Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Want deze is het!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Want deze is het!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als God Zijn eeuwenoude beloften gaat vervullen, klinkt in de priesterwoning ergens in het Judeese land de lof: Geloofd zij de Here, de God van Israël, want Hij heeft omgezien naar Zijn volk en heeft het verlossing gebracht!
Hij deed het!
Dat is de grondtoon en de boventoon van het lied der verwondering, dat het geloof zingt als het feestlicht van de hemel ontstoken wordt boven de donkere aarde!
Zie ik verkondig u grote blijdschap, U is heden de Heiland geboren in de stad van David, Christus, de Here!
Het heil is des Heren! Onze Koning is van Israëls God gegeven!
Het kerstlicht wordt niet beneden ontstoken en de verlossing wordt niet door menselijk vernuft uitgedacht en evenmin door mensen bewerkt!
De meest intensieve geestelijke training, noch de diepste psychologische peiling van een mensenhart, kunnen hem in zichzelf de zonde doen overwinnen en de volmaaktheid doen beërven! Laat staan dat hij anderen uit de greep van de onweerstaanbare vijand zou kunnen verlossen en de wereld redden!
Alle verlossingswegen die ons van beneden worden aangeraden en aangeprezen om te komen tot rust en wereldverbetering kunnen hooguit voeren naar een heuvel waar we ons zelfvoldaan wat hoger voelen dan de grauwe massa daar beneden. Ze brengen ons niet bij de poorten van het Vaderhuis waar de feestdis klaar staat voor verloren zonen, die door genade binnen gaan, verlost door een ander! Door de Ander, de Koning van Israëls God gegeven! Al onze verlossers, onze idealen, onze pogingen om de vijandige machten, waaraan we door onze zondeschuld onderworpen zijn, te overwinnen falen!
En als de Koning faalt, wie zal dan verlossen?
Israël, het volk dat naar Gods Naam genoemd werd en een verbond had met Zijn God, had een Koning begeerd!
Ze hebben er ook een gekregen! Saul, de zoon van Kis.
Zeker we wisten het wel en wilden dat natuurlijk ook wel zo laten: de Here, de God die met machtige hand en sterke arm hun vaderen uit het diensthuis eens verloste en na lange en bange woestijnreis hen als Zijn volk in Kanaän gebracht had, voerde het regiment over hen!
Hij deed dat door middel van Zijn Woord door de mond van profeten gesproken en door de hand van richters uitgevoerd.
Ze hadden nu de oude Samuel. O, nee, niets kwaads van de man, maar het systeem was natuurlijk wèl uit de tijd. Bovendien waren zijn zonen nu niet de mensen waaraan je verantwoordelijkheden kon toevertrouwen.
Alleen maar luisteren naar en doen wat God ons laat zeggen . . .
Leven bij en naar Zijn Woord?
Zonder medezeggenschap, zonder inspraak, zonder zelf een hand aan het roer te houden? Geef ons een Koning, net als de andere volken. We willen ons met hen kunnen meten. Net als zij wat zijn en wat presteren en met onze koning ten strijde trekken. Hij ons ideaal, ook al zal het ons wel wat kosten om de pracht en de praal hoog te houden. Ook al neemt hij onze kinderen en eist ze op voor zijn dienst (1 Sam. 8: 10vv).
We willen toch een koning en we hebben er wat voor over om onszelf te handhaven en wat te zijn in de wereld!
Enthousiast was het begin!
Laat die ouderwetse Samuel niet zeggen dat het niet goed gaat! De Filistijnen ver; de Amelekieten verslagen . . . we redden het best!
Maar Saul faalt als hij Gods geboden op zij zet en op Samuel niet meer wachten kan. God zegt, treur er maar niet om Samuel, ze hebben niet u, maar Mij verworpen!
En dan? Als onze „verlossers" falen, als we met al onze goede bedoelingen ons net en vroom leven, ons ingetogen pogen het niet bereiken. Als onze koopkracht belangrijker is dan Gods genade en het handhaven van onze status dan de ontmoeting met onze God? Als we zo ver zijn van Zijn vrede en er een verborgen angst klimt als de vijand eens aan onze poorten staat. . .
Ja als de koning faalt rukken de vijanden weer op en als ze hun krachtfiguur - Goliath - in het veld brengen en Saul beeft, is dan de strijd niet verloren?
Nee! Samuel ga naar Bethlehem. Ik heb mij een koning uitgezocht! God laat Zijn beloften niet varen en laat Zijn volk niet in de steek! Maar Gods Verlosser komt naar Zijn welbehagen en niet naar ons verkiezen!
Zie niet aan wat in je eigen oog groot, belangrijk en voornaam is, Samuël! Alle zonen van Isai, die belangrijk genoeg gevonden werden gingen aan hem voorbij - deze heeft God niet verkoren.
Het was die éne, die onder zijn broeders niet in tel zijnde jongste. Zó vanachter de schapen geroepen uit het veld, komt hij en dan klinkt dat verkiezende, beschikkende en tevens verlossende woord Gods: zalf hem want deze is het. Sam. 16: 12).
Deze, want de Here ziet het hart aan.
En deze - David - de herdersknaap uit Bethlehem wist wat schapen zijn! Wat kunnen ze dom eigenzinnig, koppig en dwalend altijd weer eigen wegen gaande de herder een zorg berokkenen, maar dat is het geheim van de herder - hij heeft ze lief en zorgt voor hen, ja meer dan dat. Hij staat voor hen in. Hij zet zijn leven voor de schapen.
DEZE is het!
GIJ zijt Mijn Zoon, zegt God, Ik zal u de heidenen geven tot uw erfdeel en de einden der aarde tot uw bezitting.
Ik - of de wereld Hem wenst, acht, prijst of smaadt - Ik heb Mijn Koning gezalfd. Ik leg Mijn Verlosser in de krib - want ik heb hulp besteld bij deze held! En als Goliath komt? Geen vrees in de Naam van de Here Here, treedt Hij in het strijdperk en overwint!

Wat een zegen - wat een feest! HIJ is er, van God gegeven, omdat . . .
Nee, niet omdat wij, u of wie dan ook het waard zijn, hem wensen of verkiezen. Wij zwerven voort in de nacht, wij zijn zo eigenzinnig, dat we ons keren een ieder naar onze eigen weg . . .

Deze is het die u nodig hebt! Jezus Christus de zaligmaker! Dit Kind, die Koning in de krib heeft een herderhart!
Hij weet wel dat Zijn schapen dwalen ondanks alle zorg die Hij geeft. Maar het is Hem niet vreemd als u gewond door de doorns van het leven, geknauwd door de vijand, arm en schuldig tot Hem komt.

Daar bent u welkom - uit de muil van de leeuw en de beer heeft Hij hen gered. Hij zet straks Zijn leven voor de schapen!
Deze is het die verzoening verwerft bij God en alle schuld delgt!
Deze is het die satans kop vermorzelt en van het geweld van de dood bevrijdt.
Deze is het die de dood verslonden heeft tot overwinning en nu leeft tot in alle eeuwigheid. Deze is het die u roept om gelovend op Zijn Woord te buigen laag bij Zijn krib. Daar wordt Hij heerlijk in Zijn schamelheid.
Daar mag u het weer weten: Deze is het, mijn Herder, mij zal niets ontbreken. En moet ik eens gaan door het diepste donkere dal in schaduwen van dood . . . mijn Herder is bij mij. Zijn stok en Zijn staf vertroosten mij!

deB

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1980

De Wekker | 16 Pagina's

Want deze is het!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1980

De Wekker | 16 Pagina's