Kort verslag van de vergadering van de classis Utrecht dd. 6-3-1980

Namens de roepende kerk van 's-Hertogenbosch opende drs. Joh. Kruis de vergadering; hij las Jesaja 55: 1-3 en 6-13, nadat we gezamenlijk psalm 25: 2 en 4 gezongen hadden, en ging voor in gebed. Na zijn openingswoord n.a.v. het gelezen Schriftgedeelte heette hij naast de andere afgevaardigden bijzonder welkom de nieuwe predikant van Driebergen, ds. J. v.d. Vlies, en de nieuwe predikant van Woerden, ds. P.J. van Dam. De gemeente Utrecht-Noord wordt gefeliciteerd met het nieuwe kerkgebouw en Woerden met het kerkorgel.
Na onderzoek van de lastbrieven wordt de wettigheid van de vergadering vastgesteld, waarbij aan een diaken keurstem wordt verleend.
Het moderamen, benoemd op de vorige vergadering, bestaande uit ds. A. Hilbers, praeses; drs. Joh. Kruis, ass. I; ds. J.W. Maris, ass. II; ds. H.D. Rietveld, scriba, neemt plaats.
De praeses dankt de kerkeraad van 's-Hertogenbosch voor het voorbereiden van de vergadering.
Enkele later ingekomen stukken worden alsnog aan de agenda toegevoegd. Ds. Nieuwenhuijze maakt bezwaar tegen het ronddelen van één van deze stukken, waarop het weer wordt ingenomen. De zaak zelf wordt wel op de agenda geplaatst. Ds. Van Vuuren vraagt, of één van de andere ingekomen stukken wel wettig ter tafel is. Ook dit is vermenigvuldigd en ter vergadering uitgedeeld. De vergadering zal later beslissen, of deze brief al dan niet behandeld kan worden.
Als verslaggever voor de kerkelijke pers wordt benoemd ds. D.J. van Vuuren en in de stemcommissie nemen zitting de brs. Petersen en Visser.
De notulen van de vorige vergadering worden na goedkeuring vastgesteld.
De kerkeraad van Utrecht-Noord, die de mogelijkheid onderzoekt om een beroep uit te brengen op ds. C. Bos, predikant van de Free Reformed Church te Chatham (Ont.), Canada, deelt mede, dat bij Deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken ingewonnen inlichtingen positief zijn, evenals de uitslag van hef voorlopig horen van de gemeente. Na het voorlezen van een brief van voormelde Deputaten blijken ook in de classis geen bezwaren te bestaan, zodat het advies aan Utrecht-Noord positief is.
De kerkeraad van Leerdam heeft een instructie ingezonden, die beoogt te komen tot een goede kerkelijke regeling van de arbeid vanuit onze kerken in België. Een brief van de kerkeraad van Zaamslag aan de kerkeraad van Leerdam, waarvan de afgevaardigden afschrift hebben ontvangen, kan als niet ter zake zijnde niet in behandeling worden genomen, temeer daar ze nog niet door de kerkeraad van Leerdam is afgehandeld. Naar aanleiding van de instructie worden meerdere vragen gesteld en opmerkingen gemaakt, waaruit vooral een zekere huiver blijkt t.o.v. het door een nieuw op te richten Deputaatschap bundelen van alle arbeid* in België. De instructie wordt niet doorgezonden naar de P.S. Wel is de vergadering van mening, dat door de classis een commissie moet worden ingesteld, die een betere samenwerking tussen de verschillende in België werkzame evangelisatie-commissies zou moeten bevorderen. Later worden als leden van deze commissie benoemd de brs. Lamet, ds. v. Mulligen en ds. v. Vuuren. Aangezien echter gebleken is, dat op de classis Amersfoort een instructie van dezelfde strekking als die van Leerdam met algemene stemmen is aangenomen en doorgezonden naar de P.S. van het Oosten, wordt besloten, dat de commissie met haar werkzaamheden niet zal starten, voordat de P.S. en eventueel de G.S. inzake deze aangelegenheid een besluit genomen heeft.
De praeses heet de inmiddels ter vergadering gekomen deputaten naar art. 49 k.o. hartelijk welkom, en geeft in bespreking het verzoek van de kerkeraad te Mijdrecht om aan ds. M.W. Nieuwenhuijze eervol emeritaat te verlenen. Nadat op verzoek van de praeses Deputaten zich hebben beraden, en zij een positief advies hebben uitgebracht, verklaart de classis zich eenstemmig accoord met de emeritering. De praeses leest de akte van emeritaatsverklaring voor, spreekt ds. Nieuwenhuijze in hartelijke bewoordingen toe, en memoreerde daarbij verschillende dingen uit diens weg als predikant in onze kerken gedurende 46 jaren. Namens Dep. art. 49 sluit ds. G. Leendertse zich daarbij aan. Op verzoek van de praeses wordt ds. Nieuwenhuijze staande toegezongen psalm 122: 3. In een korte, warme toespraak neemt ds. Nieuwenhuijze „afscheid" van de classis, daarbij de wens uitsprekende naar Efeze 4: 15, dat wij de waarheid van het Evangelie onder elkander mogen betrachten in liefde: „broeders, houdt die Waarheid vast, spreekt er met elkander over, maar doet het in liefde", aldus ds. Nieuwenhuijze.
De praeses gaat voor in gebed en dankzegging en sluit dit gedeelte van de vergadering.
Nadat de goed verzorgde maaltijd is genuttigd, heropent de praeses de vergadering en stelt aan de orde de instructie van de kerkeraad van Utrecht-Centrum betr. een nauwer samenleven met de Ned. Geref. Kerk ter plaatse. Vanuit de classis worden enkele vragen gesteld m.b.t. het contact hierover met Utrecht-Noord, de vormgeving van het nauwere samenleven, en de genoegzame eenparigheid in de gemeente. Het blijkt, dat vanuit de gemeente geen tegenstemmen of bezwaren zijn ingebracht. Op verzoek van de praeses beraden Dep. art. 49 k.o. zich. Bij monde van ds. Eerland delen zij later mede, dat zij formeel geen bezwaren kunnen inbrengen, aangezien aan de kerkelijke bepalingen is voldaan. Deputaten geven ook uiting aan de gedachte, dat de zaak niet bepaalt leeft in de classis; zij menen wel, dat Utrecht-C eerder contact had moeten opnemen met Utrecht-N; en tenslotte is bij hen de vraag opgekomen, wat nu het eigenlijke doel is van het nauwer samenleven; waar wil men uiteindelijk naar toe? De praeses geeft de instructie in stemming; er blijken 19 vóór- en 18 tégen-stemmers te zijn. De kerkeraad van Utrecht-C wordt vanuit de vergadering, gezien deze uitslag, gemaand tot grote voorzichtigheid.
De praeses zegt Dep. art. 49 k.o. dank voor de door hen t.b.v. de classis verrichte werkzaamheden.
Ds. Kruis geeft een overzicht van het programma, dat door de ingestelde Commissie is samengesteld voor begeleiding van de studie van br. K. Groeneveld, ter voorbereiding van het examen naar art. 8 k.o
Ook nu blijken meerdere gemeenten vermaand te moeten worden i.v.m. het niet of onvoldoende bijdragen aan bepaalde kerkelijke kassen.
Rapporten van te Vianen en te Driebergen gehouden kerkvisitatie worden voorgelezen en besproken.
Een bezwaarschrift van ds. Blom inzake het meewerken van één van de classis-predikanten aan een dienst in een Ned. Herv. Kerk, waar een vrouw in het ambt van dienaar des Woords werd bevestigd, wordt - nadat br. Molenaar als afgevaardigde van de kerk te Mijdrecht een toelichting heeft gegeven - niet in behandeling genomen.
Van de kerkeraad te Hilversum-C is een instructie ter tafel, die handelt over het herstellen van de broederlijke omgang in de classis, waar die niet juist functioneert. Na een korte bespreking wordt besloten een Commissie te benoemen, bestaande uit de brs. Van Ledden, ds. Maris en Molenaar. Deze Commissie zal op de najaarsclassis rapporteren en richtlijnen geven om tot een broederlijke bespreking te komen.
Na een groot aantal schriftelijke stemmingen blijken te worden afgevaardigd naar de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten: de predikanten Blom, Hilbers en Van de Weerd, met als secundi Kruis, Maris en Beekhuis; de ouderlingen Ippel, Van Ledden en Versluis, met als secundie Molenaar, Overwater en Bor; de diaken Van Vulpen, sec. Van Schaik. Voorgelezen worden de verslagen van de Commissie-Adma en van de classis-contracta.
Na het afscheid van ds. Nieuwenhuijze op D.V. 1 juni a.s. wordt afgevaardigd ds. J.W. Maris.
Afgevaardigden van 15 gemeenten geven verslag naar art. 41 k.o. Hierin wordt o.a. vermeld, dat Culemborg bezig is aan een verbouwing en vernieuwing van het interieur; dat in Leerdam restauratie van het kerkorgel plaatsvindt en men de mogelijkheid onderzoekt de verenigingsruimte te vergroten; dat Utrecht-N nu in het bezit is van het vroegere orgel van Sliedrecht-C en het vroegere orgel van Utrecht-N in Woerden is terechtgekomen, en tenslotte een door de verhuizing van Utrecht-N overtollig geworden kerkorgel naar Nijkerk verhuist. Noordeloos memoreert het overlijden van ouderling Slob, die de gemeente niet minder dan 53 jaren in het ambt heeft gediend.
Hilversum-Centrum wordt aangewezen als roepende kerk voor de najaarsclassis D.V. 23 oktober te Utrecht- Centrum. Het moderamen zal dan bestaan uit: ds. Kruis, praeses; ds. Maris, ass. I; ds. Van Mulligen, ass. II; ds. Van Dam, scriba. Leerdam, Maarssen en Meerkerk zullen dan een diaken afvaardigen.
Van de rondvraag naar art. 43 k.o. werd geen gebruik gemaakt.
Nadat ds. Kruis de praeses heeft bedankt voor zijn vaardige leiding, laat ds. Hilbers na lezing van 1 Johannes 5: 1-12 zingen psalm 99: 8 en gaat hij voor in gebed en dankzegging. De praeses sluit de vergadering.

D.J.v.V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen