Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„In de schaduw van het jaar 2000''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„In de schaduw van het jaar 2000''

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De woorden die hier boven staan, zijn te lezen op de omslag van een opmerkelijk boekje van 36 bladzijden dat pas is verschenen. „Paedagogie in de schaduw van het jaar 2000, of: Hulde aan de hoop", zo luidt de volledige titel. Het is van de hand van dr. Lea Dasberg, en bevat de rede die zij uitsprak bij de aanvaarding van het hoogleraarschap aan de Universiteit van Amsterdam, op 2 juni van dit jaar.
Het boekje stamt dus uit de sfeer van de wetenschap, maar het behandelt een thema dat ons allen bezig houdt. Is er toekomstverwachting voor het leven op aarde? Kunnen we aan kinderen en jongeren in de opvoeding een hoopvol perspectief meegeven?
Wie de ontwikkelingen volgt op allerlei gebied, kan de vraag niet onderdrukken: waar gaat het heen? Is er nog iets te redden? Heeft het zin, zich nog in te spannen om voor de samenleving het goede te zoeken? Zijn we niet op weg naar de chaos, de wereldwijde vernietiging, de onafwendbare ondergang van het aardse leven? De futurologie - de wetenschap van de toekomst - brengt ons met telkens nieuwe gegevens onder de indruk van de dreigingen waaronder wij leven. En de media schotelen ze ons voor. Zo publiceerde het dagblad NRC/Handelsbiad een reeks „Brieven over de ondergang" met het wekelijkse opschrift: Het zal allemaal heel onverwacht gebeuren, en tussenkoppen als: De Dood heeft zijn hand al aan de deurknop . . .

Er is een periode van de geschiedenis geweest waarin dergelijke gevoelens ook heel sterk de kop opstaken: de periode rond het jaar 1000. Dr. Dasberg geeft er in hoofdstuk 2 van haar boekje een knappe tekening van. „Wat ons als paedagogen moet verontrusten is nu, dat de uitingsvormen van ondergangsverwachtingen in onze tijd frappant overeenkomen met die rond het jaar 1000" - zo begint haar derde hoofdstuk, waarin ze dan deze stelling met grote kennis van zaken uitwerkt en toelicht. We leven in de schaduw van het jaar 2000! Allerlei onheilsverwachtingen concentreren zich daarop. Waar komt de lusteloosheid vandaan, die leraren van het voortgezet onderwijs bij hun leerlingen constateren? Niet alleen uit de dreiging van de werkloosheid die veel schoolverlaters wacht. „De matheid wordt veel minder veroorzaakt door de twijfel of er wel iets te doen zal zijn, dan wel of het enige zin heeft iets te doen", (blz. 26). Het leven doet zich voor als zo'n uitzichtloze puzzel dat je bijna zou gaan hopen op de „wereldklap die alle stukjes van de puzzel in een keer wegvaagt. Maar zolang die wereldklap uitblijft kun je als jongere ook proberen er zélf „tussen uit te gaan". Vandaar het gebruik op grote schaal van drugs en alcohol. Vandaar óók de vlucht in de mystiek, via allerlei jeugdgodsdienstigheid, veelal van oosterse herkomst. En vandaar ook een zeer onrustbarende en radicale vorm van vlucht uit de werkelijkheid: „Het blijkt dat zelfmoord de laatste 20 jaar in onze westerse samenleving veel meer toeneemt onder jongeren van 1 5-25 jaar en kinderen van 10-14 jaar dan onder ouderen" (blz. 27).
Te vrezen is, dat deze toename vooral te wijten is aan het feit, dat de wereld op kinderen als zinloos en perspectiefloos overkomt. . .

Wat mevrouw Dasberg nu wil, is: de strijd aanbinden tegen dit „doemdenken". Vandaar de ondertitel van haar boekje: Hulde aan de hoop! Zij pleit voor een opvoedkunde die niet de sociale en politieke problemen verdoezelt, maar die deze wel zó vertaalt dat het kind er niet in blijft steken. Daarom moet „presentatie van leed en onrecht gepaard gaan met de presentatie van hoop en mogelijkheden tot verbetering". Daarbij is wel nodig dat de opvoeder er ook zelf in gelooft. „Hij moet voor zichzelf helderheid hebben, en dat ook kunnen overdragen, volgens welke waarden en normen het hopen op de toekomst gerechtvaardigd is" (blz. 29).
En daarmee eindigt dan deze rede: een verwijzing naar geloof, dat onmisbaar is. Welk geloof kan dat zijn?
Mevrouw Dasberg is een joodse vrouw. Zij wijdt haar rede aan de nagedachtenis van haar moeder „die haar kinderen ondanks de Holocaust voorleefde hoezeer het leven de moeite waard is" (blz. 3). Daarboven vermeldt ze een citaat uit de Talmoed: „Want de wereld wordt in stand gehouden door de schoolkinderen". Het is de moeite waard om, na het kennisnemen van deze rede, te lezen in dat boek waarop de Talmud berust: de Schrift. Daar staat in Exodus 2 de prachtige geschiedenis van een moeder in Israël. Zij leefde in een tijd van holocaust waarin alle reden was, zich over te geven aan het „doemdenken". Wat voor toekomstperspectief was er voor ouders én kinderen, onder de regering van een Farao die alle jongetjes liet verdrinken? Toch hebben Mozes' vader en moeder de moed gehad, in zo'n tijd het ouderschap te aanvaarden. En wanneer er dan een jongetje geboren wordt, dat ook nog een móói kind is, zeggen ze niet: wat érg: zo mooi, en dan geen toekomst. Nee, zij durven het aan om de schoonheid van hun kind in verband te brengen met het plan van God. Zij vinden de „waarden" volgens welke het hopen op de toekomst gerechtvaardigd is in de beloften van God, waaraan ze blijven vasthouden. En dan zeggen ze: wie weet, wat Gód met ons kind voor heeft! Op die basis durven ze - zelfs met grote vindingrijkheid - plannen te maken voor de toekomst van hun kind, en zich daarvoor in te zetten. Het lijken dwaze, onwerkelijke plannen, die gedoemd zijn om te mislukken. Maar ze blijken een weg te banen waarop „door het geloof" de dreiging wordt overwonnen!

Maar wat zou de geboorte van Mozes zijn geweest zonder de geboorte van Christus? Pas wie in Hem gelooft kan zingen van een toekomst van heil: licht voor de volken, en heerlijkheid voor Israël.
Het „doemdenken bedreigt ook ons. Zelfs in christelijke vorm: als de wereld toch bestemd is voor Gods oordeel - waarom zouden we ons om haar nog druk maken? Als . . . en dan zegt de een: als mijn ziel maar is gered. En de ander: als ik het hier dan nog maar zo lang mogelijk góéd mag hebben. En sommigen zeggen het allebei.
Maar wie in Christus heeft leren zien, hoe Gód Zich druk maakt om zijn wereld - die weet zich weggeroepen uit het doemdenken, tot een hoopvol leven in deze wereld. Er zijn beloften voor de toekomst, en er is een God die niet zal rusten voor Hij ze ook heeft waar gemaakt.
Daarom is het niet nodig zich neer te leggen bij of te vluchten uit alles wat het leven bedreigt. Er is - achter deze God aan - een weg te gaan waarop mensen het mogen wagen om tégen alle duisternis in, iets van het licht van Gods toekomst te laten zien. Er is een strijd te strijden tegen zonde, onrecht, verdriet, geweld, en die strijd is niet uitzichtloos. Er is door genade ook in de schaduw van het jaar 2000 een leven mogelijk waarvan de zin ligt in de dienst aan God en aan de naaste. „En de ouders zijn verplicht hun kinderen bij het opgroeien ook in dit alles te onderwijzen", en ze erin voor te gaan.
Geert Boogaard heeft het op zijn wijze gezegd:

Mijn jongen studeert
en mijn dochter wil kleuteronderwijzeres worden.
Soms denk ik: waarvoor?
Waarvoor moet Je namen van bloemen leren
en waarvoor moet je leren boetseren met klei?
We gaan in de wildernis
en weldra verliest alle ding zijn naam.
Maar ik zeg tegen mijn jongen: studeer
en tegen mijn dochter: boetseer maar
je doet het nooit voor niets
je doet het voor een koninkrijk dat komt
voor een woestijn die bloeien zal als een roos
en voor een wereld die nieuw wordt onder Zijn handen
Wij gingen naar Betlehem: Immanuël!

W. Steenbergen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1980

De Wekker | 8 Pagina's

„In de schaduw van het jaar 2000''

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1980

De Wekker | 8 Pagina's