Advent
Stilaan heeft het mij aangeraakt
zoals een windzucht doet de struiken
en als een knop in 't eerst ontluiken
zo stil en pril is het ontwaakt
Nu is het er en groeit maar voort
er is geen stilstand in dit komen
maar immer voortgang zonder schromen
tot waar een ster mij tegengloort
Het groeit en houdt mij naar het licht
ik draag het wijl het mij gaat dragen
door deze donk're winterdagen
naar Bethlehem, naar 't blij bericht
Het groeit tot waar het aan het end
totdat dit uitzien, dit verbeiden
in immer, immer meer verwijden
aanschouwen wordt, want 't is advent.
J. v. Veen-Nusmeijer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1978
De Wekker | 8 Pagina's