Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij een drievoudig jubileum in Apeldoorn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij een drievoudig jubileum in Apeldoorn

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder deze titel schrijft prof. dr. J. Veenhof, hoogleraar aan de V.U. te Amstelveen, een zeer sympathiek artikel over Apeldoorn, waarvan wij het eerste gedeelte hier opnemen.

Onlangs vierde de kring van de Theologische Hogeschool van de christelijke gereformeerde kerken te Apeldoorn op gepaste wijze - met een feestelijke bijeenkomst en een zeer druk bezochte receptie - een drievoudig jubileum.
Vijfentwintig jaar geleden - op 13 januari 1954 - inaugureerden daar drie nieuwe hoogleraren, nl. prof. dr. J. van Genderen, prof. W. Kremer en prof. dr. B.J. Oosterhoff. Ter gelegenheid van dit zilveren jubileum werd aan de jubilarissen een bundel theologische opstellen aangeboden, die onder de titel „Uw knecht hoort" bij Ton Bolland het licht zag. Er is, dunkt mij, ook voor ons alle reden om bij het feestelijk gebeuren in Apeldoorn en bij het daarmee verbonden boekwerk opzettelijk stil te staan.
Men kan zonder overdrijven vaststellen, dat de komst van de drie genoemde hoogleraren een nieuwe fase in het leven van de School in Apeldoorn inluidde. Reeds daarvoor waren aan het opleidingsinstituut van de christelijke gereformeerde kerken mannen werkzaam, wier namen in kerkelijk Nederland een bekende klank hadden gekregen en die, ieder op eigen wijze, op de school en mede op de kerken, waarvan deze school uitgaat, hun stempel hadden gezet. Daar was in de eerste plaats prof. J.J. van der Schuit, die volhardend en strijdbaar de gereformeerde dogmatiek beoefende. Zijn vele artikelen in „De Wekker" leggen daar getuigenis van af. Steeds was hij er daarbij op uit de eigen positie van zijn kerken af te bakenen, getuige o.m. zijn kritiek op de theologie van Kuyper en zijn duellen met K. Schilder. Vervolgens komt ons voor de geest de figuur van L.H. van der Meiden. Hij had op zijn eentje maar liefst drie vakken te verzorgen: exegese Oude en Nieuwe Testament en de ambtelijke vakken. Van der Meiden was een bekwaam hebraïcus, die ook meewerkte aan de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap. Het dwingt bewondering af, dat hij bij zijn veelomvattende taak nog kans zag enkele boeken - o.a. over de Klaagliederen van Jeremia - te publiceren. Ik heb in mijn bezit zijn dictaten over de canoniek (inleiding) van het NT, voor zijn tijd heel degelijk werk en nog levendig herinner ik mij zijn uitstekende verhandeling over de relatie van het Oude en Nieuwe Verbond, die in het Gereformeerd Theologisch Tijdschrift werd afgedrukt. In de derde plaats was in Apeldoorn werkzaam prof. J. Hovius, de zeer exacte kerkhistoricus en kerkrechtspecialist. Hij publiceert tot op vandaag allerlei bijdragen op zijn vakgebied. Ook in de recente feestbundel werd een artikel van zijn hand opgenomen. Prof. Hovius kon het jubileum zelf niet meevieren, omdat hij wegens een ongeval in het ziekenhuis werd verpleegd. Wij wensen de bejaarde collega, de enige van het oude trio die nog in leven is, een voorspoedig herstel toe.
Deze drie mannen hebben hun sporen verdiend maar hun academische mogelijkheden waren - ook door de vele praktische taken, die hun waren toevertrouwd - nog beperkt. De komst van de drie nieuwe docenten, van wie er twee in Utrecht gepromoveerd waren, werd daarom blij begroet. De niveau-verhoging en schaalvergroting, waarvan de wenselijkheid reeds eerder werd beseft, kon nu geleidelijk worden verwerkelijkt. De hoogleraren, die in de jaren na 1954 aan de school hun intrede deden, hebben daar uiteraard mede in belangrijke mate toe bijgedragen. Deze drie zijn allen aan de VU gepromoveerd: W. van 't Spijker, W.H. Velema en J.P. Versteeg. Ik bepaal me nu even tot de jubilarissen.

Prof. Kremer, de tachtig gepasseerd en nog steeds helder van geest en vol belangstelling voor wat er zich op het veld van kerk en theologie afspeelt, behartigde de praktische theologie. Via zijn geschriften komt hij bij ons over als de wijze pastor, die leiding weet te geven aan de vorming van het geestelijk leven. Hij opende het oog van zijn leerlingen voor het belang van een bijbelse prediking, die uitgaande van het genadeverbond tussen God en zijn volk de ware bevinding van onbijbelse zelfreflectie weet te onderscheiden. Prof. Kremer heeft zich voorts veel moeite getroost voor de bevordering van de eenheid binnen de gereformeerde gezindte.
Prof. Van Genderen, die een dissertatie schreef over de Nederlandse theoloog Herman Witsius - een nauwkeurige biografie met vele verhelderende theologiehistorische partijen - is de dogmaticus van Apeldoorn. Prof. Van Genderen timmert niet zoveel aan de weg, maar wie hem in een lezing beluisteren of in een discussie meemaken, bemerken, hoe grondig hij zijn terrein beheerst. Wanneer op niet al te soliede gronden een stoutmoedige bewering wordt geuit, legt hij daar hoffelijk maar beslist de kritische vinger bij. Wie de vele artikelen, die prof. Van Genderen publiceerde in de tweede druk van de Christelijke Encyclopedie, heeft gelezen, weet, hoezeer hij in kort bestek doeltreffend uitgeselecteerde informatie met een zorgvuldige afweging van standpunten weet te bieden.
Prof. Oosterhoff liet al in zijn inaugurele rede over het openbaringskarakter van het Oude Testament duidelijk uitkomen, dat hij de lijn van de organische inspiratie-opvatting van Kuyper, Bavinck, Noordtzij e.a. wilde gaan volgen. Bij deze exegeet treft je steeds weer het ingespannen luisteren naar wat de Heilige Schrift zelf zegt, waarbij confessie en traditie wel een belangrijk begeleidend en helpend woord maar niet het laatste woord mogen spreken. Prof. Oosterhoff is erg geïnteresseerd in de vragen rondom de hermeneutiek van de Bijbel. Een mooi document van deze bezinning op de juiste uitlegging is zijn boek over Genesis 2 en 3. Als redacteur van De Wekker toont hij zijn brede belangstelling. Ook hij, evenals de anderen trouwens, theologiseert niet in een vacuüm maar met het oog op de concrete gemeente en haar leven in de wereld.

We zijn dankbaar voor deze erkenning van de plaats en arbeid van onze hoogleraren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1979

De Wekker | 8 Pagina's

Bij een drievoudig jubileum in Apeldoorn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1979

De Wekker | 8 Pagina's