Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een confessioneel bezwaar op de synode van de Christian Reformed Church (2)

Bekijk het origineel

Een confessioneel bezwaar op de synode van de Christian Reformed Church (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beslissing die door de laatste synode van de Christian Reformed Church werd genomen met betrekking tot sommige bezwaren tegen de Dordtse Leerregels wijkt nog. al wat af van een uitspraak die door de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland in dezelfde materie werd gedaan in 1970. Op deze laatste vergadering diende een bezwaarschrift tegen de Dordtse Leerregels, althans tegen enkele passages daaruit. En dit bezwaarschrift werd gedeeltelijk toegewezen. Dr. B. J. Brouwer had tegen enkele gedeelten van deze confessie bezwaren aangetekend. De synode sprak toen uit, „dat de in de door Dr. Brouwer gewraakte passages van de Dordtse Leerregels beleden verwerping van eeuwigheid niet op duidelijke gegevens van de Heilige Schrift is gefundeerd en dat derhalve de bedoelde passages van de Dordtse Leerregels geacht moeten worden te vallen onder de „factoren" die in de weg staan aan het vragen van volledige instemming met de Drie Formulieren van Enigheid".
Daarmee erkende de synode de bezwaren tegen deze enkele passages van de Dordste Leerregels. Zij ging zelfs nog verder door het recht te erkennen om bezwaren tegen de bedoelde passages te hebben en tot uiting te brengen.
Het verschil in behandeling tussen de twee synodes valt in het oog. De Christian Reformed Church sprak het tegendeel uit. Zij wees de bezwaren tegen de genoemde passages van de Leerregels af. De Gereformeerde Kerken erkenden de bezwaren en ook het recht om deze bezwaren te uiten. Ik wijs hier nu alleen op het verschil in de besluitvorming en ga nu niet verder op de zaak als zodanig in omdat ons dit nu veel te ver zou voeren. Hier blijkt momenteel op dit punt een duidelijk verschil tussen de Christian Reformed Church in Amerika en Canada en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Met dit verschil hangt ook samen een verschillende vorm van binding aan de belijdenis. Zoals men weet heeft de indiening van het bezwaar tegen de leer van de verwerping in de Gereformeerde Kerken geleid tot een andere vorm van binding aan de belijdenis dan tot uitdrukking wordt gebracht in het oude Dordtse ondertekeningsformulier. Men heeft daarvoor een nieuw formulier ontworpen, waardoor het mogelijk is geworden de belijdenis te ondertekenen en tegelijk bezwaren tegen sommige punten van die belijdenis te hebben. Daartegenover staat het besluit van de Christian Reformed Church, waar men de bezwaren niet erkend heeft en waar men ook niet de noodzaak heeft gezien om een nieuw ondertekeningsformulier te ontwerpen. We staan hier voor een andere visie op de plaats en betekenis van de belijdenisgeschriften. En ook daardoor wordt duidelijk dat de Christian Reformed Church zeker niet, zoals dit onder ons nog al eens gehoord werd, in alles te vergelijken is met de Gereformeerde Kerken in Nederland. Op dit punt althans is er van overeenkomst geen sprake. En het is goed om dit op te merken en er dankbaar nota van te nemen.
Nu moet men echter niet menen, dat daarmee de grote moeilijkheid, die er voor ons denken gelegen is in het voluit erkennen van Gods souvereiniteit, zou zijn weggenomen. De vraag is, of dit ooit de bedoeling kan zijn van een eerbiedigen van het gezag van de belijdenis op dit punt. Een zeer verdienstelijk stuk werk ligt er in het deputatenrapport dat door de synode van de Christian Reformed Church werd behandeld. Het laatste gedeelte van dit rapport gaat uitdrukkelijk in op de vragen die hier dikwijls gesteld worden. Wanneer men over Gods verkiezing spreekt als over een beperking, zó dat niet alle mensen er onder vallen; wanneer men die verkiezing verstaat als een voorbijgaan van zondaren die in hun val worden gelaten; en wanneer men daarbij dan als oorzaak van het oordeel dat volgt op dit laten liggen in de val en ongehoorzaamheid aanwijst de zonde en de schuld, die het oordeel verdiend hebben, dan heeft men inderdaad op de diepste vragen die hier rijzen nog geen antwoord gegeven. En dit antwoord zal nimmer hier gegeven kunnen worden. Terecht is hier de verwijzing naar het mysterie. Wij kennen de reden niet. Ik citeer nu een stukje uit het rapport dat ter synode van de Christian Reformed Church diende: „Het eerste wat wij over deze zaak wensen te zeggen is, dat we te maken hebben met een mysterie, dat veel groter is dan het menselijk verstand kan bevatten. Hier moeten wij beginnen en eindigen. Niets in ons rapport mag worden uitgelegd als een suggestie dat wij proberen te verklaren, waarom God met zijn schepselen handelt zoals Hij dit doet. Wij hebben eenvoudig geen verklaring.
Wanneer iemand zou vragen, maar waarom gaat God sommigen voorbij in zijn verkiezing tot het eeuwige leven? is het antwoord eenvoudig: wij weten het niet. Wij belijden en vertrouwen dat er een goede reden voor is, maar wij weten die reden niet. Wat theologen, schrijvers of synoden zeggen, het zal ons nimmer die reden kunnen aangeven. Wij staan hier voor een mysterie".

In dit verband lézen wij de verwijzing naar wat Calvijn over dit geheim schreef (Inst. III, 23, 8): „En het moge ons niet verdrieten ons verstand aan Gods onmetelijke wijsheid in zoverre te onderwerpen, dat het zich aan haar vele verborgenheden gewonnen geeft. Want ongeleerdheid in de dingen die men niet kan en mag weten, is geleerd; en de begeerte naar wetenschap is hier een soort dwaasheid".
Vanuit dit geheim, dat permanent geëerbiedigd moet worden, moeten de zondaren worden gewaarschuwd. Méér nog: niemand heeft, zoals Bavinck schreef, het recht om te geloven dat hij verworpen is, omdat allen ernstig en welmenend worden geroepen tot het evangelie.

Met een terughoudende beslistheid, die het geheim der genade geheel wil erkennen wordt door de synode vastgehouden aan Dordt. In de leerregels zelf vinden we een practische aanwijzing over de manier waarop dit alles heeft te functioneren in de prediking. Nimmer mag men de leerregels losmaken van de narede die daarover klaar en duidelijk spreekt en die elke vorm van gelijkstelling van verkiezing en verwerping afwijst. De synode van de Christian Reformed Church is in dit spoor gebleven. We constateerden het met dankbaarheid.

W. van 't S,

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Een confessioneel bezwaar op de synode van de Christian Reformed Church (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1980

De Wekker | 8 Pagina's