Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kleine cirkel van de trouwring (V, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kleine cirkel van de trouwring (V, slot)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor het antwoord op de vraag welke weg de gemeente van Christus heeft te gaan met gevallen van echtscheiding of bij dreiging daarvan, zou simpelweg kunnen worden volstaan met verwijzing naar onze kerkorde, met name naar artikel 70 sub 4. Voor een juist begrip van de daarin voorkomende bepalingen zou bovendien kunnen worden aanbevolen er de acta van de generale synode van onze kerken van 1959 (pag. 199-213) op na te slaan. Op deze synode diende een uitvoerig rapport van deputaten voor de bestudering van de kerkelijke houding inzake echtscheiding en tweede huwelijk, een rapport waarin bijzonder veel Schriftgegevens en historische informatie waren samengebracht. Twee richtlijnen die deputaten aan de synode van 1959 voorstelden en die men in artikel 70 van de kerkorde terugvindt, luidden:
1. de kerk zal nooit mogen aandringen op echtscheiding, noch die adviseren; zij zal integendeel moeten wijzen op de noodzakelijkheid van bekering ten opzichte van datgene wat het huwelijk heeft ontwricht of dreigt te ontwrichten, opdat er verzoening tot stand kome; de kerk zij verkondigster van de vergevende liefde Gods in en door Jezus Christus, en van de mogelijkheid van huwelijksherstel door de vernieuwende kracht van Gods Geest en genade; pastorale bearbeiding en adviezen kunnen hier, onder Gods zegen, leiden tot herstel van gebroken verhoudingen;
2. indien echtscheiding plaatsvindt op volgens de kerk onschriftuurlijke gronden, zal de kerkelijke tucht moeten worden toegepast op de schuldige partij(en).
Twee richtlijnen waarmee men het eens kan zijn wanneer men er vanuit gaat dat de Goddelijke openbaring voor het huwelijksleven maatgevend moet zijn. In wat het Woord van God zegt zal in alle gevallen van kerkelijk handelen bij huwelijksproblemen het uitgangspunt moeten worden gekozen. Voor sommigen betekent dit dat de boodschap die de kerk mensen in een gebroken huwelijkssituatie heeft voor te houden op een korte formule kan worden teruggebracht. „Gij zult niet echtbreken", tenzij de zonde van ontrouw in het geding zou zijn. Het Evangelie verbiedt echtbreuk, welnu dan dienen man en vrouw hun huwelijk tot elke prijs in stand te houden en zich te bekeren van de dingen die eenzijdig of wederzijds aanleiding tot verwijdering hebben gegeven. Zij kunnen daarbij worden aangesproken op hun voor de overheid afgelegde trouwbelofte, waarover zij in de samenkomst van de gemeente Gods zegen hebben ingeroepen. Zij mogen daarbij bemoedigd worden door de zekerheid dat wie in de gezindheid van Christus een nieuw begin probeert te maken, daarin ook zal slagen. God kan helen wat mensen hebben geschonden. Het gebed van de gemeente kan daarbij van grote betekenis zijn.

Meer bidden, minder praten
Ik vermoed dat er maar weinig lezers zullen zijn die het met het vorengaande niet eens zijn. Maar alles is er niet mee gezegd. In gebroken huwelijksverhoudingen kan van de boodschap van het Evangelie in vorenbedoelde zin onder Gods zegen soelaas worden verwacht. Dat zal met name zo kunnen zijn in gevallen, waarin de oorzaken van de gestoorde verhouding kunnen worden overzien, waarin de zonden kunnen worden aangewezen en waarbij aan de betrokkene(n) kan worden voorgehouden op welke punten zij zich onder de correctie van het Evangelie moeten stellen. Er kan sprake zijn van ontrouw, van jaloezie, van een al te dominante opstelling van één van belde partners, van misverstanden, van verschil in inzicht met betrekking tot de opvoeding van de kinderen. Wanneer de ambtsdragers er in zijn geslaagd achter de gebroken situatie te kijken, wanneer het hen is gelukt op behoedzamen en discrete wijze achtergronden en oorzaken te inventariseren, dan kunnen zij vanuit de aanwijzingen die het Evangelie aanreikt, trachten wat scheef ligt recht te trekken en wat gebroken is te helen. Hebben zij er alleen weet van dan zal hun persoonlijk en ambtelijk gebed daaraan ondersteuning kunnen geven. Zijn meerderen in de gemeente er mee op de hoogte - en in de regel is dat zo - dan mag worden verwacht dat die ingewijden met hun gebeden de ambtelijke activiteiten zullen ondersteunen. Er voor bidden heeft meer waarde dan er over praten en als aan het laatste niet is te ontkomen dan is het maar de vraag hoe we er met anderen over bezig zijn.

De kracht van het Evangelie is groot
Maar de hardigheid van het hart evenzeer. Er zijn geen statistieken beschikbaar waaruit af te lezen valt in hoeveel vastgelopen christelijke huwelijken het Evangelie een nieuw begin mogelijk maakte en waarbij men het onder Gods zegen tot het einde van de rit met elkaar onder redelijke of misschien zelfs gelukkige omstandigheden wist te volbrengen. Persoonlijk ben ik daarover niet al te optimistisch.
Bij gestoorde huwelijksverhoudingen heeft men erg vaak te doen met mensen die de geestelijke instelling missen om niet alleen de ander maar ook zich zelf onder de kritiek van het Evangelie te stellen. De onwil, de afkeer het onweerstaanbare verlangen naar een relatie met die ander en wat er verder in het onbekeerlijke hart allemaal huizen kan, kunnen zo groot zijn dat de aanspreekbaarheid op het Evangelie minimaal is of zelfs geheel ontbreekt. Welnu, in gevallen waarin de pogingen tot herstel die vanuit het Evangelie worden ondernomen, stuk lopen op aperte onwil, zal de kerkelijke tuchtoefening, die al inzette bij de eerste vermaning, in al haar consequenties voortgang moeten hebben. Ambtsdragers onder de lezers, die graag iets zouden willen lezen over pastorale begeleiding bij gevallen van echtscheiding, wil ik graag verwijzen naar een artikel van ds. H. Biesma over dit onderwerp in Ambtelijk Contact van april 1977.

Geestelijke onvolgroeidheid
Eenvoudig ligt het met die tuchtoefening overigens niet. De gemeente van Christus wordt namelijk ook geplaatst voor gevallen van gestoorde huwelijksverhoudingen waarbij de oorzaak dieper ligt dan duidelijk aanwijsbare zonden of tekortkomingen van één of beide huwelijkspartners. Men kan zich natuurlijk op het standpunt stellen dat elke onvolkomen situatie in ons leven, dat al ons menselijk falen teruggaat op en voortvloeit uit ons zondige bestaan en dat wij er daarom altijd voor verantwoordelijk kunnen worden gesteld. In zijn algemeenheid is dat natuurlijk juist, maar ik durf toch te stellen dat er met name op het vlak van de huwelijksmoeilijkheden gevallen aan te wijzen zijn die vooral een zorgvuldige beoordeling en niet al te snel een veroordeling vragen. Ik denk aan mannen en vrouwen die rond hun 40ste jaar met hun huwelijk in woelig water geraken, zonder dat de oorzaken direct duidelijk aanwijsbaar en beredeneerbaar zijn. In hoeveel gevallen hangen de moeilijkheden n/et samen met een zekere onvolgroeidheid van de persoonlijkheid van één der partners, hierin uitkomend dat men er niet in geslaagd blijkt te zijn het vermogen te ontwikkelen met de ander en met anderen warme en gelijkwaardige relaties aan te gaan. Men mist de instelling om de ander als een unieke persoonlijkheid te accepteren, zonder hem of haar naar eigen model te kneden. Men zou het een gebrek aan sociale intelligentie kunnen noemen. Dat kan een kwestie van karakter zijn. De opvoeding in de kinderjaren kan de vorming van de persoonlijkheid op dit punt kwaad hebben gedaan. En nu kan het Evangelie in mensenlevens veel tot stand brengen, maar totale omvorming van het karakter is lang niet altijd haalbaar. Het best bereikbare is dat het de scherpe kanten ervan bijslijpt, hoorde ik een oude gelovige eens opmerken. Ik geloof dat het waar is.

Crisis van de middelbare leeftijd
Spanningen binnen het huwelijk kunnen zich ook toespitsen wanneer bij de man of de vrouw of bij beiden zich de crisis van de middelbare leeftijd aandient. De emotionele problemen die daarmee gepaard gaan kunnen huwelijksmoeilijkheden extra verscherpen. Bij de woorden „crisis van de middelbare leeftijd" moet men niet allereerst of alleen denken aan onaangename fysieke verschijnselen, met prikkelbaarheid en humeurigheid als neveneffecten, maar veel meer aan een sterk gevoel van onvoldaanheid omdat men op een punt is aangekomen waarop men de illusies van de jeugd moet laten varen, waarop de realiteit van het leven zich sterker gaat opdringen en waarbij men moet leren leven met de gedachte dat de toekomst alleen nog maar oud worden en sterven in petto heeft. Dat brengt soms conflicten mee, naar binnen en naar buiten. Wat is het fijn als de Kerk in zulke gevallen een heilzame handreiking vanuit het Evangelie kan doen, een handreiking waaruit grote liefde, wijsheid en geduld spreekt. Maar het gebeurt ook dat zo'n situatie vanuit het Evangelie niet onder schot is te krijgen, eenvoudig omdat de complexiteit van de verstorende factoren zo groot is dat herstel onmogelijk is geworden. Dan moet het ten langen leste tot een beslissing komen.

De kerk mag niet tot scheiding aanzetten
Natuurlijk niet. Tot het laatste zal zij naar openingen moeten zoeken die de mogelijkheid van herstel bieden. Maar er kan een moment aanbreken waarop langer voortleven in de bestaande situatie onverantwoord en het Evangelie onwaardig is. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er ook kinderen bij betrokken zijn. Ik ken gezinnen met huwelijksmoeilijkheden, waarbij de situatie thuis zo onhoudbaar werd (overigens zonder dat vader en moeder vechtend over straat rolden), dat de kinderen aandrongen op scheiding, omdat alleen die maatregel weer een leefbaar klimaat voor hen zou scheppen. De kerk mag die maatregel niet aanmoedigen. Wel zal zij zich in de uiterste situatie bij de onontkoombaarheid ervan moeten neerleggen. Met die onontkoombaarheid kan men als kerk bijvoorbeeld al zeer sterk worden geconfronteerd wanneer de verstoring van het huwelijk teruggaat op psychiatrische afwijkingen bij één van de partners. De medische indicaties kunnen zo zijn dat uiteen gaan, gerekend naar alle omstandigheden, als de enig juiste oplossing moet worden gezien. Nogmaals gezegd, de kerk mag die beslissing nooit zelf nemen. Wel zal zij op grond van een zorgvuldige weging van alle omstandigheden in bepaalde gevallen moeten durven concluderen dat andere oplossingen practisch gezien niet te realiseren waren.

Aard en graad van de tuchtoefening
Voor de kerk is het niet gemakkelijk in situaties van echtscheiding of dreiging daarvan op de juiste wijze de kerkelijke tucht te hanteren. De gelegenheid daartoe wordt haar soms ontnomen. In sommige gevallen lossen de problemen zich op (als men daarvan mag spreken) door dat de betrokkenen zich aan het pastorale opzicht ontrekken. Men verbreekt de band met de kerk of men vestigt zich elders, waardoor de moeilijkheden naar de kerk in de nieuwe woonplaats worden verplaatst. Soms is dat begrijpelijk, met name wanneer men een stuntelige, weinig overtuigende en in elk geval weinig bewogen begeleiding in zijn of haar moeilijkheden ondervond. Vaak steekt er echter een stuk verharding achter, een weigering om zich door het Evangelie te laten gezeggen. De aard en de graad van de tuchtoefening in situaties van echtscheiding zullen in deze zin nuances moeten kennen, dat zij duidelijk zijn gerelateerd aan en gebaseerd zijn op een zorgvuldige analyse van de omstandigheden die tot de ongelukkige beëindiging van een huwelijk zullen leiden of geleid hebben. In gevallen waarin bij één of beide partners van duidelijk aanwijsbare zonden of ernstige tekorten sprake is ligt het misschien wel moeilijk maar in elk geval ook duidelijk. Er zijn situaties waarin niet duidelijk te beredeneren oorzaken de zaak onduidelijk en daarom extra moeilijk maken. Er kunnen zelfs situaties zijn waarin de oorzaken in meer of mindere mate „buiten de wil en de macht" van de huwelijkspartners liggen.
Uit alle tuchtoefening die de gemeente van Christus op dit vlak onderneemt moge altijd duidelijk blijken dat er ook voor dit falen van zondige mensen bij God in Christus vergeving is. De liefde waarmee de gemeente mensen met huwelijksmoeilijkheden omringt kan daarvan wel een bewijs zijn.

Na al het geschrevene over dit onderwerp zouden wij kunnen vergeten ons er over de verheugen dat velen, zowel binnen als buiten de kerk, nog altijd mogen ervaren dat binnen de cirkel van de trouwring behalve veel zorgen en spanningen ook veel vreugden besloten liggen. Als dat ook onze persoonlijke ervaring mag zijn moeten we daar God maar erg dankbaar voor zijn.

Den Haag, D. Koole

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1978

De Wekker | 8 Pagina's

De kleine cirkel van de trouwring (V, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1978

De Wekker | 8 Pagina's