Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog belijdenisgeschriften? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog belijdenisgeschriften? (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Overbodige vraag?
De vraag boven dit artikel: nog belijdenisgeschriften? kan op het eerste horen een overbodige vraag worden genoemd.
Immers onze kerken en verschillende andere kerken hebben belijdenisgeschriften en er is voor zover me bekend niemand in onze kerken, om me daartoe te beperken, die bezwaar heeft aangetekend tegen het hebben van het bekende zestal belijdenisgeschriften. Integendeel - steevast lezen we in de kerkelijke bladen dat nieuwe ambtsdragers het Ondertekeningsformulier ondertekenen en daarmee niet alleen hun instemming betuigen met de gereformeerde belijdenis, maar ook beloven hun ambtswerk in binding aan Gods Woord en de belijdenis te verrichten. Dat geldt predikanten, ouderlingen en diakenen. Bovendien zoals iedere Nederlander geacht wordt de wet te kennen, zo wordt ieder die belijdend lid is geacht de belijdenis te kennen en niet in strijd met die belijdenis iets te leren of iets te doen.
We zijn dus duidelijk met andere kerken een kerk die de gereformeerde belijdenisgeschriften heeft en handhaaft.
De vraag kan dus overbodig worden genoemd.
Maar daarmee zijn we toch niet klaar.
Het gebeurt vaker in het leven en ook in de kerk dat men wel iets heeft, iets leert, iets jarenlang doet maar dat men er intern een vraagteken achter zet en niet meer overtuigd is van de juistheid, de noodzaak, de betekenis, de functie van allerlei zaken.
Men is dan bezig innerlijk los te weken van bepaalde zaken. Op een gegeven ogenblik komt dat dan wel openbaar en blijkt het dat anderen er ook zo over dachten zodat een verandering voor de hand gaat liggen.
De vraag boven dit artikel bedoeldt nu na te gaan of dat ook vandaag het geval is met de belijdenisgeschriften, zoals die in elk goed Psalmboekje zijn te vinden. Zelfs is er geen nieuwe belijdenis, maar wel een uitgave van dit oude belijdenis in hedendaags Nederlands die weliswaar nog niet officieel door onze synode voor gebruik is vrij gegeven, maar die toch wel dienst doet, in ieder geval in studeerkamers van predikanten en misschien ook wel in catechisatielokalen, zo al niet op kansels.
De concrete vraag is dan: moeten we die oude belijdenisgeschriften nog handhaven of is langzamerhand de tijd gekomen dat we van deze oude stukken af moeten en ze òf moeten vervangen door eigentijdse geschriften òf misschien helemaal moeten afschaffen?

Duidelijk antwoord?
Is het zo dat er in de praktijk van het kerkelijk leven een duidelijk antwoord wordt gegeven op deze vraag? Zo dus dat het voor ieder duidelijk is: er kan geen sprake zijn van afschaffing van de belijdenisgeschriften.
Dat duidelijke antwoord laat te wensen over. In de eerste plaats blijkt telkens weer dat deze belijdenisgeschriften nu niet zo erg bekend zijn, niet alleen bij kerkleden, maar ook niet bij de verschillende ambtsdragers in de gemeente.
Men ondertekent wel vlot, maar die ondertekening draagt meer een algemeen gewoontekarakter dan dat men innerlijk hartelijk verbonden is met de gereformeerde belijdenis, zoals we die voor ons hebben in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelberger Catechismus en de Dordtse Leerregels.
Trouwens - wat wordt er gedaan om die belijdenisgeschriften te leren kennen en hoe wordt de kennis van de belijdenis onze jonge generatie bijgebracht?
Er is een tijd geweest - er zijn nog ouderen ons, die dat hebben meegemaakt - dat op de toenmalige lagere school de Catechismus moest worden geleerd. Op de catechisatie werd uit de Catechismus onderwezen.
Maar de Catechismus heeft het op vele catechisaties afgelegd tegen allerlei catechisatieboekjes. Het tientallen malen herdrukte boekje van Abraham Hellenbroek „Goddelijke waarheden" - tot in deze tijd op sommige catechisaties nog in gebruik, al zal dat niet veel meer het geval zijn in onze kerken - is de grote concurrent geworden van de Catechismus.
Men kan dat betreuren. De werkelijkheid is niet anders. De Catechismus als uitsluitend leerboek roept bezwaren op die we nu niet nader zullen uiteenzetten.
Maar het moet wel de bedoeling zijn en blijven dat meer eigentijdse catechisatieboekjes zowel gegrond zijn op de Bijbel als de band met de belijdenis zoveel mogen versterken. Het mag niet voorkomen dat een belijdend lid die de catechisatie heeft gevolgd niet zou weten wat nu eigenlijk de Drie Formulieren van Eenigheid zijn. Helaas blijkt dat telkens weer voor te komen.
En hoe staat het met de Catechismusprediking? In art. 68 K.O. lezen we: „De dienaren des Woords zullen eenmaal des zondags in de bediening des Woords de Heidelbergse Catechismus verklaren."
Op kerkvisitatie wordt als tweede vraag in het huidige Kerkvisitatiereglement gesteld: „Wordt op de dag des Heren in de regel tweemaal gepredikt, eens over een tekst in de Bijbel en eens uit de Heidelbergse Catechismus, zó, dat er geen zondagsafdeling buiten behandeling blijft".
Hoe is echter de praktijk?
Ook als men van heler harte deze bepaling wil honoreren en graag de Catechismusprediking wil handhaven gaat er ongeveer een vierde van het aantal zondagen af dat de Catechismus niet behandeld wordt - feestdagen en Avondmaalszondagen plus de vrije zondagen van de predikant. Het zijn er zo maar 13 en dit aantal wordt gemakkelijk uitgebreid.
Voeg daarbij dat er in sommige plaatselijke kerken evangelisatiediensten worden gehouden, al of niet ter vervanging van de tweede dienst, maar toch vaak zo dat een predikant van elders in de kerkdienst daar voorgaat, dan is duidelijk dat dit gaat ten koste van de Catechismuspreek.

Nog meer praktijk
En hoe staat het met de Catechismuspreek in vacante gemeenten?
Er zijn om aan het voorschrift van de Kerkorde te voldoen in de loop der jaren verschillende series Catechismuspreken van onze predikanten verschenen. Maar de motorisering van het predikantencorps heeft er toe geleid dat er weinig gemeenten meer zijn die de hele zondag „lezen". In de middagdienst is er in de regel wel een predikant te vinden; maar dat betekent „vrije stof".
Nu zou men natuurlijk kunnen vragen aan de predikanten, die in vacante gemeente voorgaan om in de tweede dienst Catechismus te preken. In het verleden is dat wel gebeurd. Vermoedelijk zijn de meeste gemeenten daar van afgestapt gezien de slechte ervaringen, die men in de praktijk hiermee opdeed.
Het liep heel gemakkelijk in de war, als een gastpredikant op een bepaalde zondag het liet afweten terwijl men aan de gastpredikant van de volgende zondag reeds de volgende zondag had opgegeven.
Trouwens - de ene predikant heeft een heel andere aanpak dan de andere predikant; inzonderheid bij de Catechismusprediking komt dat uit. En dat bevorderde het luisteren niet en maakte de gemeente niet vertrouwd met dit oude leerboek van de kerk.
En vele predikanten zelf vonden het niet prettig om in een van hen vreemde gemeente over een hen opgegeven zondag te moeten preken. Zo missen vele vacante kerken de geregelde Catechismusprediking. Met als gevolg dat de kennis van dit belijdenisgeschrift bij uitstek in die gemeente gaat verminderen. Als jongeren van hun 14e tot 18e jaar nooit Catechismusprediking hebben gehoord dan behoeft het geen verbazing te wekken dat er in die gemeente weinig begeerte meer is naar de Catechismusprediking en dat men die ervaart als een vreemd geval.
Daar komt bij dat de tweede dienst langzamerhand het gaat afleggen; de bezetting is in veel plaatsen minder dan in de morgendienst. Er is geen duidelijk verband tussen de Catechismusprediking in de tweede dienst en de opkomst bij een tweede dienst. Zou er geen Catechismus gepreekt worden dan zou dat op de opkomst niet van invloed zijn, vermoedelijk. Tenslotte is er nog de vraag: als de catechismus gepreekt wordt, hoe gebeurt dat dan?
Op de Vormingscursus werd door sommigen geklaagd dat men preken hoorde naar aanleiding van de Catechismus terwijl de inhoud van de betreffende zondagen niet duidelijk uiteengezet werd. Een bepaald Schriftgedeelte, min of meer in verband staand met de aan de orde zijnde zondag of hetzelfde onderwerp behandelend als de Catechismus werd bepreekt.
Op deze wijze wordt ook in de tweede dienst de kennis van de gereformeerde belijdenis, als samenvatting van Gods Woord, niet bevorderd, vermeerderd en verdiept.
Al met al reden te over om de vraag aan de orde te stellen: nog belijdenisgeschriften?

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Nog belijdenisgeschriften? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

De Wekker | 8 Pagina's