Geloofsdoorbraak: God betrouwbaar achten

In de brief aan de Hebreeën wordt ons het geheim onthuld van Sara's moederschap op haar oude dag.
Als Sara, Abrahams vrouw, op de lijst van de „geloofshelden" voorkomt, dan moeten wij haar niet voorstellen als een vrouw, die te goed was voor deze wereld. Ook Sara's geloof heeft zijn ups en downs gekend. Zij heeft menigmaal gewanhoopt aan de vervulling van de belofte, dat zij nog eens moeder zou worden. Ja, op zekere dag ontziet zij het niet, om haar man Hagar de slavin op te dringen, omdat zij haar tijd, of liever gezegd, Gods tijd, niet kon afwachten.
Maar op een middag krijgt Abraham bezoek. De Heere komt op bezoek met nog twee anderen. Na de maaltijd vraagt de Heere met nadruk naar Sara, zijn vrouw. Sara had gelachen toen de vreemdeling zei, dat ze over een jaar een kind zou krijgen. Nee, het was niet de lach van Ismaël, die spotte met de heilige dingen. Haar lach was een lach vol weemoed. Zij zou het zo graag willen, maar zij kon het niet geloven. Zien wij niet gering op Sara neer. Haar lach was niet goed te keuren, maar wel te verklaren. Sara stelde de wet der natuur boven God de Schepper. Zij verwachtte het meer van de natuur, dan van de Bron des levens. Alles was tégen: haar onvruchtbaarheid en haar ouderdom. Sara heeft geen kracht meer om op te stijgen op de vleugels van het geloof, geen kracht meer om boven het geredeneer van het verstand uit te komen. Zij zag alleen maar de bergen van bezwaren, die haar hoop op moederschap uitblusten.
Maar ziet, als wij niet meer op kunnen stijgen en de twijfel ons neersmakt tegen de lemen vloer van de harde werkelijkheid, dan zal de Heere tonen, dat als wij niet tot Hem kunnen stijgen, Hij altijd nog wel tot ons kan afdalen. Als Sara geen vat kan krijgen op Gods belofte, dan zegt de Heere: zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn?
Met dat woord verankert de Heere Zijn belofte in haar ziel. Dit woord ontwortelt haar ongeloof. Dat enkele woord geeft haar zoveel crediet in God, dat haar geloof gaat geloven! Haar geloof hecht zich vast aan Gods trouw en belofte. Zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn?
En dan is voor het geloof een zekere zaak wat wij met ons verstand niet klaar kunnen krijgen. 't Is altoos weer: zou er voor de Heere iets onmogelijk zijn? Hij brengt uit de dood tot het leven; uit de duisternis tot het licht. Hij maakt van een wolf een lam; van een zondige wereld een nieuwe schepping; van een vloekhout de boom des levens; van de nacht van Golgotha de morgen van Arimathea. Hij maakt op hun gebeden gans Israël eens vrij van ongerechtigheden, zo doe Hij ook aan mij.
Door dát geloof acht Sara de Heere betrouwbaar in alles wat Hij haar beloofd heeft. Dan breekt het volle geloof door en voltrekt zich het wonder dat zij moeder wordt.
God betrouwbaar achten, dat is het enige waardoor de Heere Zijn werk bevestigt en het kind der belofte ons in de armen legt en onze mond vervult met lachen, omdat wij dan Christus ontvangen hebben. Dat kan alleen als het geloof doorbreekt. Van tevoren kan er schuldbesef en ontdekking van onze zonden zijn; ook wel een uitgang naar Christus en het genieten van Gods goedertierenheid. Maar, ondanks al die ervaringen en gevoelige toestanden ontbreekt ons nog de vervulling. Die vindt plaats als wij God betrouwbaar achten op Zijn beloften.
Dan wordt ons de kracht des geloofs geschonken om Christus en al Zijn weldaden aan te nemen. En wat een zieleweelde wordt er dan genoten, als wij Christus mogen omhelzen. Izaks naam betekent lachverwekker. Toen Sara hem in de armen hield werd zij tot een lachen gemaakt. De Heere voert haar tot de ware blijdschap, want dit kind is de drager van de belofte. Uit dit nageslacht zal de Messias geboren worden. Hij zal de ware Lachverwekker zijn. Want Hij komt om als Borg voor schuldigen te betalen en hun ongerechtheid te verzoenen. De ware lachverwekker. Die de tranen, naar God geschreid, droogt. Hij verwekt door Zijn liefde en ontferming zoveel vreugde in God, dat wij Hem boven alles liefkrijgen en in Hem vrolijk zijn.
En de blijdschap, die hier gemaakt wordt, is nog maar het beginsel van de eeuwige vreugde, als er niets meer is dat deze blijdschap kan verduisteren. Het geloof maakt blijde mensen. Het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en . . . blijdschap door de Heilige Geest. Het geloof is een kracht Gods tot zaligheid. Het geloof kan de zaligheid en de vreugde niet vinden in onszelf, maar in de God van onze zaligheid.
Zo moest ook Sara leren dat zij verstorven was, maar dat God het leven verwekt uit de dood.
Acht dan de Heere getrouw in Zijn belofte. Dan voert dat geloof u tot de ruimte en de rijkdom in God. God wil verheerlijkt worden doordat wij Hem serieus nemen op Zijn Woord en beloften. En die beloften hebben wij ontvangen. Ook de belofte van geloof en bekering. Bij onze doop heeft Hij ons toegezegd en met een eed gezworen: dat de Heilige Geest hetgeen wij in Christus hebben, ons toeëigenen wil. Als u zich aan die belofte van God vastklemt, dan ontvangt u van Godswege de kracht om tot een nieuw leven godzalig op te staan, want: wie in Mij gelooft zal leven, al is hij ook gestorven.
Acht de Heere dan betrouwbaar, ook als de ontrouw u benauwt. Wat gaat er dan een wondere kracht uit van Zijn Woord. Dan mogen wij met Simeon het Kind in de armen van het geloof nemen en belijden: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw Woord, want mijn ogen hebben Uw heil gezien.

Hattem, G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen