Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen de tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen de tijden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit nummer verschijnt op de dag na Hemelvaart. Het Pinksterfeest ligt voor ons. Tussen Hemelvaart en Pinksteren bezinnen we ons op het karakter van de tijd, die wel aangeduid is met de benaming „tussen de tijden".

Typering
Men bedoelde met deze typering aan te geven dat we een belangrijke tijd achter ons hebben en dat er een belangrijke tijd voor ons ligt. Christus heeft Zijn heilswerk volbracht in grote gehoorzaamheid. Toen Hij ten hemel werd opgenomen was Zijn vernedering definitief ten einde. Hij besteeg de troon aan 's Vaders rechterhand. De verlossing is een feit. Alles, alles is voldaan. Een periode wordt afgesloten waar eeuwenlang naar was uitgezien.
Maar tegelijk wordt een nieuwe periode aangekondigd. Dat gebeurde reeds op de Hemelvaartsmorgen door de hemelboden op de Olijfberg. Deze Jezus - Dezelfde en geen ander - zal alzo wederkomen zoals u Hem hebt zien heengaan. Hij komt terug. Hij komt zelfs op dezelfde wijze terug: op de wolken. De gemeente, die leeft uit deze ten hemelgevaren Koning, in nauwe verbondenheid met Hem, wordt nu onder spanning gezet. Zij mag en moet uitzien naar de komende tijd, de tijd van de openbaarwording van de verworven verlossing: de tijd, die zal aantonen publiek dat Christus totaal en mondiaal Triumfator is. Maar zover is het nog niet, maar het komt. Intussen leven we nu tussen de tijden; tussen de tijd dat de Heiland niet meer op deze aarde en nog niet is teruggekomen.
Midden in de tijd levend terwijl de jaren voortwentelen en de jaarcijfers steeds sneller lijken te verspringen en het magische jaar 2000 in het zicht komt, leven we tussen de twee belangrijke tijden, tussen verleden en toekomst in het heden.

Spanning
Het behoeft niet veel betoog dat dit een geweldige spanning meebrengt - een spanning, die voor velen in de loop der eeuwen te sterk is geworden zodat ze een oplossing meenden gevonden te hebben om het zich wat gemakkelijker te maken, althans minder moeilijk, minder problematisch dan het Evangelie het stelt en het alles daardoor meer acceptabel te maken voor de mens van deze tijd, kerkelijk of buitenkerkelijk.
Zo zijn er mensen geweest die alle nadruk leggen op het verleden ten koste van de toekomst. Zij zien uitsluitend terug, leven uit het verleden en voor het verleden, bijten zich a.h.w. vast in het verleden met alle gevolgen van dien. Het verlossingswerk van Christus krijgt dan alle nadruk. Wat op Golgotha gebeurd is wordt niet ontkend en de opstanding van Christus is een onloochenbaar feit waar niet aan getornd wordt, maar het blijft alles verleden tijd zonder dat er een duidelijke verwachting is van en naar de toekomst. We kunnen rustig stellen dat die theologie die niet doortrokken is van de verwachting van Christus' wederkomst, maar de heilsfeiten uit het verleden krachtig wil handhaven, heel vaak een dualisme heeft geschapen tussen leer en leven, tussen zondag en werkdag, tussen geloven en beleven. Wie alle nadruk legt op het verleden verstart en verdort. Het betekent een steriel leven.
Er zit geen werfkracht in.
Aan de andere kant zijn er ook christenen geweest die alle nadruk legden op de toekomst ten koste van het verleden. De heilsfeiten uit het verleden laten zij verdampen; zij prediken een geweldige toekomst en roepen ook met alle kracht op om zich voor de toekomst in te zetten en zo die toekomst naar zich toe te halen, Hoevelen hebben in de loop der eeuwen niet willen vooruitgrijpen. Wat zijn er een overspannen verwachtingen gepredikt, gekweekt en gekoesterd door allerlei sekten en in allerlei theologiën omdat men dit „nog niet" maar moeilijk kon verdragen en het tijdstip wilde versnellen naar het „toch wel".
Het kan ook nog anders: men kan zoveel nadruk leggen op het heden dat men terwille daarvan zowel verleden als toekomst vergeet. Dan verdwijnt het Evangelie in feite uit het gezichtsveld en is het de mens die geschiedenis maakt, die het moet doen, van wie alles wordt verwacht.
Vele theologen van de revolutie zijn met deze geest vervuld en menen dat alleen wanneer men op deze wijze theologiseert, predikt, kerk is, de gemeente nog iets te betekenen heeft. Want dat is uitgesloten bij een boodschap waarbij de nadruk ligt op: nog niet en niet meer, tussen de tijden! - zo zegt men.

Instelling
Voor wie bij het Evangelie wil leven moet het duidelijk zijn dat de voleinding er nog niet is, maar komt, gewaarborgd door het feit dat Jezus nu reeds met heerlijkheid en eer is gekroond (Hebr. 2: 8 en 9).
Een christen leeft daarom zowel bij het verleden als bij de toekomst met al de spanningen die dat met zich meebrengt.
Hij kan het verleden niet doorstrepen terwille van de toekomst, want dan komt de toekomst in de lucht te hangen. Immers die toekomst is gegrond in en gewaarborgd door hetgeen in het verleden geschied is: het heilswerk van Christus.
Maar hij mag ook de toekomst niet vergeten terwille van het verleden. Want de heilsfeiten uit het verleden, goed verstaan, roepen juist om de toekomst, beloven deze toekomst. Het verleden komt pas goed tot vervulling in de toekomst. Christus' eerste komst zonder Zijn tweede komst zou tevergeefs zijn geweest. Zijn opstanding luidt de toekomst in. De toekomst is al begonnen. Er mag geleefd worden in het heden van de toekomst.
Dat betekent dat een christen zowel conservatief als progressief is, goed verstaan.
Conservatief omdat hij leeft uit het verleden en dat verleden tot geen prijs zou kunnen doorstrepen.

Maar hij is ook progressief want dat verleden is het laatste en het hoogste niet. Het beste komt nog. Daarom ziet de christen uit naar wat komt. Hij strekt zich daar zelfs naar uit, zo dat hij vergeet wat achter hem ligt - niet vergetend de heilsfeiten uit het verleden, maar wel innerlijk brekend met alles wat hem aan het verleden bindt op ongezonde, zondige wijze alsof daar alle heil van te verwachten zou zijn.
Dat is de juiste instelling van de christen: conservatief en daarom progressief; progressief omdat hij conservatief is.
Een christen kan niet conservatief zijn in de zin dat hij zijn ogen sluit voor de toekomst; en een christen kan niet progressief zijn in de zin dat hij zijn ogen sluit voor het verleden.
Maar levend uit het werk van Christus in het verleden geschied, strekt hij zich daarom uit naar Christus' toekomst - dat is leven tussen niet meer en nog niet.

Consequenties
Dat brengt wel heel wat consequenties mee voor het leven in deze wereld.
Duidelijk is dat dit leven niet het een en al kan zijn en mag zijn. Dit leven gaat voorbij. Dit leven heeft in zich geen heilskracht; er kan alleen heilskracht aan worden gegeven door de Verlosser uit het verleden Die ons in het heden doet verlangen naar de toekomst.
Ongelukkig de mens die alleen voor dit leven leeft. Alles is aan verandering en verdwijning onderhevig. De Joegoslavische staatsman Tito mag tientallen dagen in het leven zijn gehouden, maar ook hij is de weg van alle vlees gegaan. Sterven moeten we allemaal. Wat is ons leven maar een kort traject op de baan van de tijd zelfs als we tachtig, negentig, honderd jaar zouden worden.
Het betekent ook dat niet de tijd, de geschiedenis beslissend is. De zeer onlangs overleden Franse filosoof Jean Paul Sartre heeft het duidelijk willen zeggen: de mens moet in Gods stoel gaan zitten om eigen mensen te scheppen en zijn eigen wereld en situaties. De mens maakt de geschiedenis. Hij is gedoemd tot vrijheid. Deze vrijheid is een vloek, de hoogste vorm van menselijke waardigheid. Alles is geoorloofd omdat God niet bestaat, maar de mens existeert.
Wie leeft tussen de tijden kan niet anders dan met medelijden enerzijds, maar ook met grote beslistheid anderzijds zich van een dergelijke nihilistische wijsbegeerte afwenden.
Het betekent ook dat men niet horizontaal kan leven. Wie dat doet zonder enige band aan verleden en toekomst leeft de nacht tegemoet waar geen dageraad op volgt; hij beneemt ander en zichzelf uiteindelijk de bestaansmogelijkheid. Er is geen verwachting; geen uitzicht; geen toekomst.
Het toenemend aantal zelfmoorden, de propaganda voor euthanasie, het recht dat de mens wil hebben om zelf zijn levenseinde te bepalen in dit walgelijk bestaan, bewijzen alleen maar hoe weinig besef er nog is van de rijkdom van de ten hemel gevaren Koning, Die alle dingen regeert.

Positief
Zo mogen we het dan ook positief zeggen en beleven.
Leven tussen de tijden wil zeggen: er wordt geregeerd. Wij behoeven het gelukkig niet te doen. Het is gedaan en het wordt gedaan. Tussen de tijden - wij belijden het iedere zondag - wil zeggen dat nu van Christus nog geldt „zittende ter rechterhand Gods".
In die tijd leven we: ja de tijd van Chomeini, Carter, Begin, Sadat; de tijd van bezetting en gijzeling, revolutie en anarchie - maar boven allen en alles: Christus zittende terrechterhand Gods, vanwaar Hij komen zal.
Dat brengt ons tegelijk bij het tweede: nu is er verwachting. We zien nog niet, we hebben nog niet, we zijn er nog niet, nog lange niet zucht iemand. Alles waar, maar „nog niet" betekent: er komt een eind aan; het komt toch wel. Niet omdat wij het zien, wij het verdiend hebben, wij het ons waard maken, maar omdat Hij het beloofd heeft en het begin het eind absoluut waarborgt.
Die verwachting mag en moet het leven doortrekken, kan jaloers maken, kan doen belijden: en toch! Niemand die dieper lijdt aan de tijd dan de christen, maar ook niemand die beter boven de tijd en het tijdsgebeuren kan uitkomen dan diezelfde christen: Hij komt.
Daarom betekent leven tussen de tijden: er is uitzicht. Het kan zo donker, zo horizontaal, zo gesloten, zo demonisch niet zijn of er is toch meer; er is perspektief. Dat alleen kan een mens staande houden.
Dat is het geheim geweest van de christen de eeuwen door.
Hebben we dit geheim alleen van horen zeggen?
Moeten wij het opnieuw leren misschien in een uiterst moeilijke weg, die het einde betekent van een rustig welvarend leventje waarop wij bijna recht meenden te mogen hebben en we als normaal taxeerden, terwijl het juist abnormaal is.
Als dat zou moeten dan toch altijd met Gods bedoeling: zo bereid te worden, gereinigd, gelouterd, gezuiverd worden om Zijn lof te vertellen.
Dat is leven tussen de tijden - zin en doel van dit leven.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Tussen de tijden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1980

De Wekker | 8 Pagina's