Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verdwaalde kinderen...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdwaalde kinderen...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Samuel 2,12: „De zonen van Eli nu waren nietswaardige lieden; zij rekenden niet met de HERE". 1 Samuel 8, 3: „Maar zijn zonen wandelden niet in zijn wegen ..."

Het boek 1 Samuel tekent ons na elkaar twee figuren. Het zijn bekende figuren. Eli en Samuel. Beiden zijn ze vader van twee zonen. Eli van Hofni en Pinehas, Samuel van Joël en Abia. En van beide mannen geldt, dat hun zonen zich niet laten leiden door de HERE...!
Wat een teleurstelling ligt er in deze korte woorden opgesloten. Je hebt zélf de HERE leren kennen als een God van heil. Je weet hoe goed het is om van zijn genade te leven. En je kinderen willen daar niet van weten. Je kinderen keren God de rug toe...!
Allereerst is daar Eli. Hij is priester in het heiligdom te Silo. Hij doet zijn werk in een tijd, waarin de dienst van de HERE terugloopt. Het woord van de HERE is schaars in zijn dagen, zo lezen we in 3, 1.
Die teruggang is aan het gezin van Eli niet voorbijgegaan. Hofni en Pinehas leiden een ergerlijk leven. Zij willen niet rekenen met de HERE en sollen met de rechten van de priesters. Zelfs slapen ze bij de vrouwen, die dienst doen in de voorhof.
We zijn geneigd hun vader Eli daar op aan te zien. Eli durft zijn jongens niet krachtig aan te pakken. Hij heeft de neiging hen te sparen. Wèl heft hij waarschuwend de vinger op, maar verder komt het niet.
Zou het niet ánders gegaan zijn als Eli de puntjes op de i had durven zetten, zo vragen we ons af. Hadden zijn jongens dan niet meer naar hem geluisterd?
Maar dan is daar Samuel. Van Samuel kan toch niet gelden, dat hij slap was. Alle halfheid was Samuel vreemd. Dat heeft bijvoorbeeld Saul ervaren toen hij een offer bracht bij Gilgal. En tóch . . . ook Samuel's zonen willen niet wandelen in de wegen van hun vader. Zij zijn uit op winstbejag. Zij nemen geschenken aan en buigen het recht.
Was Samuel in de opvoeding van zijn zonen ánders dan in zijn optreden tegen Saul? Dat is niet aan te nemen. Deze vader heeft zijn jongens niet ontzien. Hij is hun voorgegaan in het wandelen in de wegen van de HERE. Maar zij hebben hun vader laten praten. Zij zijn de HERE afgevallen.
Is het afdwalen van kinderen steeds een gevolg van de opvoeding van hun ouders? Moeten ouders zich altijd schuldig weten wanneer hun kinderen met de HERE niet willen rekenen? Nee!
Natuurlijk heeft de halfheid van Eli zijn kinderen geen goed gedaan. Hij had hen steviger kunnen aanpakken. Die slapheid wordt Eli dan ook toegerekend blijkens 2, 29. Juist de liefde voor de kinderen vraagt om kráchtige leiding van de ouders! Maar ook dán, als ouders hun kinderen in liefde leiden, als zij hen opvoeden met gezag, ook dán kunnen kinderen bij de HERE vandaan raken. Dat blijkt in het leven van Samuel!

Hoe is het dan? Is er iets mis met Gods belofte? Meent God niet wat Hij bij de doop heeft toegezegd?
De bijbel is daar duidelijk over. God is niet een God, dat Hij zou liegen. Hij staat voor wat Hij heeft gezegd. Het verbond, dat God sluit met de gelovigen en hun kinderen, is een écht verbond. De HERE wil zich daaraan houden.
Wél laat de bijbel zien, dat niet ieder mens op gelijke wijze reageert op dat verbond. Er zijn er, die Gods belofte horen en daar gelovig op vertrouwen. Er zijn er ook, die daarlangs heen leven en zich er niet aan storen.
Dat heeft hiermee te maken. God heeft de mens geschapen met een eigen verantwoordelijkheid. Wanneer Gód spreekt moeten wij antwoord geven. Wanneer Hij roept moeten wij volgen. Daar ligt de oorzaak voor de verschillende uitwerking van Gods belofte! Er zijn er, die zich aan die belofte niets gelegen laten liggen. Zo doen wij mensen van nature. Er zijn er ook, die zich - door Gods genade! - daardoor laten leiden. Die laatsten zijn niet beter dan de eersten. Alleen - zij vluchten gelovig tot de HERE om van Hém te ontvangen wat zij missen in zichzelf!
Ouders, die hun kinderen zagen verdwalen, behoeven daar niet altijd schuldig in te staan. Hun kinderen hebben een eigen verantwoordelijkheid. Zij hebben niet alleen de belofte, maar ook de eis ontvangen. In hun leven klonk de oproep: „Bekeert u en gelooft het evangelie"!

En dan is dit het houvast, de enige troost in het verdriet. Ook als kinderen die negeren, Gods belofte blijft dezelfde! Tegenover onze ontrouw staat zijn trouw. Spreek Hem dan maar aan op zijn belofte. Leg je kinderen biddend voor Hem neer. Hij laat zijn woord niet varen als zij ongehoorzaam zijn. Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid en zijn trouw tot in verre geslachten!

Boskoop, A.P. van Langevelde

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Verdwaalde kinderen...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1980

De Wekker | 8 Pagina's