Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitzicht door het venster van de hoop (4)

Bekijk het origineel

Uitzicht door het venster van de hoop (4)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Belemmerd uitzicht
De levende hoop, waarmee het geloof, dat door de liefde werkzaam is, ankert in de levensgrond in het binnenste heiligdom bij God, geeft blijde zekerheid. Ze doet in het leven het oog lichtend uitzien naar datgene wat wacht, naar de volle vervulling van Gods beloften achter de einder van de tijd. De hoop doet met blijde geloofsmoed verder gaan zelfs op het doornig en smalle pad van kruis, verdriet en zorg in dit leven.
Die hoop, doet al ons leed immers verzachten. Want al wat God heeft weggelegd voor hen die Hem vrezen, zijn het geen onuitsprekelijke rijkdommen in een wereld waarin straalt, wat geen oog heeft gezien, en wat geen oor heeft gehoord weerklinkt? Het klimt zelfs niet op in het meest fantasierijke mensenhart, de rijkdom die wacht!
Gods kinderen gaan sterven om eeuwig schatten te erven!

Maar - wat merk je daar nu van? Wanneer is dat uitzicht nu eens helder?
Waarom straalt die vreugdevolle verwachting nu niet helderder door in het leven van Gods kinderen, die weten - het is voor hen toch geen onbewuste gang? - dat ze „op weg en reis zijn naar Gods eeuwigheid"?
Is het niet omdat dat venster der hoop zo vaak beslagen is en er allerlei veelsoortige oorzaken kunnen zijn, dat er helemaal geen uitzicht is!
Een slordig leven, een verachteren in de genade, een tegen beter weten in de gemeenschap met de Here blokkeren door vast te houden aan een zondige wandel of levenshouding, of - verhouding? Een jagen naar de rijkdommen van geld en goed, een zichzelf handhaven ten koste van anderen en zelfs soms in onenigheid en niet-vergevensgezind voortleven . . . er kunnen zoveel oorzaken zijn die de Geest bedroeven en deswege het uitzicht der hoop versluieren.
Toch, afgedacht van dit alles, kan er in het leven van hen die de Here vrezen nog een andere oorzaak liggen, dat de vreugde van de verwachting niet doorbreekt! Omdat ze geblokkeerd wordt door de angst voor de dood!
Een verschijnsel dat je als pastor in veler leven ontdekken kunt.
Paulus schrijft in zijn tweede brief aan de gemeente van Corinthe ook over het sterven. Zo menigmaal met de dood van dichtbij geconfronteerd, zegt de apostel dat hij goede moed heeft ook als het sterven gaat komen!
Maar dat sterven is een langdurig proces!
Wij zien het in feite vaak als het afknappen van de laatste levensdraad waarop we door die laatste en donkere poort de eeuwigheid binnen gaan en dood zijn. Dan is het proces voltooid.
Maar dat stervensproces begint in werkelijkheid al veel en veel eerder in ons leven. Het is wel een vernederende en onze hoogmoed temperende gedachte maar de werkelijkheid is dat reeds op de hoogte van ons leven, dat wil zeggen als wij denken nog een heel leven voor ons te hebben in onze beste en drukste jaren, er al een begin is van slijtage van onze organen, van afbraak - hoe miniem ook - van onze kracht, van verminderde functionering. Alleen als het wat sterker vormen gaat aannemen en we het voor onszelf gaan merken en soms zelfs voor anderen ook niet meer ontkennen kunnen - willen we (moeten we) wel erkennen dat we toch een jaartje ouder worden. Het gaat dan meestal wat vriendelijk: ik ben ook zó jong niet meer. . . „jong" zei u? Maar u bedoelt, al ontwijkt u dat woord nog, ik word oud . . . en? Het stervensproces, de afbraak laat zich langzamerhand gelden - en dat willen we niet en dat wekt angst, angst voor wat komt, voor het ongewisse, voor de dood . . .Ja maar de Here heeft toch beloofd . . . Jazeker, dat geloven we ook wel, maar die laatste vijand zie je!
Laten we trachten even de gedachtegang van Paulus te volgen in 2 Cor. 4 en 5. Hij schrijft over het uitnemende voorrecht van de kennis van de Here Jezus Christus, en het licht dat de Heilige Geest doet opgaan, zodat we verlicht worden met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus.
Het zijn gouden uren voor het zo vaak bevend en schuchter hart als het zó in de Here Christus de trouw, de genade, de vastheid der liefde verankerd in God mag zien en smaken, dat als iets van de hemel open gaat. Iets, - ach ja - we zien hier nog zo in die beslagen spiegel en het is nog niet een zien van aangezicht tol aangezicht! Maar dat iets - die heerlijkheid, dat leven zonder tranen en ziekten, zonder kruis, verdriet en moeiten, dat leven dat komt zo als de bijbel het steeds laat zien in het licht van het feest, de bruiloft, kan een heimwee doen klimmen in het leven van hen die al meer zich hier beneden een vreemdeling gaan gevoelen.
Maar de apostel weet er wel van mee te praten, die genadeschat dragen we nog in aarden vaten (2 Cor. 4:7).
Wie zijn wij, tijdelijke mensen in allerlei druk en benauwdheid, vervolging en verlegenheid ingeklemd? Gaat het in de strijd van alle dag, die we door genade toch hebben leren strijden, niet met vallen en opstaan?
Maar als je dan in die strijd in dit leven het niet op de been kunt houden, je valt, je wordt ter aarde geworpen en dreigt onder te liggen - daar de vijand je te sterk is . . . dan is het toch geen verloren zaak!
Zelfs niet als de dood zijn schaduwen zo dringend dichtbij laat sluipen, dat het je beangsten kan! Dat is toch de levensweg van allen die Hem volgen, die hèt Kruis droeg? Zij gaan toch de kruisweg onderworpen aan de dood. Paulus weet er van mee te praten! Voortdurend worden wij aan de dood overgeleverd, om Jezus' wil - opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare (2 Cor. 4:11).
De levensoverwinning van de Here Jezus, de zekerheid dat Hij die dood geweest is nu leeft komt openbaar in de uitreddingen, de onverwachte uitkomsten, genezingen en hulp, ontkoming aan en uit allerlei gevaren - het geeft alles als bewijs dat we een levende Heiland hebben die de dood overwon, de apostel toch weer moed!
Immers wij weten, Hij die Jezus heeft opgewekt zal ook ons met Jezus opwekken en - (ook ú deelt in die levensoverwinning der genade) - en (ons) mét ú voor Zich stellen.
Paulus' geloof leeft uit de zekerheid van de overwinning van het leven op de dood - ook als hij nog is in dat breekbare aardse vat! Immers hij heeft een levende Heiland - het is Pasen geweest!
Daarom verliezen wij de moed niet (vrs. 16) maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd!
Is dat dan niet erg dat „verval van de uiterlijke mens", dat ben je toch zélf, die minder gaat worden. Och - schrijft hij - die verdrukking is maar een lichte last, wat is het alles maar kort van duur en betrekkelijk van waarde in het licht van de komende eeuwige heerlijkheid. Daar weegt het toch helemaal niet tegenop? Onschatbaar is toch het gewicht van de heerlijkheid die ze bewerkt! Immers wij zien niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare! Het zichtbare is slechts tijdelijk maar het onzichtbare niet. Al dat zichtbare gaat voorbij en valt straks hoe je er ook voor gesloofd hebt toch uit je verstijfde hand. Maar het onzichtbare is eeuwig. En naar dàt blijvende, de erfenis der heerlijkheid strekt de hoop zich uit!
Maar dat houdt wel in dat deze aardse tent afgebroken wordt. Het gaat soms plotseling, soms in een langzaam afgebroken worden - maar de weg naar die heerlijkheid die God beloofd heeft gaat door het sterven heen.
En als die heerlijkheid ons hart nu bekoort en zet in een heimwee verlangen, waarom houden we die hemel dan zo ver uit ons leven, ons denken, ons spreken met elkaar?
Of komt dat omdat we toch niet klaar gekomen zijn met die laatste vijand?
Omdat we in feite angstig zijn dat die laatste sterke vijand, de dood, ons de ingang in heerlijkheid versperren zal?
Of ziet u die dood als Gods knecht op Zijn tijd gezonden, om Zijn kinderen thuis te halen?

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979

De Wekker | 8 Pagina's

Uitzicht door het venster van de hoop (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979

De Wekker | 8 Pagina's