Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoort Hem!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoort Hem!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

. . .een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! Matt. 17: 5b

Dit woord is eens gesproken op de berg der verheerlijking. Op die berg was Christus gegaan nadat Hij voor het eerst over Zijn naderend lijden gesproken had met Zijn discipelen. Op die berg zoekt Hij in het vooruitzicht op dat lijden sterkte in het gebed tot Zijn Vader.
En wat zien de drie discipelen die mee mochten gaan? Dat de vertrouwde gestalte van hun meester een bovenaardse glans krijgt. Zijn aangezicht blinkt als de zon en Zijn klederen worden wit gelijk het licht. Aan hun biddende meester is te zien dat Hij innerlijk gesterkt wordt. En ze zien nog meer: twee andere gestalten. Ze weten door de Geest wie het zijn: Mozes en Elia, bekende figuren uit het Oude Testament. Zij zijn Je twee vertegenwoordigers van Gods openbaring aan Israël. Mozes vertegenwoordigt de Wet, die de Heere immers door zijn dienst gegeven had. En Elia vertegenwoordigt de Profeten, die altijd tot handhaving van en terugkeer tot de Wet opgeroepen hebben.
Zij spreken, staat er bij Lukas, over de uitgang die Jezus te Jeruzalem zou volbrengen. Hij zou immers als kruisdrager Jeruzalem uitgaan om op de heuvel Golgotha te sterven. Mozes en Elia spreken met Degene, Die hun werk zou voltooien. Mozes had de Wet gegeven, Elia had vermaand de Wet te onderhouden, maar het wachtte alles op Hem, Die al het menselijk zondigen en falen zou opheffen in die éne volmaakte wetsvolbrenging.
Petrus voelt zich gedrongen om iets te zeggen. Hij spreekt van tabernakelen maken, geïmproviseerde hutten van takken en bladeren. "Zo Gij wilt", zegt hij erbij. Hij begrijpt niet dat Gods wil anders is. Géén vasthouden van deze voor Jezus zo verkwikkende ogenblikken, géén vertraging voor het lijden dat nadert! Maar een stem uit een wolk, die hen overschaduwt: "Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!"
De discipelen konden niet weten dat dezelfde woorden ook al geklonken hadden toen Jezus in de Jordaan gedoopt was aan het begin van Zijn openlijk optreden. Zij horen ze alleen nu, aan het begin van Zijn openlijk lijden. De Vader bevestigt nogmaals dat Deze Zijn Zoon is. En Hij zegt dat met woorden uit het geschreven Woord. De discipelen hebben het kunnen nalezen in Jes. 42:1 - "Ziet Mijn Knecht, Die Ik ondersteun. Mijn uitverkorene, in Dewelke Mijn Ziel een welbehagen heeft". En in Ps. 2: 7 - "De Heere heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon" En in Deut. 18:15, waar Mozes zegt: "Een Profeet uit het midden van u zal u de HEERE uw God verwekken; naar Hem zult gij horen". In de Wet en de Profeten is van deze Christus geschreven en de Vader Zelf geeft daar getuigenis van.
Wij mensen zouden graag ook goddelijke openbaringen en stemmen uit de hemel willen horen, zoals de discipelen overkwam. Maar waar komt dat verlangen uit voort? Is het niet omdat we het geschreven Woord van God niet genoeg vertrouwen? Rechtstreekse openbaringen uit de hemel kan een mens nauwelijks verdragen. We lezen dat de discipelen toen ze de stem hoorden op hun aangezicht vielen en zeer bevreesd werden. Datzelfde lezen we van de herders als de engel hen de geboorte van Christus aankondigt. Het is beslist geen aangename ervaring. En we mogen daar zeker niet naar verlangen uit sensatiezucht of omdat we aan het Woord Gods niet genoeg hebben. Want dan willen we uitgaan boven hetgeen geschreven staat. De discipelen horen de stem uit de wolk, maar die stem zegt geen nieuwe dingen; die verwijst naar de schrift. En als de Vader zegt: Hoort Hem!, dan is dat voor ons ook een aanwijzing om te blijven bij wat de Heilige Geest van Christus ons in de bijbel meedeelt. Jezus zelf ging ook niet buiten de Schrift, maar vervulde die juist in gehoorzaamheid aan haar.
God de Vader beveelt aan allen die het lijdensevangelie van Zijn Zoon lezen: Hoort Hem! Dat is maar niet een vriendelijk advies, maar dat is een ernstige waarschuwing om het heil bij niemand anders te zoeken, om niet voor eeuwig verloren te zijn. Hoort Hem, als Hij spreekt over de bittere noodzakelijkheid van Zijn lijden en sterven. Hoort Hem, als Hij onderwijs geeft in de dingen van het Koninkrijk Gods. Hoort Hem, als Hij u nodigt om met uw zonden, uw moeiten en vragen bij Hem te komen. Als Hij spreekt van goddelijke liefde voor goddelozen, mensen wier leven tot in de kern verzondigd is. Hoort Hem, als Hij spreekt van eeuwig behoud en eeuwige vreugde die alleen in Hem gevonden wordt omdat Hij alleen genade bij God door Zijn zoenbloed verwierf.
Er is verschil tussen horen en horen. Je kunt alles horen en tòch het wezenlijke aan je voorbij laten gaan. Maar er is ook een horen zoals de jonge Samuel deed. Eli had gezegd hoe hij moest horen: je moet biddend horen; je moet zeggen: spreek, HEERE, want uw knecht hoort. Dat deed Samuel en toen pas hoorde hij wat God te zeggen had. En dàt is nu het horen dat de Vader op de berg der verheerlijking bedoelt: biddend horen naar de Zoon Gods, naar wat Hij te zeggen heeft.
Als we dit goddelijk bevel opvolgen, zou dan de Schrift niet tot ons gaan spreken? Zouden we dan niet Gods Woord horen spreken tot ons? Verschuil u niet achter de waarheid dat een mens van nature niet kàn horen. Als het u werkelijk ernst is, dan bidt u met Samuel mee: Spreek HEERE, want uw knecht hoort. Mag ik Hem horen naar Wie U beveelt te horen? En dan lezen we Gods Woord anders dan anders. Dan leren we onze zonden zien bij het licht van het Woord en waaróm Christus lijden moest. En we krijgen tegelijk oog voor de rijkdom van Gods genade.
Dan gaan we een biddend leven leiden, want altijd weer en altijd meer hebben we dat Woord nodig.
Hoort Hem! sprak de Vader. Voor wie dit spreken afwijst is er geen dageraad, al zijn we ook ons leven lang kerklid en al horen we ook ruim honderd preken per jaar. Maar wie met een heilbegerig hart bidt: Spreek, HEERE, want uw knecht hoort, die mag weten dat het de Geest Zelf is, Die ons de oren doorboort om te doen horen wat Hij door de Schriften tot ons spreekt.

Wat op de berg der verheerlijking gebeurde kunnen wij niet meer meemaken. Dat hoeft ook niet. Petrus, die kon schrijven: "Wij hebben deze stem gehoord, toen wij met Hem op de heilige berg waren", wijst ons terug naar de Schrift: „En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, dat schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de morgenster opga in uw harten!"

Zalig die het Woord Gods horen en bewaren!

Maarssen, H.D. Rietveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Hoort Hem!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1978

De Wekker | 8 Pagina's