Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heersen of dienen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heersen of dienen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Marcus 10:41-45

In Marcus 10: 32-34 zegt Jezus de derde aankondiging van Zijn lijden en sterven. Hij zal worden overgeleverd, ter dood veroordeeld. Straks wordt Hij bespot, bespuwd, als teken van diepe verachting.
Tenslotte wordt Hij gegeseld en gedood.
Jezus Christus heeft dat alles zien aankomen.
Hij kan er niet onverschillig onder zijn. Het schokt Hem tot in het diepst van Zijn hart.
Hij wil wat Hem beroert, niet voor Zichzelf houden.
Hij wil het kwijt, zeggen tegen anderen.
En aan wie kan Hij de weg van lijden en sterven beter kwijt dan aan Zijn discipelen?
Van hen mag Hij alle aandacht en begrip verwachten.

Als reactie vragen Johannes en Jacobus om ereplaatsen in de komende heerlijkheid van Christus.
Ze denken niet aan het diepe lijden van hun Meester.
Ze denken aan hun eigen belangen. Als zij maar een ministerspost krijgen in het komende Rijk van de Messias.
In hun vraag zit de begeerte anderen vóór te zijn.
Er schuilt in het verlangen méér dan anderen te zijn.
In die vraag zit ook de angst de mindere, misschien de minste te moeten worden.
De angst een bescheiden, onopvallende plaats te moeten innemen. De vraag om ministersposten door Johannes en Jacobus geeft de indruk, dat zij het lijden, het kruis willen overslaan.
Ze zien meer het eigen belang dan de kruisweg van Christus. Hun houding verzwaart het lijden van Jezus.

Ze denken groot van eigen mogelijkheden. Zie bijvoorbeeld Marcus 10: 39, waar ze zelfverzekerd zeggen, dat ze best met Jezus kunnen lijden.
De houding van Johannes en Jacobus irriteert hun mede-discipelen zeer. Ze zijn alle tien verontwaardigd. Maar het is geen heilige verontwaardiging.
Ze zijn erg nijdig, dat Johannes en Jacobus hen vóór geweest zijn. Ze willen allen wel de hoogste posten bekleden.
Hier geldt wel: „Waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt ge u zelf". Ze zijn alle twaalf met hetzelfde sop overgoten. Ze willen heersen. Ze willen groot, aanzienlijk, machtig zijn.

De Heiland doorziet hun harten en hun bedoelingen. Daarom neemt Hij nu, als de Meester, Zijn leerlingen ter zijde voor een speciale les.
Het is de bedoeling, dat de één niet voor de ander luistert.
Maar dat ieder persoonlijk de les van de hoogste Leraar ter harte neemt.
Jezus constateert bij alle discipelen de neiging om het Koninkrijk der hemelen in de sfeer van macht en wereldse politiek te zien.
Bij de politiek van de landen in de wereld gaat het bij de leiders om macht uit te oefenen over hun onderdanen. De Here Jezus karakteriseert die instelling van de machthebbers van de wereld als: heerschappij voeren, macht hebben over. Deze twee werkwoorden hebben een ongunstige betekenis.
Er zit de betekenis in van, geweld uitoefenen, anderen onder druk zetten, overweldigen.
Macht uitoefenen betekent hier, ten koste van anderen voordeel trekken uit de macht, die je uitoefent.
De Heiland constateert deze wereldse houding, te willen heersen en overheersen, ook bij Zijn discipelen.
Juist bij hen had Hij een heel andere houding mogen verwachten. Hoe is het mogelijk, dat zij de meeste willen zijn bij zo'n Meester? De Meester is de minste geworden, slaaf. Knecht des Heren. Hebben ze dan zo weinig van Hem geleerd?
Hoe kunnen de discipelen van de mentaliteit, te willen heersen, afkomen?
Door hun best te doen? Nee, dat is de weg niet.
Door veel in het geloof op Jezus te zien.
Door de dagelijkse omgang met Hem.
Hij is gekomen om te dienen. Hij vraagt niet allereerst diensten in allerlei soort en vorm.
Hij geeft Zijn diensten.

De Heiland wil ons leren, dat de Here God nooit afhankelijk is van onze diensten.
Dat Hij God is en blijft, ook zonder onze diensten.
Wij, van onze kant zijn wel afhankelijk van de Here Jezus en Zijn dienst. Zonder Zijn verzoenend dienen tot de dood, is er voor ons geen leven, geen toekomst.
Wij kunnen alleen maar God en de naaste leren dienen, als we zelf eerst door Christus BEDIEND worden.
Het centrum van de dienst van Christus is, dat Hij Zijn leven geeft tot een losprijs voor velen.
Hij geeft Zijn leven om slaven van zonde en duivel vrij te kopen. Als we de Here mogen kennen, behoeven we nooit hoog van de toren te blazen. Wij zijn niet anders dan losgekochte slaven. Slaven, die door de genade van God aangenomen kinderen mogen worden.
Toch zit er in ons hart steeds weer de neiging om liever te heersen en te overheersen dan te dienen. Ook na ontvangen genade.
Onder de discipelen, onder ambtsdragers, onder hen, die geestelijk leiding hebben te geven, is het gevaar groot te willen heersen. Breuken, ook in de Geref. gezindte, zijn vaak ontstaan door heerszucht, door met geweld over anderen te willen domineren.
Heerszucht bestaat ook nu nog, ook onder ons. In een gemeente, waar enkele stromingen zijn, maar waar de éne groep de andere graag buiten de kerkeraad houdt, waar men niet meer naar elkaar wil luisteren;
Heerszucht kan er zijn onder predikanten, die denken, dat alleen hun eigen visie heilzaam is voor de kerken. Die menen, dat andersdenkenden gevaarlijk zijn voor de kerk.
Onder behoudenden en vooruitstrevenden in onze kerken is het gevaar duidelijk merkbaar eigen visie te verabsoluteren en die visie met ongeestelijke middelen anderen te willen opleggen.
Deze houding is meer politiek dan geestelijk, komt meer voort uit het willen heersen dan uit het willen dienen. Wie uit de dienende Here Jezus leeft, verwijdert zich niet maar gemakkelijk van hen, die wat anders denken dan hij denkt. Die plakt niet te gemakkelijk een etiket op de ander, die wat critisch over kerkelijk- of gemeentelijk leven denkt.
De dienende Heiland leert, ook aan ambtsdragers, gebed voor de ander te hebben, geduld met de ander te hebben, tijd voor de ander te hebben. Willen wij dagelijks door Hem bediend worden?

Dr. (Drachten), H.P.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1979

De Wekker | 8 Pagina's

Heersen of dienen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1979

De Wekker | 8 Pagina's