur van de slotkapel in Wittenberg. Men zou kunnen zeggen dat dit een formeel-wetenschappelijke kant van de zaak was. Immers Luther beoogde op het moment van de publicatie niet een zo vergrijpende beweging op gang te brengen. Niemand wordt als reformator geboren. Luther heeft zelf gezegd, dat hij als een blind paard ertoe geleid is. Hij wilde niets anders dan in de kring van de wetenschapsbeoefenaren een discussie op gang brengen. En hij heeft niet geweten, wat daarvan de gevolgen zouden zijn. Het was niet voor de eerste keer in de geschiedenis, dat een grote en vér om zich heengrijpende beweging uitging van de academische wereld. In het geval van Luther was dit een zeer heilzame zaak. Soms blijkt zulk een beweging vanuit de universitaire wereld een heilloze aangelegenheid te worden, maar in Wittenberg was het anders: het Woord van God werkte door tot in de beoefening van de wetenschap.
De tweede opmerking die gemaakt moet worden is, dat déze aanpak vanuit de theologische wetenschap tegelijk betekende de bevrijding van de theologische wetenschap. Een radicale bevrijding van de overheersende invloed van de filosofie. Tot nu toe was er binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van de theologische wetenschap steeds meer sprake geweest van een verslaving van de theologie. Zij was met steeds sterkere banden vastgeraakt aan de wijsbegeerte, de heidense wijsbegeerte van de Griekse wijsgeer Aristoteles. Daarop gaan we hier niet verder in. Maar wel moet dit éne worden gezegd, dat door een wijsgerige manier van denken de inhoud van de Openbaring Gods zó verduisterd werd, dat Luther daartegen in fel verzet ging. Ieder van ons weet, dat Luther op 31 oktober zijn 95 stellingen aansloeg. Zij handelden over de aflaat. Wie ze wel eens in hun geheel gelezen heeft bemerkt dat er hier en daar nog wel wat van de roomse zuurdeeg in is over gebleven. Veel minder bekend zijn de 97 stellingen die Luther reeds meer dan een maand eerder (4 september 1517) liet verdedigen tegen de scholastieke theologie. Daarin komen enkele fundamentele stellingen voor. Zij zouden het dynamiet onder de heersende theologie brengen. Enkele van deze stellingen nemen we hier over. 41: Bijna de gehele ethiek van Aristoteles is de ergste vijand van de genade. 43: Het is een dwaling om aan te nemen dat men zonder Aristoteles geen theoloog kan worden. 44: Ja, veeleer zal niemand een theoloog worden, tenzij hij het zonder Aristoteles wordt. 45: Wanneer men zegt dat een theoloog die geen logica beheerst. een verschrikkelijke ketter is, spreekt men op een verschrikkelijke en ketterse manier. 47: Bij uitspraken over goddelijke dingen houdt geen enkele logische sluitrede stand. Op deze manier heeft Luther voor de Godgeleerdheid de weg weer gebaand tot een werkelijke vrijheid in gebondenheid aan het Woord van God alleen.
De derde opmerking die gemaakt moet worden is deze, dat zó het evangelie weer kon gaan werken. Diepaangrijpend is de beschrijving die Luther zelf heeft gegeven van zijn reformatorische ontdekking. Luther spreekt over zijn ontzettende nood, die werd veroorzaakt, doordat hij op de woorden van het evangelie de wetten en de begrippen van de wijsbegeerte toepaste.
Zo werkte hij aanvankelijk bij de verklaring van Rom 1: 17 met het hulpmiddel van de Aristotelische wijsbegeerte. De gerechtigheid wordt door deze laatste omschreven als de deugd waardoor men aan ieder het zijn toedeelt. Dat bracht Luther in de grootste verlegenheid, want wanneer God ons in zijn gerechtigheid toedeelt waar we recht op hebben, komen we voor eeuwig om. En het verscherpte voor Luther het oordeel toen hij las dat Gods gerechtigheid zich openbaart in het evangelie. Dan ben ik nergens meer veilig, dacht Luther. De wet veroordeelt me. Het evangelie is nu ook al een boodschap van de gerechtigheid. Dit duurde totdat hij de filosofie vergat en vanuit de bijbel zelf weer leerde wat gerechtigheid van God betekende. De genade die ons geschonken wordt! En toen hij dit ontdekte werd de onstuimigheid waarmee hij bij deze tekst van Paulus had aangeklopt beloond. Het was alsof ik door een geopende poort in het paradijs kwam. Alsof de hemel voor me werd geopend, zo schreef hij later. Luthers geweldige reformatorische ontdekking is bij het licht van de Heilige Schrift en in de kracht van de Heilige Geest geen andere geweest, dan dat zijn ogen open gingen voor de Schrift zelf. In die zin was het een bevrijding van de wetenschap. Zijn theologie wordt sindsdien theologie van het kruis.
De vierde opmerking is dat deze ontdekking heel zijn theologie heeft doortrokken. Zijn theologie is principieel losgemaakt van de profane wetenschap. Het is geloofskennis. Het is kennis van de levende God in het aangezicht van Christus en niets anders. Men zou in dit licht kunnen lezen de vele uitspraken die Luther heeft gedaan om de vrijheid van de theologie te verdedigen. Ik geef slechts een paar uitspraken. Zij kunnen met het grootste gemak vertienvoudigd worden. Mijn broederlijke raad is: schep uit de bron en lees vlijtig de bijbel. Want een goede tekstkenner is ook een goede theoloog. Wie in de theologie wil studeren en iets wil bereiken, die worde een dwaas en hij zal een theoloog zijn. De hoogste kunst voor een toekomstige theoloog is dat hij zeer zorgvuldig tussen de wijsheid van het verstand en van het Woord, d.w.z. de wijsheid van God onderscheid make. Want wie dit vermengen, mengen de hemel en de aarde dooreen. Er is maar één artikel en regel in de theologie; wie dit artikel en deze regel niet houdt, die is geen theoloog: namelijk recht geloof of vertrouwen op Christus.

De theologie bestaat uit gebruik en oefening, niet in speculatie (bespiegelingen). De filosofie is in zekere zin de theologie van de heidenen en van de rede. De filosofie begrijpt niets van de heilige dingen, en ik maak me zorgen, dat men haar te veel met de theologie vermengt. Het gebruik ervan verwerp ik niet, maar men dient er gebruik van te maken als van een schaduwbeeld, als van een komedie, of zoals men overigens de wereldlijke gerechtigheid gebruikt. Maar het gaat niet aan haar tot middelpunt van de theologie te maken. Zo heeft Luther telkens gewezen op de gevaren van de filosofie. Heel zijn theologie is aan de Schrift ontleend.
De laatste opmerking geldt vooral de methode van de theologie. Niet alleen de inhoud van de theologie, ook haar methode is door de Schrift alleen bepaald. Het is onvergelijkelijk leerzaam hierover Luther zelf te lezen. Hij schreef in de voorrede van het eerste deel der Duitse geschriften over de enige mogelijke methode om echt theologie te bedrijven. Onder verwijzing naar Psalm 119 noemt hij de drie onmisbare middelen voor de echte beoefening van de theologie. Het zijn deze drie: gebed, meditatie en aanvechting. De aanvechting heeft in Luthers leven zelf een zeer grote betekenis gehad voor de vorming van de echte theoloog. Daarover schrijft Luther telkens weer. In dit verband zegt hij ergens, dat de duivel zelf de beste doctorsbul uitreikt, in de bestrijding van het geloof worden de zaken persoonlijk eigendom. Het zou een aantrekkelijk onderwerp zijn: de plaats van de aanvechting in Luthers theologie. Zo veel is het wel zeker, dat Luther nimmer die Reformator zou zijn geworden zonder de aanvechtingen. Heel veel moderne wetenschappelijke theologie moet dienen om de aanvechtingen voor de moderne mensen weg te nemen. Het is 't beste bewijs, dat het geen echte theologie kan zijn. Deze leert met en in de aanvechtingen te léven. En aan God de eer te geven, dat Hij ondanks alles zijn Woord houdt.
Zou dit niet een van de gevaarlijkste tendensen zijn uit de geschiedenis der theologie: het voorkomen van aanvechtingen. Dat kan op de manier van de orthodoxie. Dan klopt alles en we verklaren alles. Het kan op de manier van de mystiek: we ervaren reeds alles, ja waarlijk álles: God zelf. Theologie der aanvechting - we leven bij het Woord alleen. Dat is een zaak van inhoud én methode.

A. [Apeldoorn], W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1977

De Wekker | 8 Pagina's

Reformatie van de opleiding? (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1977

De Wekker | 8 Pagina's