Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hij is opgewekt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hij is opgewekt

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is de titel van een paasbundel, samengesteld door Hans Bouma uit illustraties van Otto Dicke en uitgegeven bij J.H. Kok te Kampen, 199 blz., prijs geb. ƒ 27,50.
Het is een pracht bundel naar vorm en inhoud. Er zijn in opgenomen meditaties, verhalen, gedichten en liederen uit allerlei bestaande Nederlandse publicaties, aangevuld met materiaal van Hans Bouma zelf. Men treft er bijdragen in aan van Van Ruler, Van Niftrik, Buskes, Godfried Bomans en Okke Jager om enigen te noemen en gedichten behalve van Hans Bouma van Muus Jacobse, Jaap Zijlstra, Martin Nijhoff, Barnard, Schulte Nordholt, Wim Ramaker, Gabriel Smit e.a. In elke bijdrage, meditatie of verhaal, gedicht of lied, klinkt de blijde boodschap van Pasen door.
We laten hier een gedeelte volgen uit een paasmeditatie van de onlangs overleden ds. J.J. Buskes, tijdens zijn leven een nog al controversionele figuur, die vaak een eigen weg ging en een eigen geluid liet horen, maar altijd voor de kern van de boodschap van het evangelie heeft pal gestaan en die met de gaven, die hij ontvangen had, steeds met gloed en vuur verkondigd en verdedigd heeft. De titel van zijn bijdrage luidt;

Echt gebeurd
Is de opstanding van Jezus echt gebeurd?
Behoort het lege graf tot de inhoud van het christelijk geloof?
Wordt het geloof in de opstanding ons niet door de natuurwetenschap onmogelijk gemaakt?
Indien het antwoord op deze vragen nu eens moet luiden: de opstanding van Jezus is niet echt gebeurd, het lege graf behoort niet tot de inhoud van het christelijk geloof en het geloof in de opstanding wordt ons inderdaad door de natuurwetenschap onmogelijk gemaakt, wat blijft er dan nog voor ons over, om op Pasen te geloven?
Dit: Jezus' leven, eindigend in zijn dood, bevat een geheim, dat na Jezus' dood in het hart van de discipelen tot leven kwam en door hun getuigenis voor ons een stimulans is. De discipelen gingen verstaan, wat het kruis van Jezus betekent. Het geloof in de opstanding is niets anders dan het geloof in de betekenis van het kruis. De opstanding is dan niet echt gebeurd. Ze is alleen een werkelijkheid in het geloof en de prediking van de apostelen.
Dat is natuurlijk heel wat anders dan wat Paulus aan het begin van 1 Corinthiërs 15 zegt: „Ik maak u bekend het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zo vasthoudt als ik het u verkondigd heb. Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt naar de Schriften, en Hij is verschenen . . ." Paulus noemt dan een hele serie namen van mensen aan wie Jezus verschenen is en bij wie men dus navraag kan doen.
Wie niet gelooft dat de opstanding van Jezus echt gebeurd is, weet natuurlijk met dit getuigenis van Paulus geen raad. De grote man, die in onze tijd het „echt gebeurd" van de opstanding ontkent, noemt dit begin van I Corinthiërs 15 dan ook een inconsequentie van Paulus en een fataal misverstand. De achtergrond van zijn overtuiging is, dat een opstanding uit de doden onmogelijk is.
Tegenwoordig zijn er velen, die achter het „echt gebeurd" een vraagteken plaatsen. Daarom is het nodig over dat al of niet „echt gebeurd" na te denken. Petrus zegt in een van zijn brieven, dat wij altijd bereid moeten zijn tot verantwoording aan al wie ons rekenschap vraagt van de hoop, die wij hebben en die verankerd ligt in de opstanding van Jezus uit de doden.
Zij die zeggen dat de opstanding onmogelijk is, doen dat onder de druk van de natuurwetenschap. In een gesloten natuurwerkelijkheid is de opstanding inderdaad een onmogelijkheid. Ze willen met de natuurwetenschap niet in strijd komen en daarom vergeestelijken ze de opstanding. Ze plaatsen het opstandingsgebeuren buiten de wereld. Het heeft alleen te maken met ons innerlijk leven. Het gaat om Christus' geestelijke tegenwoordigheid in de ziel. De wereld blijft onaangeroerd en verandert niet. We worden geheel op onszelf teruggeworpen, want de wereld van natuur en geschiedenis is een starre en zinledige objectwereld. Zo raken we wel een heel eind uit de buurt van het Nieuwe Testament. De opstanding wordt een vaag en onwezenlijk gebeuren. Men durft inderdaad niet meer te zeggen: ze is echt gebeurd!
In het Nieuwe Testament heeft de opstanding van Jezus alles met ons innerlijk leven, maar ook alles met de wereld te maken. Ze is een nieuwe scheppingsdaad van God, die een universele betekenis heeft, een gebeuren op het aards toneel en in de wereldgeschiedenis. Ze betekent niet alleen dat wij er doorheen komen, maar ook dat de wereld er doorheen komt. De wereld zal vernieuwd worden en op Pasen vieren we het begin van deze algehele vernieuwing. De opstanding is de inval van Godswege in het veld van geschiedenis en kosmos. Daarbij gaat het om een toekomst, die onze toekomst in zich sluit, maar nog veel meer.
Paulus spreekt in 1 Corinthiërs 15 over deze toekomst: „Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden . . . Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood . . . Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen".
In de gemeente van Corinthe waren er, die er geen weg mee wisten. Ze geloofden, dat Jezus Christus was opgestaan, maar daarmee was voor hen alles bekeken. In een opstanding der doden geloofden zij niet. Paulus is het daar niet mee eens: „Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u er toe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is? Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt".
Paulus trekt dan deze conclusie: „Indien Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud en zonder inhoud is ook uw geloof".

Het is duidelijk, dat voor Paulus de opstanding van Jezus niet afhankelijk is van zijn geloof en zijn prediking, maar dat zijn geloof en zijn prediking afhankelijk zijn van Jezus' opstanding. De opstanding zit niet opgesloten in zijn geloof en zijn prediking. Het is veeleer zo, dat zijn geloof en zijn prediking aan de opstanding van Jezus te danken zijn. Ze hebben haar tot inhoud, maar de opstanding is echt gebeurd buiten zijn geloof en zijn prediking om.
Het is evenzeer duidelijk, dat de opstanding van Jezus voor Paulus veel meer is dan de onthulling van het geheim van het kruis. Dat is ze ook, maar tegelijk zegt ze: het kruis is het einde niet. In zijn brief aan de Romeinen zegt Paulus: „Christus is het, die gestorven is, wat meer is, die ook opgewekt is".
Jezus kwam op aarde om de wereld te redden. Dat deed Hij door de wereld vast te houden en God vast te houden. Dat brengen wij niet op. We houden de wereld vast, maar dan laten we God los, of we houden God vast, maar dan laten we de wereld los. Jezus hield beide vast. Dat heeft Hem aan het kruis gebracht: verlaten door God en mensen. Het kruis is het einde: de dood, de valbijl, de duisternis, de ondergang, het oordeel!
Dat wordt ons in de Evangeliën verteld, maar het verhaal gaat door en is het verhaal van de grote daden van God. Het kruis is het einde niet. God maakt een nieuw begin door Jezus uit de doden op te wekken. Dit is de grote daad van God, die aan het geloof en de prediking van de apostelen voorafgaat, het „ja" van God op het leven van Jezus en het opstaan uit het graf! Dat is echt gebeurd. Voordat de discipelen geloofden en predikten. Toen de discipelen niets meer geloofden en niets meer te vertellen hadden.

Wat is de inhoud van onze prediking en ons geloof? Niet, dat Jezus, die geleefd heeft en gestorven is en dus tot het verleden behoort, een voorbeeld en een stimulans voor ons is. Zo'n Jezus kan geen inhoud van prediking en geloof zijn. Wij geloven niet in een overleden Jezus en wij prediken niet een dode Heer.
Indien dat het geval was, zou ik tot de God-is-dood-theologen behoren. Misschien zou ik de God-is-dood-theologie zelfs overslaan en gewoon humanist worden, al ben ik bang, dat mij dit toch niet lukken zou, omdat ik te veel in mij heb opgenomen van wat de bijbel over de mens zonder God in de wereld zegt. Neen, dan werd ik waarschijnlijk, niet vrijwillig, maar noodgedwongen, een cynicus. Ik zou mijn leven als een onhoudbare absurde aangelegenheid zien: eten, drinken en morgen sterven! Dat kan een mens stijlvol doen, maar er zit geen perspectief in.
De inhoud van onze prediking en ons geloof is de levende Heer, Jezus Christus, die gestorven en opgestaan is. Niet de historische Jezus alleen en niet de eeuwige Christus alleen, maar Jezus Christus, en het lege graf is het teken van de identiteit van deze twee. Jezus Christus, niet geïsoleerd van, maar opgenomen in de heilsgeschiedenis van God, van het begin tot het einde. Van het begin: „In den beginnen schiep God de hemel en de aarde". Tot het einde: „Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde". En in het midden: Jezus Christus, zijn geboorte, zijn dood, zijn opstanding, betrokken op en verstaan vanuit het begin en dit einde.
Zo wordt het alles wereldwijd, universeel, alomvattend. Wanneer wij de opstanding van Jezus uitsluitend als een innerlijk gebeuren zien, hollen wij het bijbels getuigenis uit. Dan is zij van geen betekenis voor de wereld en ons leven en werken in de wereld.
Wanneer wij de opstanding van Jezus alleen als de onthulling van het geheim van zijn kruisdood verstaan: zijn moed, zijn trouw, zijn vrijheid, en Jezus uitsluitend prediken als ons voorbeeld, een stimulans voor onze moed, onze trouw, onze vrijheid, wordt het een hopeloze zaak en kunnen we de tent wel sluiten. Ik geloof niet in onze moed, onze trouw, onze vrijheid, zelfs niet als ze gewekt en gestimuleerd worden door Jezus van 2000 jaar geleden.
Als het niet echt gebeurd is, dan zijn onze prediking en ons geloof zonder inhoud, leeg, waardeloos. Van alle erge dingen zijn een leeg geloof en een lege prediking het allerergste.
De levende Heer, Jezus Christus, opgestaan uit de doden, is zo geweldig, dat Hij prediking en geloof vervult, vol maakt. Ze kunnen Hem nauwelijks bevatten.
Maar de natuurwetenschap dan?
Een van de grootste fysici en wijsgeren van onze tijd zegt: „De huidige wetenschap acht zich niet bevoegd enige uitspraak te doen over het al of niet plaats gehad hebben van een unieke of uitzonderlijke gebeurtenis, die aan haar methode, experiment en controle ontsnapt, ook niet over de bijbelse wonderverhalen". De meeste van deze wonderverhalen vindt hij ongeloofwaardig. Hij zegt echter: „Het is de taak van de theologen" - ik zou liever zeggen: van de kerk -" om de strekking en innerlijke noodzaak van deze verhalen zo onder woorden te brengen, dat het goede zin heeft er in te geloven".
De werkelijkheid van de natuurwetenschap is de volle werkelijkheid niet.
Pascal zegt: „Welke reden heeft men, om te zeggen, dat de mens niet kan verrijzen? Wat is moeilijker: geboren worden of verrijzen? En wat is onwaarschijnlijker: dat hetgeen nooit gebeurd is gebeurt of dat al wat geweest is blijft bestaan? Is het moeilijker in het bestaande te komen dan er in terug te komen?"
God laat niet varen wat zijn hand begon. Hij houdt aan zijn schepping vast en schrijft haar niet af.
Wat mij verbaast is, dat zovelen die sterk de nadruk leggen op het aardse leven en onze verantwoordelijkheid voor het aardse leven, de opstanding laten vallen of vergeestelijken. Juist zij zouden de machtige betekenis van de opstanding moeten verstaan.
Het gaat om de mens: de gehele mens met ziel en lichaam.
Het gaat om de wereld: natuur en geschiedenis, ruimte en tijd. Het gaat om Gods werkzame tegenwoordigheid in dit leven en deze wereld, zodat er te leven en te sterven valt, om de intensiteit van Gods scheppende tegenwoordigheid om het Koninkrijk Gods, waarin alle dingen nieuw gemaakt en alle tranen afgewist worden, waarin de dood verleden is en de hemel en de aarde herschapen zijn. Het gaat om de toekomst van God, de wereld en de mensen, om het „God alles in allen".
Het gaat om de rechtvaardiging, de bevrijding en de verheerlijking van al het geschapene. En het gaat om het begin van deze toekomst, het voorgoed begonnen begin, dat God maakte toen Hij Jezus uit de doden heeft opgewekt.
Dat dit geloof op de proef wordt gesteld, is begrijpelijk en heilzaam. Daarbij zijn we aangewezen op het getuigenis van de apostelen. Toch niet uitsluitend. Wij zijn ook aangewezen op de levende Heer zelf, die gezegd heeft: „Zie, Ik ben met u, alle dagen, tot de voleinding der wereld".
Geloven dat het echt gebeurd is, is kiezen voor deze levende Heer. Zonder Hem leven wij in een blinde wereld en achter gesloten deuren. Een lege prediking. De bazuin staat aan de mond, maar er komt geen geluid uit. Een leeg geloof. Wij grijpen naar een hand, maar er is geen hand. De levende Heer zet de leegte om in volheid. Wij horen het evangelie en Gods hand grijpt onze hand. Jezus' opstanding is Gods „ja" op onze wereld en ons leven. De toekomst is aan God en daarom heeft de wereld en hebben wij toekomst.
Wie in het „echt gebeurd" van Jezus' opstanding gelooft, kan geen geseculariseerd christen zijn, die in deze wereld op- en ondergaat, maar ook geen piëtist, die deze wereld ontvlucht.
Midden in deze wereld heeft hij Gods nieuwe schepping ontdekt. Hij houdt het leven niet krampachtig vast, maar verwerpt het ook niet lichtvaardig. Deze prediking is geen opium en dit geloof is geen illusie.
Het is echt gebeurd: de Heer is waarlijk opgestaan. En het zal echt gebeuren: God zal zijn alles in allen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1980

De Wekker | 12 Pagina's

Hij is opgewekt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1980

De Wekker | 12 Pagina's