Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leerling-vragen over het onderwijs in het Koninkrijk der hemelen (Onderwijs in het koninkrijk der hemelen III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leerling-vragen over het onderwijs in het Koninkrijk der hemelen (Onderwijs in het koninkrijk der hemelen III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de lezing en bestudering van de bundel artikelen van ds. G. Visee zijn mij toch een drietal vraagreeksen overgebleven. Visee zou gezegd hebben: „Dan moeten we om de tafel gaan zitten en daar met elkaar nader op ingaan met de open Bijbel in het midden!" Nu, dat willen we doen. De eerste serie vragen raakt het artikel over wat ik grofweg wil aanduiden als „Kinderen aan het Avondmaal?" Ik heb op zichzelf al bezwaar tegen deze aanduiding alsof er tweeërlei avondmaalsgebruik in de kerk zou zijn: één voor volwassenen met volwassen geloof en één voor kinderen met een kindergeloof. Wanneer gemeenteleden vanaf zeg 12 jaar avondmaal zouden gaan meevieren, dan zijn ze volwaardige avondmaalsgangers. Vandaar mijn bezwaar tegen termen als kindercommunie, kinderavondmaal. Het tweede waar ik mee zit en waar dieper over gesproken zal moeten worden, is: is het juist te stellen, dat het avondmaal de verlenging of voortzetting van de paasmaaltijd is zonder meer? Het avondmaal heeft de Here Christus inderdaad ingesteld bij het laatste paasmaal, dat Hij met zijn discipelen gebruikte, maar daarmee is het nog geen voortzetting ervan. Is het niet beter te zeggen, dat het avondmaal de vervulling van het pascha is! Maar vervulling is wat anders en meer dan voortzetting. We vieren bijvoorbeeld om één ding te noemen het avondmaal nu toch ook niet meer gezinsgewijs zoals het pascha, maar we doen het gemeentegewijs. Dat is anders. Heeft dit andere, dit meerdere, deze gedachte van vervulling ook niet mee te spreken als het gaat over de deelnemers aan het avondmaal? Het is inderdaad zo, dat men wel van goede huize moet komen om Visee te weerleggen dat in de reformatorische kerken - en hij wijst concreet op de situatie in de Paltz - de leeftijd van de toelating tot het avondmaal lager lag dan bij ons. Ik kan naar aanleiding van een eigen recent onderzoek zeggen, dat dit ook het geval was in de Schotse reformatorische kerken van na de Reformatie. Maar de vraag is natuurlijk: Waar ligt de grensleeftijd? Moeten we die houden op zo'n 12 jaar met uitzonderingen naar boven en beneden, en dat in navolging van de joodse instelling van de barmitzwa? Doch dan kunnen we niet meer spreken over „kinderen!" En willen we in de gereformeerde traditie blijven dan ging er aan de toelating altijd onderwijzing en het afleggen van belijdenis des geloofs vooraf! In dit kader heeft dan ook het toezicht en eventueel de tucht rond het avondmaal nog enige zin. Het lijkt mij zeer nodig over deze dingen verder door te denken en Visee gaf er de bouwstenen voor. Maar ik heb mijn vragen bij zijn bijdrage gehouden.
De tweede reeks vragen - vragen naar méér onderwijs - raken de artikelen over Gods belovend spreken, bijzonder met betrekking tot het eeuwige leven. Visee wil duidelijk onderscheiden tussen Gods beloftewoorden en hetgeen God in zijn beloftewoorden belooft. Kort gezegd: tussen de belofte en het beloofde. Het beloofde omvat dan, wat we in de toekomst ontvangen, terwijl de belofte in het heden wordt gesteld en mag geloofd worden. Midden in de dood spreekt het geloof: Ik heb het eeuwige leven, maar dit léven zou dan volgens de Bijbel altijd zijn het leven dat pas intreedt met de opstanding uit de doden. Ik hoop, dat ik zo de visie van Visee goed heb weergegeven. Mijn vragen raken nu juist het laatste wat hij stelt. Is het juist om het eeuwige leven alleen maar te vullen en te omschrijven vanuit Dan. 12: 2 en het te karakteriseren als het leven na de opstanding? Wat te doen met een woord als Joh. 17: 3: „Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt". Het kennen van God en Christus, dat nu en hier in dit leven plaatsvindt en toeneemt, wordt het eeuwige leven genoemd. Dat is het eeuwige leven. Dat is er dus hier en nu! Het valt op, dat Visee deze tekst nergens noemt. Moet als de Bijbel over „eeuwig leven" spreekt, niet in twee dimensies gesproken worden, zo is mijn vraag. Allereerst in de zin van: het nieuwe leven hier in de geloofsomgang met Jezus Christus. Vervolgens in de zin van: de volle ontplooiing van dat nieuwe leven bij de wederkomst van de Heiland. Ik meen te moeten stellen, dat men uit Visee's gevoelen over het eeuwige leven niet mag concluderen dat hij dezelfde visie als ds. Telder heeft over het leven na de dood óf anders gezegd over de toestand, die intreedt bij het sterven van Gods kinderen.
Het derde punt, waaromheen mijn hart vragen blijft houden, is Visee's uiteenzettingen over de wet. Hij heeft daar in drie artikelen aandacht aan geschonken. Hij schrijft op blz. 145v.: „Wij leven sinds de komst van Christus niet meer onder het verbond van Sinai en niet meer onder de wet van Horeb . . . Hetgeen de HEERE van ons vraagt is ons vandaag veel duidelijker geopenbaard dan op Sinai . . . Onze verantwoordelijkheid is vandaag onder het Evangelie veel groter dan onder de Wet . . . En voorts: wij zijn wel zoals Paulus zegt in 1 Cor. 9, zonder de Wet van Mozes, maar niet zonder de wet van God en onder het gebod van Christus: het gebod der liefde: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf 1 Cor. 9: 21". Ik meen dat ik zo de kern van Visee's onderwijs heb gegrepen. Alle detail-kwesties laat ik daarbij weg. Visee werkt zijn gedachte nader uit ten aanzien van het vierde en zevende gebod van de wet. Het is een volledige vertekening van zijn gevoelens, als men zegt: Visee wil van geen wet weten enz. Dan moet men eerst nog eens zijn artikelen hierover goed lezen en zich eigen maken. Visee wil laten zien, hoe we in de nieuwtestamentische bedeling verder zijn dan onder het oude testament en dat dit ook geldt met betrekking tot het doen van Gods wil. Hij laat ook zien, hoe er naar het spreken van het NT nu ook andere concrete vormen, uitwerkingen en realiseringen komen van het dienen van God. Maar ik zit met de vraag: Is er dan geen enkele continuïteit in de discontinuïteit m.a.w. waar is het blijvende, het doorgaande van de ene wil van dezelfde God voor zijn volk in zijn voortgaande zelfopenbaring in de omgang met dat volk. Moeten we ook hier niet zowel accent leggen op het gegevene als ook op het duidelijker-geopenbaarde daarvan. Als Visee zelf zegt, dat wat God op Sinai gaf nu ons duidelijker is geopenbaard, dan slaat dit duidelijker toch niet op een andere wil van God voor ons leven dan die Hij op Sinai liet horen? Dan mogen de vormen veranderen, stringenter worden, maar het gaat toch om dezelfde normen, die ons nu helderder en met nog meer geldingskracht worden voorgehouden, waarbij inderdaad meer accent komt te liggen op het in vrijheid en volwassenheid van het geloof vorm eraan geven in het midden van de gemeenschap der heiligen!
U merkt, hoeveel ik nog met Visee had willen doorpraten, maar God heeft hem ons ontnomen. Nu moeten wij met elkaar verder zien te komen. Dat kan, want al missen we Visee, we hebben het Woord van God gehouden en dat Woord spreekt over de Heilige Geest, die als de uiteindelijke Onderwijzer ons zal leiden tot de volle waarheid. In dienst van dat Woord en die Geest wilde Visee ons voorgaan. Daarom is wat hij ons gaf het lezen en nog eens lezen dubbel waard!

Kmp.(Kampen), Brienen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1979

De Wekker | 8 Pagina's

Leerling-vragen over het onderwijs in het Koninkrijk der hemelen (Onderwijs in het koninkrijk der hemelen III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1979

De Wekker | 8 Pagina's