Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Er zal geen tijd meer zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Er zal geen tijd meer zijn

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En hij zwoer . . . dat er geen tijd meer zal zijn". Openb. 10: 6 (ged.)

Het is een bijzonder aangrijpende openbaring, die Johannes op liet eiland Padmos ontvangt. Er is een engel van de hemel afgekomen. Een geopend boek was in zijn hand. Onmiddellijk nadat de engel iets met grote stem had geroepen, klinken zeven donderslagen. Johannes mag echter niet opschrijven wat hij gezien heeft. „Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet", zo wordt hem voorgehouden. De bijzonderheden van het laatste gericht zijn wel alle geregeld, maar ze blijven nog verzegeld. Johannes heeft ze wel gezien, maar ze mogen nog niet aan de mensen bekend gemaakt worden.

Dan ziet Johannes iets heel bijzonders. De engel staat op de zee en op de aarde. Daar legt hij een eed af, dat alles wat in het boekje geschreven staat ook werkelijkheid zal worden. In vers 7 wordt het nog nader toegelicht: de verborgenheid Gods zal vervuld worden, gelijk Hij aan Zijn knechten, de profeten verkondigd heeft.
De engel legt de eed dus af om het woord des Heeren te onderstrepen. Wij mensen zijn zulke ongelovige mensen. „Zou het wel echt waar zijn?", zo redeneren wij vaak. Als de boodschap van Gods oordeel en gericht klinkt, lopen wij er het liefst gauw aan voorbij. Wij tillen er niet zo zwaar aan. Wij plakken er gauw het etiket „EENZIJDIG" op. Om ons toch de ernst van de zaak op het hart te binden, gaat de engel zweren. Hij zweert bij Hem, Die hemel en aarde en alles wat er in is geschapen heeft. Hij zweert dat alles zo zal geschieden en dat er geen tijd meer zal zijn.
„De tijd draait door", hoe vaak hebben we het dit jaar niet gezegd? Heel ons leven wordt beheerst door de tijd. Hoe vaak kijken we niet op de klok? „Time is money", zo staat er in grote letters geschreven op een huis aan één van de randwegen van Utrecht. Alles schijnt in het leven om tijd en geld te draaien. Daarom is het wellicht dat we ons van de eeuwigheid zo moeilijk een voorstelling kunnen maken.
We denken dat de tijd nimmer zal voorbijgaan. Ook het jaar 1980 is bijna weer ten einde. De tijd, de klok draaide weer door. Ook De Wekker tikte door, al was er in de redaktie een wisseling van de wacht. Weldra verspringen de cijfers weer. De kop van de tachtiger jaren is er al weer af. Maar . . . nu komt de engel zweren bij God, Die eeuwig leeft, dat er eenmaal geen tijd meer wezen zal en dat dat ogenblik spoedig aangebroken kan zijn.
Hoort dan de eed van Hem, Die Zijn voeten reeds ten oordeel zet op de zee en op de aarde. Het einde aller dingen is nabij. We hebben deze tijd gekregen om de Heere te zoeken en Zijn genade in Christus Jezus. Allerwege luiden deze dagen de kerstklokken. Zij roepen ons niet alleen toe: „De Zaligmaker is geboren", maar ook: „Hij komt om te oordelen de levenden en de doden". Wij hebben de tijd nog gekregen om ons te bekeren en het leven te zoeken in Hem, Die gezegd heeft: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven". Daarom is de leus „Tijd is geld" een leugen. Het moet zijn: „Tijd is genade". Hebben we dat reeds leren verstaan?
Is het dan geen groot wonder dat de Heere zo lankmoedig over ons is geweest? Als Hij naar recht met ons had gedaan, hadden we dit laatste nummer van De Wekker in 1980 echt niet in handen kunnen hebben. Maar de Heere heeft ook dit jaar Zijn goedertierenheid en ontferming nog willen schenken. Hij heeft geen lust in de dood des zondaars, maar hierin heeft Hij lust: dat de zondaar zich bekere en leve. Daarom werd het Kerstfeest, daarom schonk Hij Zijn Zoon, het Liefste dat Hij had. Daarom liet Hij het ook dit jaar nog verkondigen. Maar hoort dan de boodschap van de engel, die zweert dat er geen tijd meer zal zijn. Dan zal het heden der genade voorbij zijn.
Wanneer de Heere door Zijn Woord en Geest de ernst van deze woorden tot ons door laat dringen, kunnen we ons er niet langer van afmaken. Dan gaan we vrezen voor het gericht en voor de dood. Rond de jaarwisseling komt de kortstondigheid van het leven nog wel eens even op ons af. Maar het duurt vaak niet langer dan de dauw, die spoedig weer optrekt. Maar als de Heere het in onze harten gaat werken dan wordt de rust ons opgezegd. Als we dan zien dat de tijd voorbij vliegt, dan worden we uitgedreven om te vluchten tot Hem, Die alleen redden en verlossen kan. Christus heeft immers de gerechtigheid verworven, waarmee we voor het oordeel en het gericht Gods kunnen bestaan. De mantel der gerechtigheid en de klederen des heils worden door het geloof in Hem geschonken. Dan wordt er rust gevonden, dan wordt er vrede ervaren. Vrede door het bloed des Kruises. Dan wordt naast de ernst en de waarschuwing, die van de boodschap van de engel, die zweert, uitgaat, ook ervaren de troost, die dit inhoudt.
Zulken verstaan immers: hier is het land der ruste niet. „Ik ben, o Heer', een vreemdeling hier beneên". Hun bede luidde: „Neem de wereld, geef mij Jezus". Wat is er nog een strijd te voeren, wat is de boze nog machtig, wat wordt door eigen schuld de vrede en de gemeenschap met de Heere zo dikwijls gemist. Hier is het nog de tijd van tranen en lijden, moeite en verdriet. Maar het mag in hun hart leven: „Gij, die God zoekt in al uw zielsverdriet, houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven". Heeft de Heere het Zelf niet gezegd: „Gods goedheid zal uw druk eens verwiss'len in geluk"? Welnu, hier komt voor zulken een hemels antwoord: „En hij zwoer. . . dat er geen tijd meer zal zijn". Hoe lang zal het nog duren? De Heere antwoordt: nog een korte tijd.
Het loopt tegen twaalven.
Vreselijk zal het zijn voor de onbekeerden. Het bloed van Christus onrein geacht te hebben. Voor de verlorenen zal er geen tijd meer zijn. Dan is het voor eeuwig te laat.
Heerlijk zal het zijn voor het volk des Heeren, de gekochten des Lams. Hun blijdschap zal dan onbepaald, door 't licht dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen.
Wat zal het voor u brengen, als in vervulling gaat . . er zal geen tijd meer zijn?

Zeist, A. v.d. Weerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1980

De Wekker | 16 Pagina's

Er zal geen tijd meer zijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1980

De Wekker | 16 Pagina's