Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Achterhaalde vraag? (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Achterhaalde vraag? (III)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit derde artikel over een achterhaalde vraag - ben ik werkelijk een kind van God of moet de prediking er van uitgaan dat het met de gemeente in orde is? - willen we enkele gevolgen aangeven als men er van uitgaan dat deze vraag inderdaad achterhaald is.

Verschraling
Een eerste gevolg is wel een verschraling van de prediking.
Verschraling is een begrip dat de laatste jaren gebruikt wordt om de lage stand van het geloofsleven in het midden der kerken aan te geven. In het „Woord vooraf" van het boek „Vervlakking en verschraling" - auteur C. de Bondt; uitgave Gebr. Zomer en Keuning te Wageningen z.j. - wordt het intensievere gebruik ook van dit woord toegeschoven aan een speciaal rondschrijven van de Leeuwarder Synode van de Geref. Kerken, waarin deze woorden werden gebruikt.

Het kan bij enig nadenken duidelijk zijn wat er mee bedoeld wordt. Een duidelijke omschrijving vinden we nog in geen woordenboek. Schraal is mager, karig, niet overvloedig; van onstoffelijke zaken: armzalig, mager - b.v. schrale troost is troost waar men niet veel aan heeft.
Verschraling is het proces van verschralen. Als het over de prediking gaat betekent het dat het geestelijke gehalte gaat dalen; dat er minder geestelijk voedsel in te vinden is en de gemeente er niet te veel aan heeft omdat die prediking de honger van de gemeente niet peilt, en dienovereenkomstig steeds minder biedt.

Wanneer men er nu praktisch van uitgaat dat de gemeente er is en de geloofsbeleving, ook naar de kant van strijd en aanvechting - en die kan van gevarieerde aard zijn - niet aan de orde wordt gesteld, hetzij door een eenzijdige tekstkeuze hetzij door een eenzijdige schriftuitleg - dan gaat de prediking vermageren. Er kunnen dan en zullen dan nog wel veel ware dingen worden gezegd - stel je voor dat er zeer duidelijke onware dingen werden gezegd; dan wist de gemeente waar ze aan toe was! - maar er worden juist niet die dingen gezegd die geestelijk gezien hout snijden; die aansluiten bij de werkelijke toestand van de gemeente. Dat kan een geleidelijk proces worden, zelfs zo dat velen het niet eens meer merken en er mee verzoend raken onder het argument: we leven nu in andere tijden; alles verandert, dus ook de prediking; waarom zouden we ons druk maken?
Dit geruisloze proces van verandering is bepaald ondermijnend voor het onderscheidingsvermogen van diverse gemeenteleden en ambtsdragers. Zo kan de situatie ontstaan (door deze verschraling van de prediking) dat gemeenteleden, die kennis gemaakt hebben met een prediking waarin geen aanbod van genade klonk - ook een verschrikkelijke verschraling en verarming van de prediking! - nu moeten zeggen bij het horen van de getekende verschraalde prediking; hierin is ook geen aanbod van genade meer te vinden, want er behoeft de gemeente niets meer te worden aangeboden!
De uitersten raken elkaar, zij het uit geheel tegengestelde motieven en zij die tussen die uitersten bewust inzitten voelen zich ongelukkig en vragen zich af: waarheen?

Gearriveerdheid
Een tweede gevolg is de geestelijke gearriveerdheid van de gemeente. Immers een prediking, die geen vragen meer stelt en er van uitgaat dat het met de gemeente van onze Here Jezus Christus wel in orde is en daarvan uitgaat, moet aan de gemeenteleden na korter of langer tijd wel de indruk geven dat ze het als gemeente ver gebracht hebben.
Geestelijk is men feitelijk gearriveerd; men is er.
Weliswaar blijkt dat niet uit het geestelijke leven van de gemeente. Een goed geestelijk gesprek is vaak maar moeilijk te voeren.
Het aantal Avondmaalgangers neemt toe, maar steeds meer lees je de klacht: een behoorlijk percentage Avondmaalgangers laat in de tweede dienst op de Avondmaalszondag verstek gaan.
Een bewijs van deze gearriveerdheid is ook dat men steeds minder behoefte blijkt te hebben aan twee keer naar de kerk gaan.
Een teken van die gearriveerdheid kan ook zijn dat er steeds minder behoefte en begeerte is om te getuigen van de hoop die in de christenen is. Men heeft het toch zelf - nu dan?

Een ander symptoom van geestelijke gearriveerdheid is de verslapping in de strijd tegen de zonde. Er kan hoe langer hoe meer mee door. Vele predikanten schrikken wanneer ze onverhoeds eens naar de lektuur kijken die in de huizen van hun gemeenteleden te vinden is. En niet te vergeten: hoevelen, die zich christenen noemen, zijn slaven van de beeldbuis geworden en worden door programma's geïnfecteerd, die een geest ademen, die moeilijk in overeenstemming is te brengen met de vreze des Heren.
In Filippenzen 2: 12 spreekt Paulus over het met vrezen en beven eigen zaligheid bewerken. Het gaat nu niet over het verband tussen vers 12 en 13 (stroom en bron) maar over „met vrezen en beven". Daarmee is zeker niet bedoeld een wezel - en dientengevolge vaak kwezelachtige levenshouding. Maar wel: het heilige respect en de tere eerbied voor de Here en Zijn wetten en daarom een nauwgezette levenswandel, wetend van de macht der zonde en de invalspoort die in ons aller hart aanwezig is.
Juist daar waar de permanente strijd niet gepredikt wordt, maar de gearriveerdheid de ondertoon is van de prediking, zal dat vrezen en beven verdwijnen met al de gevolgen daarvan voor de stand van het geloofsleven.

Spiritualiteit
Een ander gevolg van de geschetste benadering van de gemeente - de gemeente die er is, al moet ze zich wel van bepaalde zonden telkens weer bekeren - is dat zich een andere spiritualiteit gaat aftekenen. Het is niet zo gemakkelijk om precies weer te geven wat we daar precies onder verstaan.
C. Aalders wijdde er een uitvoerige studie aan - nr. 31 van de Praktisch Theologische Handboekjes - met als ondertitel: over geestelijk leven vroeger en nu. Een paar jaar later verscheen de bundel „Luisterend Leven" met als ondertitel: studies over evangelische spiritualiteit.
Juist deze week las ik een kort artikel van dr. K.J. Kraan over de vraag: Wat is spiritualiteit? (Vuur, nov. 1978) waarin hij vijf betekenissen aangeeft. Misschien is de meest neutrale en meest begrijpelijke deze: spiritualiteit is de wijze waarop men zijn geloof beleeft. We zouden daar aan kunnen toevoegen: de wijze waarop men zijn geloof beleeft wordt mede bepaald door de wijze waarop de geloofsbeleving wordt voorgesteld en deze spiritualiteit kristalliseert zich in een eigen geestelijk klimaat.
Als het werkelijk waar is dat de in deze artikelen bedoelde kwestie achterhaald is dan krijgen we langzaam maar zeker een andere spiritualiteit.
Werd de vroegere spiritualiteit gekenmerkt door afhankelijkheid, vertrouwen, verwachting, ernst maken met en strijden tegen de zonde, de begeerte dat Christus een gestalte zou innemen in het leven - daarom de toeleiding en de toevlucht tot Christus, de vreugde in het uitstallen van de rijkdom van Christus, het leven uit Hem - bij de veranderde spiritualiteit komt er een andere toon en geest: zelfverzekerd, veel minder afhankelijk, minder teer, grote vrijmoedigheid in geestelijke zaken, aktivistisch - dus sterke nadruk op het willen en doen van de christen; meer nadruk op de heiliging dan op de rechtvaardiging; meer prediking van Christus als Vernieuwer dan als Verzoener; meer Jezus als Vriend dan Christus als Borg aanprijzen en nodig hebben; eenzijdige nadruk op de roeping naar buiten ten koste van zorg voor het innerlijke leven.
Het is maar een zoeken naar woorden om enigszins aan te geven waar het om gaat en welke zaken gaan spelen wanneer men komt tot een idealistische beschouwing en benadering van de gemeente.
Het is begrijpelijk dat dit nog weer andere gevolgen heeft in de praktijk, maar daarover een volgende keer D.V.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Achterhaalde vraag? (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1978

De Wekker | 8 Pagina's