Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onzekere toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onzekere toekomst

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De toekomst is onzeker en het beste wat van haar kan worden gezegd is dat zij altijd maar met één dag tegelijk komt. Er zijn heel wat mensen die vanuit deze gedachte de toekomst vrij gelaten onder ogen zien en die het in een zekere onverschilligheid maar per dag op zich laten afkomen. Zij zijn natuurlijk wel geïnteresseerd in de vraag hoe het hen en hun kinderen in de komende jaren zal vergaan en ze zijn zich ook wel bewust dat het antwoord op die vraag nauw samenhangt met de manier waarop de menselijke samenleving zich in de komende vijf en twintig jaar zal ontwikkelen, maar zij missen de moed en sommigen ook het inzicht om zich ook maar in het minst rekenschap te geven van de problemen die zich aan ons en onze kinderen in de komende tijd zullen opdringen, 't Zal allemaal wel komen zoals het komen moet en wat ik er van vind zal van geen enkele invloed zijn. Bezig zijn met de ontwikkelingsmogelijkheden van de mensheid op langere termijn is voor de gewone man eigenlijk een puur wetenschappelijke aangelegenheid. Bovendien zijn er erg veel specialistische kennis vereisende deelterreinen, als daar zijn de bevolkingsomvang, de voedselproductie, de energie-voorziening, het natuurbehoud, de welvaartsverschillen op onze aarde en niet te vergeten het ontzaglijk moeilijke probleem van de bewapening, dat de gewone man zich gewoon incompetent voelt om over deze dingen ook maar één verstandig woord te zeggen. Men laat dat graag over aan instituten als de club van Rome. Men heeft in het persoonlijk leven en in de directe omgeving daarvan vaak al genoeg aan het hoofd dan dat men er als Atlas ook nog de grote wereldproblemen bij op de nek zou nemen. Er is al stress genoeg.

Bezorgdheid
Spreekt men over deze dingen met zijn medechristenen dan zijn er die het er maar op houden dat de gang van de menselijke geschiedenis bij God in goede handen is en dat Jezus Zijn volgelingen voorhield in een zekere onbezorgdheid maar bij de dag te leven. „Weest niet bezorgd over Uw leven, wat gij zult eten of over Uw lichaam, waarmede gij U zult kleden. Wie van U kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? Indien gij dan zelfs het geringste niet kunt, wat zult gij U bezorgd maken om het overige?" Zo staat het er toch maar in Lucas 12. Het mag dan zo zijn dat Jezus deze woorden sprak in een tijd waarin de mensen alleen nog maar zorg om hun directe levensbehoeften kenden en nog geen mondiale problemen hoefden mee te slepen, de gelovige van vandaag mag deze woorden waarschijnlijk toch ook op zijn bekommernis over de grote wereldproblemen betrekken. Dat zal zeker waar zijn. Wie werkelijk gelooft dat God, dwars door alle onbegrijpelijke ontwikkelingen heen, aan de gang van de grote mensheid en aan het leven van de enkeling richting geeft, die mag er in de overgave aan die God een heilige onbezorgdheid op na houden. Maar dat sluit niet uit dat de christen zich toch rekenschap moet geven van de noodzaak om in verantwoordelijkheid voor onze kinderen en voor de eventueel nog na hen komende generaties van uit het christelijk geloof met de toekomstvragen bezig te zijn. Bovendien heeft het er alle schijn van dat één bepaalde toekomstvraag zich binnen niet al te lange tijd heel sterk aan ons zal gaan opdringen, een vraag die de woorden van Jezus uit Lucas 12 nieuwe actualiteit zal geven. Het lijkt onafwendbaar dat op wereldniveau economisch verschuivingen zich zullen gaan voltrekken, waarop wij met onze persoonlijke en gemeenschappelijke meningen nauwelijks of geen invloed zullen kunnen uitoefenen, maar die wel om geestelijke aanpassing en verandering van onze materiële instelling zullen vragen. En daarover zullen we als ouderen met elkaar en vooral ook met onze kinderen veel moeten praten. We zullen er ook als kerk ten dienste van de individuele gelovigen mee bezig moeten zijn.

Welke verschuivingen?
Oudere mensen hoort men wel eens zeggen dat alle tijden hun tegentijden hebben. Zij bedoelen daarmee te zeggen dat elke periode van opgang in de geschiedenis onontkoombaar door een tijd van neergang wordt gevolgd. Die golfbewegingen in de geschiedenis hebben zich ook op economisch gebied afgetekend. In de westerse landen waren we in de afgelopen jaren, die zo niet voor allen dan toch voor velen door een grote welvaart waren gekenmerkt, aan deze gedachte echter een beetje ontgroeid. Economisch waanden we ons met zoveel zekerheden omgeven dat een tijd van teruggang ons zo niet als onmogelijk dan toch als hoogstwaarschijnlijk voorkwam. Kleine inzinkingen in de economie bleken in de afgelopen jaren weliswaar niet helemaal te ondervangen, maar in het economische bestel van de westerse landen waren naar onze overtuiging zoveel stabilisatoren ingebouwd dat een herhaling van de crisis van de magere dertiger jaren niet meer voor mogelijk werd gehouden.
„Onze kudden vermeerderden zich bij duizenden, ja bij tienduizenden op onze weiden, onze runderen droegen wel, er was geen bres en geen vlucht en geen geschreeuw op onze pleinen". Als we eerlijk zijn zullen we ons op dit moment realiseren dat we ons op de bid- en dankdagen van de afgelopen jaren jegens God wel afhankelijk en erkentelijk hebben getoond, maar dat we de grote weelde waarin we hebben mogen leven toch als te vanzelfsprekend hebben beschouwd. Onze gebedsuren voor de maatschappelijke noden zijn in de afgelopen jaren misschien niet ver uit gegaan boven het vragen om verlenging van de gunstige voorwaarden voor ons stoffelijk bestaan als volk en als enkeling. Bepaalde ontwikkelingen en de begeleidende commentaren van internationale economen moeten ons doen verwachten dat we als christenen op toekomstige biddagen voor gewas en arbeid voor God behoeften zullen moeten neerleggen die anders en klemmender zullen zijn dan in de jaren achter ons.
Sinds de olie-crisis in 1973 hebben wij te doen gekregen met een teruggang in de economie van de westerse landen, waarvan op dit moment niet te zeggen valt of op korte termijn van een ombuiging in opwaartse richting sprake zal zijn. Alles in dit leven is slechts voorwaardelijk voorspelbaar en dat geldt zeker ook van de economie. Vandaar het grapje dat economen geleerden zijn die ons achteraf precies kunnen vertellen waarom hun voorspellingen niet zijn uitgekomen . . . Vast staat echter wel dat de toekomstige ontwikkelingen binnen onze eigen economie niet alleen zullen worden bepaald door de politieke gedragslijn van een toekomstige regering maar dat we steeds sterker te maken zullen krijgen met factoren die een sterke internationale samenhang vertonen. Behalve dat de olie internationaal het economisch perspectief blijft bepalen is er ook de factor van de economische bewustwording van de landen van de derde wereld, een bewustwording die duidelijk spreekt uit de rapporten van de Unctad-conferenties die in het recente verleden zijn gehouden. De richting waarin de wereldeconomie zich onontkoombaar lijkt te bewegen is er een waarbij de groei van de materiële welvaart in de rijke westerse landen geleidelijk aan tot stilstand zal komen, terwijl die welvaart in de arme landen geleidelijk aan zal (moeten) gaan groeien. Aan deze ontwikkeling zal voor ons en zeker voor onze kinderen verbonden zijn dat wij in materieel opzicht gedwongen zullen worden terug te gaan tot een eenvoudiger leven dan wij de laatste dertig jaar hebben gekend. Er groeit internationaal een nieuwe economische ethiek, die de bestaande verhoudingen weliswaar niet van de ene op de andere dag kan veranderen maar die de gesignaleerde ontwikkeling toch geleidelijk aan op gang zal brengen. Het weerlichten ervan is al duidelijk te zien.

Taxeren bij het licht van Gods Woord
Tegen deze ontwikkeling zitten we misschien erg aan te kijken. De gedachte dat ons welvaartsniveau wel eens zou kunnen zakken en dat we onze eisen en verlangens voor een comfortabel leven zullen moeten matigen houden we graag nog een beetje af. Dat komt misschien mede daardoor, dat we de zegeningen van de voorbije jaren te veel naar ons hebben toegehaald met de gedachte dat het hier om een onvervreemdbaar recht ging en we hebben ons zelf en elkaar misschien wel eens te weinig de vraag gesteld of de vorm en de mate waarin wij de welvaart hebben genoten door het woord „zegen" in bijbelse zin wel helemaal werd gedekt. Nu de gehele wereld binnen onze horizon is gekomen en de schrille tegenstelling tussen onze rijkdom en de armoede elders ons onrustig maakt, zijn we geneigd daarover wat dieper na te denken. Moet het anders? Hoe dan? Wat kunnen wij meer doen dan we op dit moment (misschien) doen? Een deel van ons belastinggeld wordt besteed aan ontwikkelingshulp en individueel is er misschien de incidentele financiële handreiking, die ons overigens niet merkbaar lichter maakt. Verder reikt ons kunnen niet. Maar het heeft er alle schijn van dat in de toekomst grotere offers van ons zullen worden gevraagd.
De vraag is hoe we als christenen de ontwikkelingen van de komende tijd zullen verwerken. Het is aan de Kerk des Heeren om in de prediking en op de plaats die elke gelovige in de wereld inneemt, te tonen dat zij de gebeurtenissen van vandaag en morgen, ook op economisch terrein, weet te taxeren bij het licht van Gods Woord. Zij zal aan de mensen buiten en aan de gelovigen binnen met de vinger bij het Woord van Gods moeten proberen aan te tonen dat de te verwachten ontwikkelingen een plaats hebben in het plan dat God met deze wereld heeft. Er is veel inzicht nodig om die dingen die ons op sociaal-maatschappelijk en economisch terrein overkomen in ons denken en handelen als christenen de juiste plaats te geven. Daartoe is ook voorlichting nodig. Daarom zou ik er voor willen pleiten dat ons deputaatschap kerk en samenleving, dat in januari 1976 een voortreffelijk eerste rapport het licht deed zien, voorzover het plan daartoe al niet bestaat, ook de bestudering van de hier liggende vragen tot zijn taak gaat rekenen.

Gebed van de Kerk
Ik kan mij soms niet onttrekken aan de indruk dat aan het gebed van de Kerk voor de noden en behoeften van de wereld geen grote betekenis meer wordt toegekend. Velen, ook christenen, raken hoe langer hoe meer geneigd te denken dat de dingen toch de loop nemen die in de omstandigheden en verhoudingen van het moment besloten ligt. De feiten lijken vaak steun aan deze redenering te geven. De Schrift doet dat niet en de menselijke geschiedenis bevat er toch voorbeelden van dat het gebed van Gods Kerk op gebeurtenissen en ontwikkelingen invloed ten gunste uitoefende. Daarom moeten wij elkaar aansporen tot verlevendiging van ons gebed van onze wereld.
Voor het overige mogen wij het voor de toekomst van ons en onze kinderen, bij alle onzekerheid, houden op Gods voorzienigheid over ons aller leven, waarvan de catechismus zegt dat zij is „de almachtige en alom tegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met Zijn hand nog onderhoudt en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn vaderlijke hand ons toekomen".
Dit te geloven, met de wetenschap van wat er vandaag op onze planeet omgaat, is niet gemakkelijk. Zeker niet als we denken aan die woorden „mitsgaders alle schepselen". Het is er door de samenstellers van de catechismus niet bij gezet, maar we moeten er naar ik meen bij bedenken dat God bij die onderhouding en regering de mens in verantwoordelijkheid inschakelt. Misschien zijn we ons dit laatste als christenen niet altijd voldoende en op de juiste manier bewust geweest.

Koole

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1977

De Wekker | 8 Pagina's

Onzekere toekomst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1977

De Wekker | 8 Pagina's