Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De liefde van God (V, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De liefde van God (V, slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods naijver
Gods liefde en toorn zijn in de Schrift geen tegenstellingen. Ze zijn met elkaar niet in strijd. In het voorgaande artikel werkte ik dit reeds nader uit. Men zou kunnen zeggen dat Gods toorn zijn gekrenkte liefde is.
Gods toorn gaat over de zonde, die ten diepste ontkenning en afwijzing is van de liefde van God. Wij zondigen tegen een goed en liefdevol God, die niet onze dood wil, maar ons behoud. We kunnen ook zeggen, dat Gods toorn de keerzijde van zijn liefde is. We kunnen dit ook benaderen vanuit de eigenaardige wijze, waarop in de Schrift gesproken wordt van de naijver van God en dat gezegd wordt, dat Hij een naijverig God is. In de Statenvertaling wordt steeds gesproken van de ijver van God en wordt gezegd dat Hij een ijverig God is. In de N.V. wordt zowel gesproken van Gods naijver (bv. Deut. 32: 21; 1 Kon. 14: 22 e.a.) als van Gods ijver (2 Kon. 19: 31; Jes. 9: 6). In de grondtekst staat steeds hetzelfde hebreeuwse woord.

Het is niet eenvoudig dit grondwoord op de juiste wijze in het nederlands te vertalen. Het woord „naijver" doet zo gemakkelijk denken aan afgunst en jaloezie. Het is de ander iets niet gunnen om het zelf te bezitten. Het woord „ijver" doet denken aan inspanning, zich ergens voor inzetten. Het heeft ook iets te maken met toewijding, liefde en trouw. „IJverig" zijn wil zeggen iets doen met volharding, ook met liefde en trouw. Dat zit ook in het bijbelse woord. Er zit zowel iets in van „naijver" als van „ijver", maar men moet er elke menselijke gedachte verre van houden. In de menselijke sfeer heeft het woord „naijver" vaak een ongunstige betekenis. Het is jaloers zijn. Zo was Rachel jaloers op Lea, omdat deze kinderen kreeg en zij niet (Gen. 30: 1) en waren de broers jaloers op Jozef, die zulke mooie dromen had (Gen. 37: 11). Jaloersheid is een groot kwaad, waaraan uiteindelijk de mens te gronde gaat. De spreukendichter zegt dat jaloezie vertering voor de beenderen is (Spr. 14: 30).

IJver kan ook ongunstig zijn, als men er eigen eer mee bedoelt, maar in de meeste gevallen beschouwen we ijver toch wel als een deugd.
In de bijbel wordt het woord ook gebruikt voor de liefde van een echtgenoot. Hem overkomt „de geest van jaloersheid" als zijn vrouw gemeenschap met een ander heeft. Hij gunt zijn vrouw aan die ander niet (Num. 5: 14). Dat is niet een kwestie van misgunnen slechts, maar van liefde. Omdat hij zijn vrouw liefheeft gunt hij haar de ander niet. Het zou juist liefdeloosheid en onverschilligheid ten aanzien van zijn vrouw zijn, als hij haar gewillig aan de ander liet. Zijn liefde verbiedt hem dit. Zijn naijver, zijn jaloezie komt voort uit zijn liefde, wordt door zijn liefde opgewekt. Daarom gunt hij zijn vrouw aan een ander niet. Naijver staat in de bijbel dan ook soms voor liefde. In het boek Hooglied wordt van de liefde gezegd dat ze sterk is als de dood en de hartstocht (ijver, jaloezie) is onverbiddelijk als het dodenrijk of het graf (6: 8). Wat hier „hartstocht" heet is het zelfde als „naijver", het is de machtige, onuitblusbare, onweerstaanbare liefde, waarmee het voorwerp van de liefde wordt vastgehouden en niet aan een ander wordt gegund. Hier is de echte liefde werkzaam, die, wanneer ze niet beantwoord wordt, in haar keerzijde, de toorn en de wraak, kan omslaan.
De spreukendichter noemt de jaloersheid, d.i. de hartstochtelijke, onweerstaanbare liefde van de man een vuurgloed, maar als die omslaat in wraak kent ze geen mededogen. (Spr. 6: 34).
Op deze wijze komen wij de „naijver" of - „ijver" van God op het spoor. Hij heeft niets met afgunst in egoïstische zin van doen. Van God is elke zonde verre. Heeft evenmin wat te maken met jaloezie, die blijkens allerlei mythologische verhalen de goden der heidense volken kunnen koesteren jegens mensen als het deze goed gaat. Gods „naijver" is zijn liefde, waardoor Hij niet toestaat, dat zijn volk andere goden dient. Hij verbindt het in liefde aan zich. Het verbond van God met Israël wordt dikwijls vergeleken bij een huwelijksgemeenschap. God wil zijn volk houden voor zichzelf. Dat is zijn liefde.

Hij zegt in zijn wet, dat zijn volk geen andere goden mag dienen of zich daarvoor neerbuigen, „want Ik, de HERE, uw God ben een naijverig God" (Ex. 20: 5). God houdt het volk voor geen andere goden te dienen, want het volk zal daarmee bedrogen uitkomen. God zegt het tot heil van zijn volk. Dat is zijn liefde.

Het is zijn liefde dat Hij zich geeft aan zijn volk tot heil van het volk. Maar zijn liefde betekent niet alleen dat Hij zich geeft aan zijn volk, maar ook dat het volk zich geheel zal geven aan Hem. Hij wil het volk ten volle bezitten. Hij kan het om zo te zeggen niet uitstaan dat het zich zal geven aan anderen. Dat duldt echte liefde niet. Maar liefde kan ook omslaan in toorn, als liefde niet beantwoord wordt. Israël verwekt de naijver van God door afgoderij en beeldendienst (Deut. 32: 16, 21; 1 Kon. 14: 22; Ps. 78: 58). Dat blijft niet ongestraft. Daarom heet Gods naijver ook een brandend vuur (Ps. 79: 5). Gods toorn en zijn naijver komen op één lijn te staan (Deut. 29: 20). Gods toorn is maar niet een gril. Hij is vertrapte, miskende liefde.

In Gods naijver openbaart zich Gods toorn als gekrenkte liefde. En die toorn openbaart zich niet alleen aan Israël, maar aan alle volken. Zefanja zegt dat door het vuur van Gods naijver de ganse wereld zal verteerd worden (Zef. 1: 18; 3: 8). God toornt over de ganse mensheid, omdat de ganse mensheid zijn liefde heeft miskend.

Maar diezelfde naijver beweegt Hem ook weer tot verlossing van zijn volk. In Jes. 63: 15 staan Gods naijver en zijn machtige daden tot verlossing van zijn volk parallel. Daarin komt Gods naijver uit dat Hij zijn volk aan anderen niet gunt en aan het verderf niet prijsgeeft. Gods naijver is in datzelfde vers ook synoniem met Gods bewogenheid en ontferming. Het is zijn liefdesijver, waarmee Hij zich inzet tot redding van Juda en Jeruzalem (Zach. 1: 14; 8: 2). En dat eenmaal het messiaanse rijk komt en dan al Gods beloften in vervulling gaan, daar is Gods naijver de garantie voor (Jes. 9: 6). Het is de machtige liefdesijver, waardoor Hij zijn eer en zijn volk en de hele aarde niet aan anderen gunt.
Gods liefdesijver is er ook garant voor, dat ieder die zich tot Hem bekeert aan zijn liefde niet behoeft te twijfelen. Het is zijn liefde, waardoor Hij ons allen voor zich opeist. Daartoe gaf Hij zijn Zoon. Daarom gaat zijn evangelie door de hele wereld. Maar de keerzijde van Gods liefde is zijn toorn. Gods naijver heeft twee kanten. Hij is hartstochtelijke liefde tot verlossing en om mensen geheel voor zich te bezitten, maar ook zijn brandende toorn, wanneer zijn liefde niet beantwoord wordt.

Nog eenmaal de vragen
Ik denk dat in het voorafgaande de antwoorden op de vragen, die de briefschrijver mij stelde, gegeven zijn. Ik zocht die antwoorden in de gegevens der Schrift en deed het in een paar artikelen, omdat ik dacht dat ook anderen er belang in zouden kunnen stellen. Uit enkele reacties is mij gebleken, dat dit ook inderdaad het geval is.

Men kan zeggen dat Gods liefde uitgaat tot de hele wereld. Daar is de gave van Christus als de Heiland en het Licht der wereld het bewijs van. Dat wordt straks weer de rijke verkondiging, de blijde boodschap van kerstfeest. Alle mensen worden opgeroepen in die liefde te geloven en zich tot die liefde te bekeren. Velen twijfelen aan de liefde van God. Hoe kan God, als Hij liefde is, alle ellende in deze wereld verdragen? Hoe gaat Gods liefde samen met zovele lijden in één mensenleven soms? Hier kunnen we zeker van zijn. Gods liefde haat alle ellende in deze wereld. Hij wil niet dat de mens verloren gaat. Hij zond zijn Zoon ter verlossing. Nog gaat het door veel diepten en ellenden heen. Nog zijn er vele vragen en angsten, vertwijfelingen en aanvechtingen. Toch mogen we ondanks alles en dwars door alles heen van Gods liefde zeker zijn. We worden uitgenodigd tot die liefde onze toevlucht te nemen en op die liefde te vertrouwen. Die liefde mag onze troost en ons houvast zijn in het leven en in wat ons ook treft. En we mogen tot God gaan als zondige mensen. Tot zondaren doet God zijn liefde uitgaan. Niet slechts aan mensen die zich hun zonde bewust zijn.

Dan zou Gods liefde afhankelijk zijn van onze bekering en ons schuldbewustzijn. Het is juist andersom. Ons schuldbewustzijn en onze bekering worden door de liefde van God opgewekt. De grond van onze zekerheid hoeven we dan ook nooit te zoeken in onze bekering of in de mate van onze zondekennis, maar in de liefde van God, zoals ons die in Christus is geopenbaard en verkondigd wordt. Wel is het de weg waarin wij tot Gods liefde de toevlucht nemen, maar de weg is de grond niet. Steeds mogen we onze zekerheid zoeken in de liefde Gods. Maar die aan de liefde van God voorbijgaat, Gods toorn blijft op hem. Die toorn staat niet los van zijn liefde. Zijn toorn is gekrenkte en miskende liefde. Maar die zich bekeert mag van Gods liefde zeker zijn. God haast zich om zijn liefde te schenken, alle zonden te vergeven. God heeft een vreugde in zijn liefde. Een ogenblik duurt zijn toorn, maar een leven lang zijn welbehagen (Ps. 30: 6). In een uitstorting van zijn toorn heeft Hij zijn aangezicht een ogenblik verborgen, maar met een eeuwige goedertierenheid ontfermt Hij zich (Jes. 54: 8). Zijn liefde duurt in eeuwigheid

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1978

De Wekker | 12 Pagina's

De liefde van God (V, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1978

De Wekker | 12 Pagina's