Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisbezoek gehad? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisbezoek gehad? (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ter inleiding
De redactie vroeg enkele notities over de vraag: wat werkt het huisbezoek uit? Het is moeilijk deze vraag in haar algemeenheid te beantwoorden. Immers allerlei omstandigheden beïnvloeden dit antwoord.
Waar wordt huisbezoek gedaan, bij wie en in welke gemeente en ook door wie wordt dit ambtelijk werk verricht, door de predikant alleen of met een ouderling, of, zoals vaak gebruikelijk, door twee ouderlingen gezamenlijk, of door een ouderling alleen. En dan bij wie? Bij jonge alleenwonenden, bij gezinnen met of zonder kinderen en in dat geval bij gezinnen met jongere dan wel reeds opgroeiende kinderen, of misschien kinderen die de normale catechisatieleeftijd reeds zijn gepasseerd, of bij bejaarden, of alleen-wonenden op oudere leeftijd, of incomplete gezinnen, moeders of vaders die met kinderen alleen overgebleven zijn na een sterfgeval van man of vrouw, of bij trouwe kerkgangers dan wel in de sector van de randkerkelijkheid.

Iedere ambtsdrager kent deze scala van mogelijkheden. Tegen deze achtergrond is er, van geval tot geval gezien, ook een reeks van antwoorden mogelijken. Wat werkte het huisbezoek van onlangs uit?
Daarom lijkt het beter om te trachten naar aanleiding van de gestelde vraag niet te schrijven als vanuit de gemeente - dat zouden bovendien niet- ambtsdragers beter kunnen doen - maar van de ervaring van een ambtsdrager zelf, zo in de geest van: wat zou, altijd onder Gods zegen, een goed gebracht huisbezoek moeten uitwerken?

Ik wil mij, gezien de omvang van de materie, beperken tot het huisbezoek door ouderlingen. Wat mag de gemeente ervan verwachten, zowel in het algemeen als toegespitst op enkele van de genoemde omstandigheden? En als dan de ervaringen hier of daar niet kloppen met wat „De Wekker" schrijft, verwacht de redactie graag reacties vanuit de lezerskring.

Het lijkt mij niet nodig onder ons de gedachte te gaan bestrijden, dat het huisbezoek „uit de tijd" is. Ik weet wel dat hier en daar, maar toch als regel buiten ons kerkelijke milieu, deze gedachte leeft. Men doet b.v. in sommige andere grote-stadskerken geen regelmatig ambtelijk bezoek meer. Soms zelfs wordt alleen bezoek gebracht op verzoek, men moet zich zelf maar melden als men de predikant of ouderling wil zien. Natuurlijk zijn er ook onder ons wel eens weerstanden. Zij komen dan echter meestal niet op uit gebrek aan inzicht in of miskenning van het ambtelijk karakter van dit werk, maar uit een behoefte zich aan deze ambtelijke zorg te onttrekken. Juist daar is dan het huisbezoek het meest nodig!

Huisbezoek doen is ambtelijk bezig zijn in opdracht van de Koning der kerk. Ook ouderlingen komen in Zijn dienst en namens Hem.

Huisbezoek en prediking
Het is duidelijk, dat elke gemeente, al naar haar omstandigheden, een „geprogrammeerde" leiding nodig heeft. Dat mag zakelijk klinken, het is niet zo bedoeld. Maar wij mogen niet vergeten, dat ook het ambtelijk werk in prediking en persoonlijke zielszorg, zich ergens op moet richten. Waarop? Natuurlijk op een zuivere, schriftuurlijke, woordbediening maar dan zo, dat een gemeente, als geheel gezien, krijgt wat zij nodig heeft. Allereerst via de woordbediening. Een gemeente b.v. die, door welke omstandigheden ook, niet leeft naar het „doet dat tot mijn gedachtenis" (en moeilijkheden heeft met de avondmaalspraktijk) heeft wat anders nodig, dan een gemeente, waar het H. Avondmaal tendensen vertoont dat het Sacrament een traditie dreigt te worden met een periodieke vanzelfsprekendheid.
Het vorenstaande is wat zwart-wit, natuurlijk zijn er gradaties en is generaliseren eenzijdig. Het voorbeeld is echter duidelijk vanwege het verband, dat er behoort te liggen tussen prediking en huisbezoek.

Jaren geleden begon één van onze reeds ontslapen predikanten in een hem bekende gemeente op een zondagochtend zijn preek met de constatering: Gemeente, er is een zonde in ons midden. Stilte die merkbaar was.
Dominee ging er nog even op door en wees daarop de gemeente in alle ernst op haar ongeloof. Het was voor de predikant een hartekreet. De liefde Gods in Christus ook voor die gemeente vroeg naar zijn mening om een sterker, een meer beslist antwoord, mede in verband met de viering van het Heilig Avondmaal, dan in die gemeente leefde.
Welnu, zo prediking zo huisbezoek. De persoonlijke zielszorg in het gesprek zal, als het goed is, aansluiting zoeken aan de doorgaande lijn, die de prediking volgt. En als die lijn er niet is, als de prediking wèl een vertrekpunt heel n.l. Gods Woord en de boodschap van het Evangelie, of misschien ook wel de persoonlijke beleving, en de gemeente, onder Gods zegen, niet tracht mee te nemen, verder te leiden of opnieuw te doen beginnen, nu, dan is er wel gespreksstof voor de e.v. kerkeraadsvergadering.

Maar nu het verband tussen de zondagse preek en het door-de-weekse huisbezoek, b.v. in de lijdensweken. Christus als de plaatsbekleder, de borg voor ons zondaren, de van God verlatenen opdat wij nimmermeer van God verlaten zouden worden. Denkbaar is een huisbezoek, waarin over deze zaken „bevindelijk" gesproken kan worden, met instemming over en weer. Indien het huisbezoek daar eindigt en de broeders ouderlingen op grond van deze ervaring spreken van „een goed bezoek" is het toch de vraag, of het huisbezoek gebracht heeft wat ervan mocht worden verwacht.

Het instemmen met de constatering van feiten moet ons n.l. niet voldoende zijn. Zonden kennen en belijden is nog niet de zonde vergeven weten. Mag het „ook voor mij moest Hij daar staan" als een door het geloof aanvaarde vervulling van Gods verbondsbelofte worden ervaren? En wat betekent dat dan voor ons christen-zijn van alledag. Is er dat laatste? Christen zijn in de praktijk? Op deze wijze eer gesprek voeren kan perspectieven openen, waar ook na het bezoek nog eens over nagedacht kan worden.

Amstelveen, A.L. de Bruyne

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Huisbezoek gehad? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1978

De Wekker | 8 Pagina's