Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Persverslag van de Part. Synode van het Westen in vergadering bijeen op 24 april 1980

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Persverslag van de Part. Synode van het Westen in vergadering bijeen op 24 april 1980

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Namens de roepende kerk van Leiden, opent ds. W.J. Quist van Rijswijk, als consulent van Leiden, deze particuliere synode. We zingen ps. 89: 7 en 8, en ds. Quist gaat ons voor in gebed, waarna hij ons leest Gal. 5: 13 - 26, waarin zo duidelijk de vrijheid in Christus naar voren komt.
Na het openingswoord vindt het onderzoek van de lastbrieven plaats. Van ds. v.d. Weele is bericht ontvangen, dat hij onverwacht niet ter vergadering kan komen, terwijl ook zijn secundus niet in de gelegenheid is aanwezig te zijn. Bovendien zijn twee broeders vervangen door secundi. De wettigheid van de vergadering wordt vastgesteld. Na enkele stemmingen hebben we het volgende moderamen, ds. van Smeden, praeses, ds. Drechsler, scriba, en ds. Biesma, assessor. Br. van Wijngaarden wordt opnieuw als quaestor aangewezen, terwijl br. Westerhof zijn sec. zal zijn. Ds. van Dijken wordt verzocht de kerkbladen aan het nieuws over deze P.S. te helpen, terwijl de brs. de Jong en van Staveren de boeken van de quaestor zullen kontroleren. Enkele broeders uit Leiden zullen het druk hebben met het verzorgen van de verkiezingen.
Wat de agenda betreft zijn er enkele instructies, die op voorstel van het moderamen, zo mogelijk behandeld zullen worden bij de bespreking van rapporten, die te maken hebben met zaken waarover de instructies handelen.
De rapporten van diverse deputaatschappen worden in bespreking gegeven. Bij het verslag van dep. art. 19, dat handelt over het studiefonds, komt naar voren dat dit deputaatschap zich, door de veranderde omstandigheden, overbodig acht. De gelden en het beheer daarvan kunnen volgens deputaten, het best ondergebracht worden bij deputaten financieel van de Theol. Hogeschool. In deze geest zullen ook voorstellen gedaan worden aan de G.S.

Bij het verslag van de Kas Onderlinge Bijstand, komt ook de instructie van de classis Haarlem ter sprake, die een verfijning beoogt van het zg. „draagkrachtenbesluit" van de G.S. van 1977. De instructie luidt:

„De G.S. besluite de redaktie van het Draagkrachtenbesluit, zie Acta van de G.S. 1977, art. 63 sub 6b, te wijzigen als volgt:

„Elke gemeente die minder dan 250 leden telt en een predikant in dienst heeft, mag terugbetaling vragen aan Deputaten Onderlinge Bijstand van ten hoogste 75% van het betaalde totaal der minimumbijdragen. Indien naar het inzicht van de kerkeraad de financiële positie en draagkracht van de gemeente hiertoe aanleiding geven. In het jaar waarin een predikant in dienst van een gemeente treedt, resp. het dienstverband beëindigt, kan met inachtneming van vorenstaande terugbetaling van bedoelde bijdrage gevraagd worden, naar evenredigheid van het aantal volle maanden, na de maand, waarin een predikant in dienst treedt, resp. naar evenredigheid van het aantal volle maanden, vóór de maand waarin een predikant het dienstverband beëindigt." "
Na enige bespreking wordt deze instructie aanvaard.
Bij het rapport van het curatorium van de Theol. Hogeschool komen ook twee instructies van de classis Amsterdam in bespreking. De eerste bedoelt een officiële vorm van dienen binnen de kerken te bereiken, voor broeders en zusters die hun studie aan de Theol. Hogeschool hebben afgerond of een opleiding aan een reformatorische bijbelschool met goed gevolg hebben beëindigd, maar voor wie het predikambt in onze kerken niet openstaat, of wie dat ambt niet begeren. Na uitvoerige bespreking komen er twee voorstellen in stemming. Het eerste voorstel is er op gericht de instructie, zij het in gewijzigde vorm te aanvaarden, het tweede voorstel beoogt de instructie voor nadere bestudering terug te verwijzen naar de classis Amsterdam. Bij stemming behalen beide voorstellen 10 stemmen, zodat de instructie niet is aanvaard.
De tweede instructie van de classis Amsterdam luidt als volgt:
„De G.S. geve aan deskundigen in onze kerken de opdracht te onderzoeken, op welke wijze de invoering van informatie-verwerkende systemen kan worden benut voor de studie, de bibliotheek of administratie van de Theol. Hogeschool.
Tevens worde onderzocht, hoe en op welk wijze plaatselijke predikanten van deze gegevens zo efficiënt mogelijk gebruik kunnen maken."
Gehoord de bespreking, waarin door verschillende afgevaardigden gewezen wordt op het onduidelijke van de instructie, neemt de classis Amsterdam de instructie terug. Veel goede dingen komen naar voren in de rapporten betreffende allerlei kerkelijk werk, waarbij we met name noemen, de buitenlandse zending, de evangelieverkondiging onder Israël, de evangelisatie en het werk in de polders. De betrokkenheid bij dit werk komt duidelijk in de vragen en opmerkingen naar voren.

Na ruime bespreking wordt de volgende instructie van de classis 's Gravenhage aanvaard:
„De classis 's Gravenhage van de Chr. Geref. Kerken in Nederland
a. op de hoogte van de besluiten van de synode 1974 (art. 168 sub 3) en 1977 (art. 171);
b. ziende op de misverstanden die de uitzending van zgn. „evangelisatiediensten" per televisie zowel binnen als buiten onze kerken oproept;
c. spreekt de wenselijkheid uit om in de toekomst ook kerkdiensten als bedoeld in art. 64 K.O. per televisie uit te zenden, zulks met inachtneming van het bepaalde in art. 69 K.O.
d. verzoekt daartoe de Particuliere synode aan de G.S. te vragen het besluit van de 1956 (art. 26) te herzien en aan deputaten op te dragen het onder c. genoemde ten uitvoer te brengen."
zodat op de tafel van de komende G.S.' het verzoek komt te liggen om ook gewone kerkdiensten per televisie te laten uitzenden.

Voor de komende G.S. werden de volgende broeders afgevaardigd als primi:
de predikanten: Biesma, Drechsler, van Dijken, Rutters, van Smeden en Witzier; de ouderlingen: van Beek, Bijleveld, Drieënhuizen, Hofland, van Westrienen en van Wijngaarden; als diaken: br. Kiljan.
Als secundi de predikanten: Bouw, Slagboom, Wallet, de Jong, Hamstra en H. de Graaf;
de ouderlingen: Huisman, Pieper, v.d. Wal, van Eek, Wiegman en Floor; als diaken: van Staveren.
Bij predikanten en ouderlingen is de volgende secundus tertius, de tertius diaken is br. Koopman.

Tenslotte zijn nog vermeld dat de financiën van de P.S. in orde werden bevonden, dat de broeders uit Leiden alles keurig hadden verzorgd, dat de koster en zijn vrouw ons voortreffelijk van eten en drinken voorzagen en dat ds. van Smeden ons met vaardige hand wist te leiden.

Van de roepende kerk ontvingen alle afgevaardigden een lepeltje, dat was vervaardigd ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van onze kerk in Leiden.
Alles overziende, waren de dankwoorden van de praeses aan de kerk van Leiden en diens consulent, en later de dankwoorden van de assessor aan de praeses volkomen op hun plaats.
Na schriftlezing en gebed, werd deze vergadering van de Part. Synode 1980 door de voorzitter gesloten.

verslaggever, J. van Dijken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1980

De Wekker | 12 Pagina's

Persverslag van de Part. Synode van het Westen in vergadering bijeen op 24 april 1980

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1980

De Wekker | 12 Pagina's