Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een opwekking om de Heere te danken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een opwekking om de Heere te danken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 95

Het is onze gewoonte om ieder jaar op de eerste woensdag van november dankdag te houden. Niet om de dank die we een jaar lang hebben opgespaard aan God te brengen, maar om God extra te danken voor alle zegeningen die Hij ons geeft, m.n. in gewas en arbeid. We doen dat niet ieder voor onszelf, maar samen, als gemeente.

In ps. 95 lezen we dat Israël, Gods volk ook samenkomt. Natuurlijk niet om dankdag te houden, zoals wij dat doen. Maar wel komen zij in het huis van God samen om een feest te vieren tot eer van God, waarbij de dank een erg belangrijke plaats inneemt. In deze psalm wekken de mensen elkaar op om de HEERE te danken; om Hem te loven en te aanbidden.

Meteen aan het begin van de psalm wordt doorgestoten tot het allerdiepste als de opwekking klinkt om te jubelen voor de HEERE, te juichen ter ere van de rots van ons heil. De HEERE is de God van het verbond, de Getrouwe, op Wie het volk aan kan; Die Zijn woord houdt. Hij heeft Israël tot Zijn volk uitverkoren. Hij Heeft ons tot Zijn gemeente gemaakt. Hij schept Zich een volk door het werk van Jezus Christus en van de Heilige Geest. Met dat volk heeft Hij eindeloos veel geduld. Het gaat vaak zijn eigen weg. Het is steeds weer ontrouw. Het verdient niet anders dan dat de HEERE het laat lopen. Maar de HEERE blijft Zijn volk nalopen. Zo is de HEERE, vol ontferming, eindeloos goed. In Zijn goedheid die niet te peilen is, schenkt Hij het heil dat Hij Zelf heeft verworven aan Zijn volk. Daarom is de HEERE de rots van ons heil op Wie we bouwen kunnen en mogen. Hij is de vaste rots van ons heil, die tot in eeuwigheid staat, ook al wankelen wij. Laten we, omdat de HEERE zó is, jubelen voor Hem. Wie zo leert jubelen en juichen, dankt ook voor alle zegeningen die hij, onverdiend, van de HEERE heeft gekregen. Die kan zelfs danken in tijden van moeite en verdriet. Want nochtans is de HEERE goed; is Hij de rots van ons heil.

De dichter heeft nog meer te melden over de HEERE. In het vervolg zegt hij dat de HEERE een groot God is, een Koning boven alle goden. Boven alle machten zouden wij misschien zeggen. Wat zijn er niet een geweldige machten in deze wereld, de macht van ideologieën, de macht van ziekte en dood, de macht van zonde en schuld. Tegenover die machten voelen wij ons heel vaak volkomen machteloos. Het lijkt alsof deze machten ons leven en de wereld beheersen. Weerloos lijken we overgeleverd aan de machten en de goden van de tijd. Naar menselijke berekeningen gaat de wereld eraan ten gronde, is de mensheid bezig zichzelf te vernietigen. En toch is het zo dat de HEERE een groot God is, een Koning boven alle goden. Hij beheerst alle machten. Hij houdt de hele wereld in Zijn hand en Hij is bezig, met inspanning van al Zijn Goddelijke krachten een nieuwe aarde te scheppen. Wij merken dat niet en kunnen dat soms maar moeilijk geloven, ziende op de realiteit. Nochtans is het waar. Onze HEERE, dé grote Koning, Die boven alles en een ieder troont is er mee bezig. Hij maakt alle dingen nieuw.
Hoewel het te begrijpen is dat we soms bang zijn als we zien wat er allemaal in de wereld gebeurt, mag toch de angst bij ons niet het laatste woord hebben. Voor wie gelooft heeft de vreugde het laatste woord. Vreugde in de HEERE, onze Koning. Vreugde over Zijn werk, dat Hij begonnen is en zeker voltooien zal. Ziende op de HEERE is er, ondanks alles alle reden om te danken, te jubelen en te juichen.
Het volk van God wordt niet alleen opgeroepen om te juichen, maar ook om zich neer te werpen, om te knielen voor de HEERE hun Maker, om Hem te aanbidden. De HEERE heeft ons uit het stof der aarde gemaakt. Daarom past het ons om tot in het stof voor Hem neer te buigen. D.w.z., heel diep, vol eerbied, om onze volkomen afhankelijkheid -van Hem te belijden. Zonder U zouden we er niet geweest zijn en zijn we niets Wij knielen voor u neer, HEERE, om U te aanbidden en te eren. Dat doen we niet alleen omdat U onze Maker bent, maar ook omdat U ons weidt als de schapen van Uw hand. U bent onze Herder, Die ons voedt en beschermt. U bent de goede Herder, Die zoveel aandacht aan ons besteedt, dat U in Jezus Christus zelfs Uw leven stelt voor de schapen. Laten we daarom neerbuigen en de HEERE aanbidden. Ook dat is danken

Vanaf vers 7b is Psalm 95 in een heel andere toon geschreven. Het is een ernstig woord vol vermaan. Het verschil tussen de eerste en tweede helft van Psalm 95 is zo groot, dat sommige verklaarders zelfs zeggen dat hier twee geheel verschillende psalmen samengevoegd zijn. Toch hoeft het probleem niet zo groot te zijn als het lijkt. In de eerste helft wekken de mensen elkaar op om de HEERE te loven en te aanbidden. Terwijl ze in en rond de tempel daarmee bezig zijn, treedt er een dienaar van God (mogelijkerwijs een profeet) naar voren die namens God tot de mensen spreekt.
Als je leest wat hij zegt, lijkt het wel alsof hij de feestvreugde komt verstoren, alsof hij een zwartkijker is die roet in het eten komt gooien. Hij treedt echter op in de Naam van God. Door Hem is God Zelf aan het woord. De HEERE wil helemaal geen roet in het eten gooien, helemaal het feest dat het volk tot eer van Hem houdt niet bederven. De HEERE vindt het fijn als Zijn volk. Zijn gemeente, samenkomt om Hem te danken.

Toch spreekt de HEERE zo, omdat het gevaar dreigt dat wij, terwijl we samenkomen voor Gods aangezicht wel woorden van lof en aanbidding spreken, maar dat het alleen maar woorden zijn. Heel mooie en goede woorden, dat wel, maar zonder dat ze uit ons hart komen. God wil zeggen dat als wij Hem alleen met onze lippen danken en niet ook met ons hart, dat geen enkele waarde heeft. Dan zijn we dwalend van hart. Dan zijn we uiteindelijk net zo bezig als het volk van Israël in de woestijn. Dan ergert God Zich aan ons, zoals Hij Zich 40 jaar aan Israël tijdens de woestijn reis geërgerd heeft. Dan zijn we bezig om ons hart te verharden. Dan toornt God op ons en zegt: Zij zullen niet in Mijn rust ingaan. Zij zullen Kanaän niet binnenkomen. Zij zullen het hemels Kanaän niet binnengaan; geen deel ontvangen aan de erfenis van Jezus Christus, Mijn Zoon. Dat zweert de HEERE zelfs. Zo ernstig meent Hij het. Zo zeker is het. Het is een woord vol dreiging en ernst voor ieder van Gods volk, die niet werkelijk gelooft. Voor een ieder die dankt zonder dat hij werkelijk dankbaar is.

Het is echter niet alleen en in de eerste plaats een woord van oordeel. In de eerste plaats is het een appel. Verhardt uw hart toch niet. Stel uw hart open voor Mij. Laat het verbreken door Mij. Ik de HEERE, de rots van uw heil, sta aan de deur van uw hart en Ik klop. Ik roep u bij uw naam. Als de HEERE zo roept is er, behalve de hardheid van ons hart, geen enkele reden om ons niet tot de HEERE te bekeren. Er is voor ons geen enkel excuus. Zelfs niet dat wij het niet kunnen. Want de HEERE roept. Hij, Die roept is getrouw. Hij zal het doen. Heden, zo gij Zijn stem hoort. Laten we een kerk zijn die luistert naar de stem van de HEERE, naar de blijde boodschap, naar het evangelie der verzoening. Dan zullen wij mensen zijn die de HEERE loven en aanbidden. Die Hem niet alleen danken met de mond, maar ook met het hart. Die Hem danken, omdat Hij HEERE is. Die Hem daarom ook danken voor alle zegeningen. Die daarom ook in zorg, narigheid en de nood der tijden kunnen danken, wetend dat de HEERE, de rots van ons heil ons niet loslaat, heel Zijn schepping niet loslaat, omdat Hij Zijn werk voltooit.
Halleluja, amen.

Nieuw-Vennep, D. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1980

De Wekker | 8 Pagina's

Een opwekking om de Heere te danken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1980

De Wekker | 8 Pagina's