Boekbespreking

L.M.P. Scholten, Buiten de („zichtbare") kerk geen zaligheid. Uitgave van KLS, Adm. Criterium, Streefkerk. 34 blz. ƒ 4,50.
De heer Scholten, die als journalist genoeg in aanraking komt met de vragen van kerk en theologie, heeft zich met zijn lezing over een bekende passage uit art. 28 van de Ned. Geloofsbelijdenis op theologisch terrein begeven. Het is wel min of meer een waagstuk om dit onderwerp te behandelen, want het is niet gemakkelijk en de ene verklaring staat tegenover de andere.
Er is veel goeds van het geschrift te zeggen. het is helder en belijnd. Er zijn meer dan 60 noten die dienen voor het maken van aanvullende opmerkingen en voor de verwijzing naar literatuur. Het is veelzeggend, dat de roomse interpretaties van de - van de kerkvader Cyprianus afkomstige - uitspraak „buiten de kerk geen zaligheid" in ons land uitliepen op de gedachte, dat mensen die van goede wil zijn, delen in de verlossing (De Nieuwe Catechismus). De schrijver wil waarschuwen tegen een leer in de onzichtbare kerk. Men vergeet maar al te veel, dat de zichtbare kerk met haar ambten een instelling is van Christus. Velen weten helaas niet wat God in en door de kerk wil geven
Uit de titel blijkt reeds, hoe de heer Scholten de woorden uit onze belijdenis opvat: de kerk is de zichtbare kerk. De zaak is echter niet zo eenvoudig als hij haar voorstelt. Er is bv. een duidelijk verschil tussen de wijze waarop de Ned. Geloofsbelijdenis erover spreekt (geen zaligheid betekent in art. 28: geen enkel heil) en de wijze waarop de Confessie van Westminster het formuleert: over het algemeen geen mogelijkheid van zaligheid. Men kan de catechismus van Calvijn ook zomaar niet ten gunste van de opvatting van Scholten citeren, want Calvijn onderscheidt in antwoord 100 de zichtbare kerk juist van de gemeenschap van hen die God heeft verkoren om hen te behouden, waar hij het in dit verband over heeft.
Wij zullen zichtbare en onzichtbare kerk niet tegenover elkaar moeten stellen. Bulten de kerk van Christus - die een zichtbare en een onzichtbare zijde heeft - is geen zaligheid.

van Genderen

Ds. F. Kijftenbelt, Studeren en mediteren. Honderd schetsen uit de Heilige Schrift. 256 blz., tweede druk, Lindenberg's Boekhandel, Rotterdam 1979.
De eerste druk van dit boek werd door de schrijver zelf verzorgd. De tweede druk is ingeleid door ir. J. van der Graaf. Diepe vroomheid, heilige nuchterheid, verlangen om mensen de weg te wijzen naar het leven met God en naar het vertrouwen op Zijn Woord, kenmerken deze schetsen. Hoogtepunten en dieptepunten, vreugde, verrukking en besef van diepe verlorenheid kent de mens die door Gods Geest wordt onderwezen.
Van dit alles treft men in deze schetsen veel aan, zonder dat de auteur bij de mens begint. Het tegendeel is het geval; omdat God begonnen is heeft een dominee iets te zeggen. Dat is de teneur van deze schetsen. Op de verdeling valt vaak wat aan te merken. Een gedurfde toepassing komt niet zelden voor. Toch heeft deze bundel ons geboeid én verrijkt. De tekstkeus is vaak origineel, en zelden traditioneel. Het zijn geen schetsen om over te schrijven of wat aangevuld aan de gemeente voor te houden. Wel werkstukken en meditatieve stof om telkens naar te grijpen. Men ontdekt iets van de diepte van het Woord en wordt gedrongen om op het persoonlijke leven met God aan te dringen. Hiermee zeg ik tegelijk dat ook niet predikanten goede uren aan dit boek kunnen beleven.

W.H. Velema

Jo Ann Kellery Smith. In vrije val. Bericht aan de levenden, met een woord vooraf door dr. Elisabeth Kübler-Rosse. Vertaling van Suzanne Berkhout, 136 blz., J.N. Voorhoeve, Den Haag, 1979.
De schrijfster heeft in dit boek haar ervaringen beschreven, nadat zij gehoord had dat ze ongeneeslijk ziek was. Zij moest springen en deed dat in vrije val. Samen met haar man schreef ze dit boek. Hij voltooide het na haar dood.

Het is een document van aangevochten, bedreigde en waardig herwonnen menselijkheid. Wie zal op zo'n boek eigenlijk kritiek durven geven Het enige wat we zeggen willen is, dat psychische ervaringen trefzeker worden verwoord. De schrijfster vertelt van gesprekken met geestelijken, die haar tot steun waren, We houden de indruk over dat zij haar helpen met zichzelf klaar te komen. Waar is de ander. God in Christus?

Het beeld en de titel van het boek is karakteristiek voor de inhoud. Wie nooit met stervensbegeleiding te maken heeft gehad, kan veel uit dit boek leren. Wie er wel mee te maken heeft gehad, kan er ook veel uit leren, bijvoorbeeld hoe hij voorbijging aan signalen waarin de zieke zijn gevoelens tot uitdrukking bracht. Niet rechtstreeks, maar wel duidelijk herkenbaar voor het geoefend oor. Tot oefening daarin is dit boek een hulpmiddel.

Is dat het wat bedoeld wordt op de laatste bijna lege bladzijde, die slechts twee woorden kent: „wordt vervolgd", of wordt daar gedoeld op het voortbestaan na de dood? Of op beide? Zonder dit vraagteken kan ik de bespreking niet beëindigen.

W.H. Velema

Thijs Weerstra - Dagwijzer. Uitgave Kok-Kampen. Prijs ƒ 24,90.
Dit keurig uitgegeven dagboekje - 378 bladzijden - wil een dagwijzer zijn. We kunnen onze levenstocht niet maken zonder het Woord van God, onze dagwijzer. Het dagboek begint bij Genesis en volgt zo de bijbelindeling zonder thematische opzet. Dus uit elk Bijbelboek een paar teksten. De auteur, geref. evangelisatiepredikant te Brussel, heeft een frisse stijl en kan het leuk en raak zeggen. Soms wat oppervlakkig en gemakkelijk; soms ook zeer persoonlijk.

J.H.V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen