Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat meer is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat meer is

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goede Vrijdag
Het opschrift boven dit artikel is ontleend aan Rom. 8:34. Daar schrijft de apostel: Christus is het die gestorven is, ja wat meer is, die ook opgewekt is, die ook ter rechterhand Gods is, die ook voor ons bidt.
Er is opklimming in Gods heilsgeschiedenis. Het gaat van veel tot meer en tot nog meer, totdat het volle heil doorbreekt bij de wederkomst van Christus. Paulus noemt de trits: Goede Vrijdag, Paasfeest, Hemelvaart. Die gestorven is, die ook opgewekt is, die ook ter rechterhand Gods is. Het klinkt als een geloofsbelijdenis: die gestorven is, ten derde dage opgewekt, opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods.

Dat we hier spreken van Gods heilsgeschiedenis is omdat we te doen hebben met een geschiedenis van heilsfeiten, die God achtereenvolgens gewerkt heeft in onze geschiedenis. Gods heilsfeiten zijn om zo te zeggen te dateren in onze geschiedenis, maar zijn van alle feiten in onze geschiedenis wezenlijk onderscheiden, waarom eveneens Gods heilsgeschiedenis wezenlijk van onze geschiedenis onderscheiden is. Gods heilsgeschiedenis is een geschiedenis van heilsfeiten. En heilsfeiten zijn die daden van God in onze geschiedenis, die Hij werkt tot verlossing van mensen. Zo kunnen in het Oude Testament de uittocht van Israël uit Egypte, de intocht in het beloofde land, Gods verkiezing van de Sion als woonplaats temidden van zijn volk heilsfeiten worden genoemd. Ze laten ons zien wie God is, zijn genade, zijn trouw, zijn machtige daden tot verlossing van zijn volk.
En in één lijn daarmee liggen de heilsdaden van God in het Nieuwe Testament: de komst van Christus in deze wereld, zijn dood aan het kruis, zijn opstanding en zijn hemelvaart. Want het gaat ook in deze feiten om Gods verlossing van mensen.

Dat het ook in de dood van Jezus aan het kruis ging om verlossing hebben de discipelen aanvankelijk niet begrepen. De Emmaüsgangers zeggen: Wij leefden in de hoop, dat Hij het was, die Israël verlossen zou (Luk. 24:21). Maar al hun hoop is doodgelopen op de kruisdood van Jezus. De vrijdag, waarop Jezus stierf, was voor hen dan ook niet een goede vrijdag, maar een zwarte, een verschrikkelijke vrijdag. Zij begrepen de dood van Jezus niet. Het licht over de dood van Jezus is hun pas later opgegaan.
Die dood van Jezus was geen lot, geen tragiek. Hij stierf niet als een martelaar, die zijn leven geeft voor zijn geloof, zijn overtuiging of zijn idealen, overweldigd door zijn vijanden. Wel hebben vijanden Jezus gekruisigd en komt in zijn kruis de haat en de vijandschap van de mens tegen God en zijn gezalfde uit, maar Jezus heeft zich laten kruisigen. Vrijwillig heeft Hij zich overgegeven aan de haat en de vijandschap van mensen. De stroom van ongerechtigheden, die op ons de overhand heeft, heeft Hij over zich laten komen. Hij is het Lam Gods, dat de zonde op zich neemt, om haar zo voor allen, die in Hem geloven te dragen en weg te dragen.
De dood van Christus is uniek. Hij sterft aan het kruis, opdat zó voor al de zijnen de dood zelf zou sterven en die dood voor hen niet meer zal zijn een betaling voor de zonde (Rom. 6:23), maar een ingang tot het eeuwige leven (Zondag 16 Heid. Kat.).
Jezus zegt eens, dat Hij zijn leven geeft tot een losprijs (Matth. 20:28). Het woord losprijs doet in het oorspronkelijke denken aan het loskopen d.w.z. vrijkopen van slaven. Jezus geeft zijn leven om ons vrij te maken uit de slavernij van zonde en dood. Hij betaalt de prijs met zijn eigen bloed, zijn eigen leven.
Paulus spreekt van de verzoenende, de schuld wegnemende kracht van Christus' dood. In vers 33 van Rom. 8 vraagt hij: Wie zal Gods uitverkorenen beschuldigen? Die uitverkorenen zijn voor Paulus de daadwerkelijk gelovigen, die door hun geloof in Jezus Christus en in de verlossing, die zij van Hem ontvangen hebben, Gods liefde mogen ervaren, waardoor Hij hen als een ondoorgrondelijk wonder zonder enige reden hunnerzijds, louter naar zijn welbehagen, heeft uitverkoren om in zijn heil te delen. Die gelovigen worden niet om hun geloof in Christus, maar wel door middel van hun geloof door God vrijgesproken van schuld en straf en ontvangen een recht op het eeuwige leven, terwille van de verdienste van Christus. Want Christus is voor hen gestorven. Hij heeft in zijn dood aan het kruis voor hen de schuld en straf gedragen en daarom worden zij nu vrijgesproken. Hun schuld behoeft niet dubbel te worden betaald. Vandaar de vraag van Paulus „Wie zal beschuldiging uitbrengen tegen Gods uitverkorenen?" Er is duizend maal reden en nog ontelbaar veel meer om hen te beschuldigen. Maar het zijn geen beschuldigingen, die bij God nog opgeld doen. Paulus vervolgt: God is het die rechtvaardigt. Dat wil zeggen: Hij vergeeft en doet zijn uitverkorenen in een verzoende betrekking tot Hem staan. Wie zal dan nog veroordelen? En de reden, dat er voor de gelovigen geen veroordeling meer is, ligt in Christus en zijn dood aan het kruis. Christus is gestorven, roept Paulus uit en het klinkt als een jubel. Daarom heeft niemand meer recht om Gods uitverkorenen te beschuldigen. Christus heeft door zijn dood de zonde van Gods uitverkorenen verzoend en weggenomen. Dat is de betekenis van de vrijdag, waarop Jezus stierf en daarom terecht „goede vrijdag" wordt genoemd. Het kruis en de dood van Christus spreken van onze schuld, onze zonde, onze vijandschap en van de straf, die wij verdiend hebben. Eeuwig van God verlaten te worden. Maar Christus sterft voor de zijnen, opdat zij eeuwig zouden leven, eeuwig met God zouden zijn. Ondoorgrondelijk wonder. Een diep mysterie, dat we voor ons denken nooit geheel klaar zullen kunnen krijgen. Maar het is ook geen denkstof, maar dankstof om God er eeuwig voor te danken en te verheerlijken.

Paasfeest
De dood van Christus is veel, ontzaglijk veel, onbeschrijfelijk veel. Toch zegt Paulus: wat meer is, Christus is ook opgewekt. Dat Paulus dit zo zegt doet niets af van de dood van Jezus aan het kruis. Maar het is duidelijk: een levende Jezus is meer dan een dode Jezus.
Als Jezus dood gebleven was aan het kruis, zou dat het bewijs zijn dat Hij toch de ware Heiland niet was. Dan zou de dood machtiger zijn geweest dan Hij. Jezus kan in zijn dood zijn leven geven tot een losprijs voor de zijnen, maar als de dood over Hem heerschappij blijft voeren kan hij de Verlosser niet zijn. Bovendien zouden zijn vijanden het dan gewonnen hebben. En tenslotte zouden ook alle woorden van Jezus onwaar gebleken zijn. De woorden, die Paulus betrekt op Gods uitverkorenen, past in Jes. 50:9 de Knecht des Heren toe op zich zelf: Zie, de Here HERE helpt mij, wie zal mij dan schuldig verklaren? Wanneer Jezus in de dood gebleven was, zou God Hem niet geholpen hebben. Dan zou Hij zelf als schuldige openbaar gekomen zijn. Dan zou alle geloof in Hem en alle vertrouwen op Hem waardeloos zijn. Als Christus niet is opgewekt zegt Paulus in 1 Kor. 15:14 is het geloof zonder inhoud, nutteloos, een lege dop.
Daarom is de opstanding van Christus van zo geweldige betekenis. Daarom is paasfeest zo'n blij feest. Paasfeest is meer dan goede vrijdag, omdat het leven meer is dan de dood. Nu blijkt dat Christus de ware Heiland is. Door zijn opstanding doet God zelf aan het licht treden, dat door zijn dood de zonde werkelijk verzoend is, dat de vijanden overwonnen zijn. Openlijk laat God zien, dat het gelijk aan Christus is en aan allen, die in Hem geloven.
Daarom spreekt de apostel ook bij voorkeur van de opwekking van Christus. Wat meer is: die ook is opgewekt. Christus is de opgewekte. Wanneer we spreken van de opstanding van Christus komt daarin de opstanding uit als zijn daad. Hij is het, die de dood overwint. Hij staat weer op uit het graf. Hij triumfeert over de dood en over al zijn vijanden. Maar in het woord opwekking komt de opstanding van Christus uit als een daad van de Vader. Hij wekt zijn Zoon op uit de dood, zoals men iemand opwekt uit de slaap. De Vader wekt Hem op, doet Hem opstaan, als een goedkeuring op het volbrachte werk van de Zoon. Dat de Vader Hem opwekt bewijst, dat de zonde verzoend is, de schuld betaald, de straf gedragen en dat er verlossing is voor allen, die in Hem geloven. Daarom is opwekking van Christus meer dan zijn dood.
Maar ook daar blijft Gods heilsgeschiedenis niet bij staan. Gods heilsgeschiedenis gaat ook na pasen door. Paulus noemt nog de hemelvaart van Christus. En dat is weer meer dan zijn opstanding.

Hemelvaart
De opgestane Heiland is thans gezeten aan de rechterhand van Zijn Vader. Zo is Hij verheerlijkt tot de hoogste macht en majesteit. De uitdrukking gaat terug op Psalm 110. Laten we bedenken welk een Heiland we hebben. Hij is tot de hoogste macht en majesteit verheven. Hij is machtig om ons van alle machten te verlossen.
Want ook zo hoog verheven vergeet Hij de zijnen niet. De opgestane Heiland zit aan de rechterhand van zijn Vader en doet daar voor ons de voorbede. Hij is de grote advocaat, die voor ons pleit op grond van zijn dood en kruisverdienste. En Hij kan daarbij wijzen op zijn opstanding. Daardoor heeft de Vader zelf erkend, dat het volbrachte werk tot verlossing van zondaren volkomen is. Er hoeft niets meer bij.
Zo zit er voortgang in Gods heilswerk. En de kerk mag op haar feesten Gods heilsdaden vieren. Een grote vreugde mag ons vervullen. En na hemelvaart volgt pinksteren en straks volgt de heerlijke wederkomst van onze Heiland. Met de kerk van alle eeuwen verwachten wij die grote dag met een groot verlangen om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus, onze Here. Aldus het slot van onze nederlandse geloofsbelijdenis.
Wat meer is. Gods heil is voor zijn kerk steeds rijker en steeds heerlijker. We mogen terugzien en vooruitzien. Wat volgt vindt zijn grond in wat voorafging. Het is één machtige keten van heil, welke God in Christus bereidt voor zondaren.
Zijn naam zij daarvoor eeuwig geprezen.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1977

De Wekker | 8 Pagina's

Wat meer is

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1977

De Wekker | 8 Pagina's