Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijk allerlei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk allerlei

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze week werden verschillende kerkelijke zaken op het redactie-bureau gelegd - zeer verschillend van aard, maar elk op zich belangrijk. We vatten drie verschillende zaken in dit ene artikel samen.

Bestemd voor sloop
Vorig jaar december kreeg de Chr. Geref. Kerk van Den Haag-C een nieuw kerkgebouw. Het oude kerkgebouw, de Eben-Haëzerkerk in de Snoekstraat, werd door de plaatselijke overheid aangekocht. Het was reeds jaren een bekend feit dat de hele buurt daar verpauperde. Men zag het aankomen dat dit zo niet kon voortduren en de hele buurt zou gesaneerd worden. Consequentie daarvan was dat ook de kerk aan de Snoekstraat bestemd zou worden voor de sloop.
Menige Hagenaar en menige oude christelijke gereformeerde zal met een zekere weemoed dit bericht hebben gelezen; inzonderheid de Haagse kerkleden zullen teruggedacht hebben aan de plaats van deze kerk.
Niet alleen was deze kerk en dit kerkgebouw de moederkerk van de andere Haagse kerken, Scheveningen incluis, maar ook was deze kerk de plaats waar in 1894 de Theol. School bij gebrek aan andere huisvesting werd gevestigd. In het gedenkboek dat verscheen bij het 60-jarig bestaan van de Theol. Hogeschool - we zijn meer dan 25 jaar verder - „'k Zal gedenken" kan men in het eerste hoofdstuk lezen dat de eerste twee docenten ds. J. Wisse Czn - hij was predikant in Den Haag - en ds. F.P.L.C. van Lingen college gingen geven respect, in de studeerkamer van eerstgenoemde. Oranjeplein 96, en in de consistoriekamer van de Eben-Haëzerkerk, Snoekstraat 21. Dit heeft geduurd tot het najaar van 1897.
De Eben-Haëzerkerk is dus rijk aan herinneringen. De kerk werd in 1892 gebouwd zoals op een steen boven de ingang staat te lezen. De genoemde Wisse was daar predikant tot 1906. Zijn opvolger was T.A. Bakker, die de gemeente diende tot 1923. De gemeente was daarna vier jaar vacant in welke periode wijlen ds. H. Janssen, leger- en vlootpredikant in algemene dienst, de gemeente vaak voorging - een man, die met zijn levende en levendige prediking velen kon boeien, niet het minst jongeren en kinderen. Kinderen uit die tijd, nu bijna 60 jaar ouder geworden, kunnen zich nog wel preken herinneren van deze begaafde prediker. In 1927 werd ds. L.H. van der Meiden predikant in de Snoekstraat, die in 1938 naar Apeldoorn ging als hoogleraar. Onder zijn leiding is de gemeente uitgewaaierd over heel Den Haag.
Waarom dit nu hier verhaald?
In het blad „Nu " van 2 januari jl. dat huis aan huis verspreid wordt in Den Haag is een artikel gewijd aan het feit dat de Eben-Haëzerkerk bestemd is voor sloop. Het werd me door een Haagse broeder overhandigd. Wie het leest weet weer hoe de kerk in het algemeen en een kleine kerk als de onze in het bijzonder door de grote „men" wordt gezien en beoordeeld.
Er wordt denigrerend over de kerk gesproken. Denigreren is o.a. met kleinachting spreken van. Nu in het korte artikel wordt rijkelijk met verkleinwoorden gestrooid: markant gebouwtje (2x); kerkje (2x); buurtje. Voor deze journalist is de kerk duidelijk niet veel zaaks. „Het godshuis van de Christelijke Gereformeerden in Den Haag-Centrum heeft z'n tijd gehad". Het staat er niet, maar tussen de regels door lees je: de kerk heeft haar tijd gehad. Het is een restant uit vorige tijden, niet meer passend in het geseculariseerde leefklimaat van de Randstad.
Tegelijk wordt de kerk een beetje belachelijk gemaakt. Dat blijkt uit de zin: „Waar eens de psalmen klonken en de voorganger zijn stem verhief tegen het verderf van de grote zondige stad, staan nu lege banken. Tot in het voorportaal toe."
O ja, in het slot klinkt een zekere erkenning door. Het nu voor sloop bestemde kerkgebouw heeft jarenlang een stempel op de buurt gedrukt. „Vooral op zondagen wanneer het Christelijke Gereformeerde volksdeel van Den Haag daar ter kerke ging". En dan komt de slotzin: „De Bijbel onder de arm en de Vreze des Heren in het hart".
Zo wordt over de kerk gesproken en zo wordt een kleine kerk als de onze gepresenteerd huis aan huis.
De journalist voelde zich verplicht zijn vele niet-kerkelijke lezers te informeren over deze kerk. „De Christelijk Gereformeerde Gemeente is een streng rechtzinnige afscheidingsbeweging uit de Nederlands Hervormde Kerk, die in 1834 onder ds. De Cock wortel schoot in Nederland".
We lezen verder: Hieruit ontstond de Gereformeerde Kerk. Een kleine groep bleef echter zelfstandig en behield de naam van Christelijk Gereformeerden. De kerk is niet groot in aantal. Nederland telt ongeveer 70.000 aanhangers.
Die laatste benaming wordt ook gebruikt wanneer we van sekten spreken. Het lijkt volgens dit artikel wel alsof we een soort sekte zijn. „Een streng rechtzinnige afscheidingsbeweging". Ach ja, als het zo gesteld wordt is het moeilijk om verder te praten. De journalist heeft de kerkelijke klok wel horen luiden, maar hij weet niet waar de afscheidingsklepel hangt. Inderdaad zijn we niet groot, hoewel toch altijd nog een paar duizend meer dan hier vermeld volgens het Jaarboek 1980 74.443. We weten het: een half procent van de Nederlandse bevolking.
Dat moet bescheiden maken. En dat willen we ook zijn, maar we willen wel loyaal worden behandeld en niet schamper worden aangekeken. (Dat de naam van onze kerken verkeerd geschreven wordt is bijna vanzelfsprekend). Tenslotte is het niet erg dat we klein zijn en maar kleine kracht hebben. Dat waren en hadden ze in Filadelfia ook. Maar ze bewaarden Gods Woord. En dat is de roeping en taak van Christus' kerk.

RCOB
Over de RCOB werden de afgelopen week vragen gesteld. RCOB betekent Raad voor Contact en Overleg betreffende de Bijbel. De generale synode van Amersfoort besloot niet meer te participeren in deze raad, zoals enkele jaren lang het geval is geweest. Vorige week organiseerde de RCOB een bijbelweek. Het blijkt dat een enkele kerkeraad of predikant, al of niet met medeweten van zijn kerkeraad, aan deze bijbelweek medewerking verleent.
Het is uiteraard een goede zaak om op het gebruik van de Bijbel de aandacht te vestigen. Daar zal niemand wat op tegen hebben; ook niet wanneer het gebeurt in de week waarin dit ook door andere kerken wordt gedaan. Maar als men dit doet in het brede kader van de RCOB gaat men niet in de lijn van onze synode.
De commissie die het besluit van de synode voorbereidde - rapporteur ds. A.W. Drechsler merkte op dat vele activiteiten van de RCOB grote vragen oproepen. Van het boekje dat in 1979 werd gepubliceerd merkte deze commissie op: „Dit boekje kan in feite in onze kerken niet worden gebruikt. Het is duidelijk in een wel zeer brede oecumenische kring ontstaan. En de naam van onze kerken staat, tussen de andere deelnemende-groeperingen, vermeld aan de binnenzijde van de omslag. We mogen dan de ruimte hebben om het er niet mee eens te zijn (dat was het resultaat van een gesprek in 1977 - V.) voor onze eigen kerkleden werkt dit alles verwarrend. We kunnen hen hierdoor op een verkeerd spoor brengen."
Dit alles leidde tot het genoemde besluit ook nadat enkele synodeleden geprobeerd hadden een tussenvoorstel te verdedigen.
We gaan de kerkelijke lijn verlaten wanneer nu plaatselijk wel wordt meegewerkt of wanneer in een landelijk blad op de uitgaven van de RCOB wordt geattendeerd. De synode is echt niet over één nacht ijs gegaan. Ook in 1977 stond onze deelname al op de tocht; we hebben het toen nog aangehouden, maar in 1980 hebben we een definitieve punt gezet.
Kerkleden die bezwaar hebben tegen plaatselijke deelname kunnen zich terecht op dit synodebesluit beroepen.

Gestalte geven aan eenheid
Dit is een uitdrukking die sinds 1965 in kerkelijke vergaderingen in gebruik is. De synode van dat jaar nam nl. een regeling aan met betrekking tot het gestalte geven aan eenheid met kerken van gereformeerde belijdenis. Het raakte toen de verhouding tot de Geref. Kerken (vrijgemaakt). Enkele plaatselijke kerken vonden elkaar op verschillende punten. De synode van 1965 heeft toen leiding gegeven aan deze situatie. Zo werd o.a. bepaald dat plaatselijk elkaars predikanten in de dienst des Woords kunnen voorgaan „na genoegzame samensprekingen tussen de betrokken kerkeraden, waarbij gebleken is dat er metterdaad een eenheid is in erkenning en beleving van het Woord Gods en de belijdenis der kerken, als ook van de regels die op grond daarvan voor het kerkelijke leven gelden" (Acta 1965, art. 219 sub 2a).¹)
In 1969 kwamen verschillende kerken van genoemd kerkverband buiten het verband van deze kerken te staan. In verband met de toepasbaarheid van deze regeling sprak de generale synode van 1971 uit dat deze voorlopig ook kan gelden t.a.v. de Geref. Kerken (vrijgem. buiten verband); nu inmiddels zich Nederlands Geref. Kerken noemend.
Daaraan voorafgaand was de bepaling van 1965 verruimd in deze zin dat van tijd tot tijd in de dienst des Woords niet alleen elkaars plaatselijke predikanten kunnen voorgaan maar ook predikanten van andere plaatselijke kerken, waar hetzelfde nauwer samenleven tot stand gekomen is (Acta 1971 -art.242).
Dat betekent heel concreet: in letswaard hebben de kerkeraden elkaar gevonden en besluiten zij tot een nauwer samenleven. De predikanten van letswaard gaan van tijd tot tijd in de verschillende kerken voor - kanselruil. Ook in Nergenshuizen vindt men elkaar; - ook in Nergenshuizen dus kanselruil. Nu werd in 1971 bepaald: de chr. geref. predikant van letswaard mag ook preken in de Ned. Geref. Kerk van Nergenshuizen en de ned. geref. pred. van Nergenshuizen in de Chr. Geref. Kerk van letswaard - bij wijze van spreken.
Volledigheidshalve zij nog opgemerkt dat in 1974 deze regel in zoverre verruimd is dat indien genoemde kerken in hetzelfde of nagenoeg hetzelfde ressort tot wederzijdse classicale overeenstemming komen de classis het recht heeft de kerken in haar ressort toe te staan om aan de gevonden eenheid gestalte te geven naar analogie van de wijze, die in genoemd synodebesluit is vastgelegd (Acta 1974, 110).

Dit is een verruiming, maar dit betekent niet dat nu over en weer studenten en predikanten maar kunnen voorgaan. Het gaat hier toch wel om classispredikanten in dezelfde classis. Bovendien is deze overeenstemming er tot dusver maar tussen één classis (chr. geref.) en één regio (ned. geref.), nl. Zwolle, terwijl niet alle kerken van de classis hierbij betrokken zijn. Uitdrukkelijk werd nog bepaald dat geen predikant zal voorgaan in plaatsen waar de Chr. Geref. Kerk geen overeenstemming heeft bereikt met de Geref. Kerken (vrijgem. - buiten verband) ter plaatse.
Dat is een goede regel, die onder de zegen des Heren kan bijdragen tot een nauwer samenleven en een groeiende eenwording.
Helaas wordt van deze regel langzamerhand geruisloos afgeweken zonder enige vorm van proces - in deze zin dat men zich verstaat met kerkelijke vergaderingen. Men handelt naar dat men het goed vindt in eigen ogen. Predikanten uit beide kerken ontvangen preekverzoeken om voor te gaan in de andere kerk. Wie verwijst naar de geldende regels en dus weigert wordt beschouwd als iemand, die de eenwording frustreert. Stemt men toe dan gaat men in tegen de in onze kerken gemaakte afspraken.

Er gaat wildgroei ontstaan als op een gegeven ogenblik totaal onbekende predikers of studenten met preekconsent in een plaatselijke kerk van het andere kerkverband voorgaan.
We zijn op deze wijze bezig geldende regels opzij te zetten.
Het lijkt er op dat men zo de eenheid bevordert; in de werkelijkheid werkt men eenwording tegen, want een dergelijke wildgroei geeft geen vertrouwen in het handhaven van kerkelijke afspraken en doet het kerkverband meer kwaad dan goed.
Nu dit verschijnsel steeds meer lijkt toe te nemen en hiernaar gevraagd wordt hoe of het nu toch eigenlijk zit, geven we de genoemde uitspraken, die nog altijd gelden, hier door.
Laten we de verhoudingen kerkelijk zuiver houden. Daar komen we het verste mee.

J.H.V.

¹) Men kan de hier besproken bepalingen ook vinden in bijlage 9 van de K.O. (editie 1979, pag. 71 v.v.).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981

De Wekker | 8 Pagina's

Kerkelijk allerlei

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981

De Wekker | 8 Pagina's