Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als de amandelboom bloeit (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de amandelboom bloeit (IV)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amandelbloesem
De titel waaronder deze reeks artikelen verschijnt. „Als de amandelboom bloeit is", zoals reeds vermeld en begrepen, ontleend aan Prediker 12.
Het is het mooie, waarschuwende en tot echte levenswijsheid oproepende slothoofdstuk van het zo geheel in oosterse trant geschreven boek der wijsheid.
Wie dit boek met westers logisch denken en concluderen wil verstaan struikelt al snel over de allegorie naast de beschrijving van de werkelijkheid en over schijntegenspraak waarin de wijze Prediker verward zou geraakt zijn. Dan staan levensoptimisme: Welaan dan, eet uw brood met vreugde en drink uw wijn met een vrolijk hart, want als ge dit doet dan heeft God dit reeds lang zo gewild: Laat uw klederen te allen tijde wit zijn . . . geniet het leven met de vrouw die ge liefhebt . . . naast een angstig levenspessimisme: de mens weet niets van wat vóór hem ligt. Alles is gelijk voor allen, éénzelfde lot treft de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en de reine, als ook de onreine . . . want de mens kent zijn tijd niet, evenals de vissen die in het verraderlijk net gevangen worden . . . evenals zij worden de mensenkinderen verstrikt ten tijde des kwaads als hen dit plotseling overvalt...
Maar wie in de oefenschool van het leven zelf niet aan alle vragen voorbij is gegaan, maar er soms door gekweld is geworden, verstaat iets van wat de Prediker als slotsom van al zijn zoeken en onderzoeken noteert: ijdelheid!
Zijn het juist niet vragen die op kunnen komen als je wat ouder geworden meer terug gaat zien, dan vooruit? Als je bij je pensionering even tot de ontstellende gedachte komt: het grootste deel, het beste misschien, heb ik gehad!
Wat is toch de zin van al het zwoegen en werken, het tobben en zorgen. Er was een tijd, toen je zelf tot de jonge generatie behoorde, dat je ook meende het beter, natuurlijk veel beter, moderner, met andere middelen, niet zo ouderwets eenvoudig en bekrompen, maar ruimer en rijker te zullen doen . . .
Maar als je nu terugkijkt? Nee, niet dat je niets gedaan hebt en zelfs mogelijk ook wel wat hebt mogen bereiken met al je werken en zwoegen, maar je moet de Prediker wel gelijk geven, dat die mens die zo stoer doet met al zijn grote idealen en verwachtingen van zichzelf en anderen, wel tot de ontdekking komt in werkelijkheid maar klein te zijn, zo beperkt en afhankelijk!
Hij is ook maar één uit zovelen, had ook maar zo weinig tijd om zo veel te willen. Zijn arm bleek tekort om wereldwijd wat te doen, zijn hand te klein om het stuurrad van het leven bij te sturen. Hij heeft hoe hij er ook tegen op botste, het kwaad, het onrecht onder de mensen, het leed en het verdriet, de dood ook niet weg kunnen krijgen.
Eén die zich heeft vermoeid in de tredmolen van het leven.
Maar wat voordeel heeft hij van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon? Het is zo kort, zo snel voorbij, zo vergankelijk. Alles is ijdelheid, wel mooi, beloftevol, maar weer snel verbleekt als het morgenrood. Het ene geslacht gaat en het andere komt, maar de aarde blijft altoos staan!
De zon komt op - weer een nieuwe dag. Ze is zó weer ten einde en de zon snelt al weer naar de plaats waar ze opkomt, dag in, dag uit. . .
Onophoudelijk stromen de rivieren en de beken naar de zee. Maar voller wordt ze er niet van! Is het voor het oog niet alles zinloos?
Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend - zegt de Prediker.
Het oog wordt niet verzadigd van zien - altijd weer, altijd meer, altijd benieuwd naar wat anders; het oor wordt niet vervuld van horen. Maar wat is er voor nieuws? Wat geweest is zal er zijn en wat komt als het allernieuwste is al geweest. Er is niets nieuws onder de zon.
Zelfs de grote prestaties van kleine mensen zijn zo spoedig vergeten!
Wat voor zin heeft het alles met moeite en getob te vergaderen, geld, goed, kennis, bekwaamheden - straks moet je alles achterlaten aan hen die zich er helemaal niet voor afgetobd hebben! Ook dat is ijdelheid . . .
Is er dan niets blijvends?
Ja! Want boven al het tijdelijk gewoel, het zwoegen en worstelen van de kleine mens staat de eeuwige God!
Het komt van Hèm als we bij al ons zwoegen ook nog het goede mogen genieten. Hij beschikt de bezigheden in ons leven. Hij regeert met wijsheid en gaat Zijn gang terwijl de kleine mens van dat werk Gods van het begin tot het eind, dat eeuwigheidswerk niets kan uitvinden. Daarom is het wijs te leren, en er naar te handelen, dat het niet om ons gaat maar om God. Niet wij met onze kleine en grote begeerten en verlangens hebben de toekomst in onze hand, maar Hij.
God is de Schepper, de bron en Formeerder van ons leven - Hij is het die straks ons opwacht in de poorten der eeuwigheid. Hem zullen we met heel dat leven van dag en nacht, van vreugde en verdriet, van zorg en zegen moeten ontmoeten.
Want ons leven gaat niet op in de dingen die vergaan, maar heeft eeuwigheidswaarde, eeuwigheids-toekomst.
Oud worden is dan ook slechts de voorbereidingstijd achter je hebben. Het is de leerschool doorlopen hebben om de ware wijsheid te kennen.
Oud en grijs is dan ook niet nutteloos, overbodig, verstervend.
Het is - zegt de Prediker - als de amandelboom die bloeit!
Temidden van allerlei verschijnselen van afbraak, verval van kracht en minder worden van vermogen, staat daar: als de amandelboom bloeit.
Het was dit jaar al vroeg in het voorjaar dat er amandelbloesem (uit Israël) naast de eerste prille prunus-takjes op de markt te koop waren.
Hagelwit met iets rose in het hart.
De amandelbomen met hun witte bloesem - als de bloem rijp wordt wordt ze geheel wit - zijn het beeld van de grijsheid, de ouderdom.
Maar er is toch iets moois in dit beeld uit de natuur! Het is bloesem! De amandelboom bloeit, dus leeft en het leven functioneert. De bloeiende boom is geen teken van versterven, van afgedaan hebben, maar van leven van vruchten dragen, van toekomst!
De amandelbloesem is vrijwel de eerste bloesem in het prille voorjaar. Zelfs als de winter maar niet scheiden wil en alles lang dor en koud blijft is - zoals de sneeuwklokjes en de eerste crocusjes bij ons - de amandelbloesem het zekere bewijs dat de trouwbeloften van de Schepper niet falen! Zomer en winter zullen elkaar immers afwisselen, het leven gaat door!
Als de amandelboom bloeit is er hoe dor en kaal alles nog mag zijn zekerheid van leven en levenstoekomst, want zo heeft de Schepper het gewild en Hij blijft trouw!
En als u de grijsheid dragen gaat, niet als een last maar als „een sierlijke kroon", ook al is het kil en wordt het donker en minderen uw lichamelijke krachten - is dan uw leven als de amandelboom, beloftevol van toekomst een blij getuigenis: het leven is en gaat door.
Oud zijn is niet versterven, maar openbloeien naar Gods heerlijkheid!
Die God die het Kruis op de schouder van Zijn Zoon heeft gelegd maar op Golgotha geen eindpunt van de levensweg, van het leven der mensen maakte, maar de opening, de doortocht naar de Paasmorgen van het Leven, alleen in Hem en door Hem!
En wie de ware wijsheid heeft geleerd en betracht in de vreze des Heren in zijn leven, die kan niet alles netjes als puzzelstukjes in elkaar passen, die kan ook Gods wegen en Gods werken lang niet altijd begrijpen, maar die heeft de zin van het moeitevolle leven verstaan. Die weet het ging en het gaat niet om ons, maar om Hem die ons heeft liefgehad en ons roept tot verzoend leven in heerlijkheid! Leven zonder zorg, zonder moeite en getob. Leven met Hem!

De bloei van de amandelboom in de grijsheid van de levensavond brengt dan een vreugdevolle boodschap aan het volgend geslacht!
Het leven gaat door van geslacht tot geslacht want de Schepper draagt het in Zijn trouw en wie de Here vreest weet, de dood is verslonden tot overwinning. Straks bloeit het leven eerst ten volle open om eeuwig vrucht te dragen.

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Als de amandelboom bloeit (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1980

De Wekker | 8 Pagina's