CGJO „gaat samen op weg" (II)

Het werk gaat door
Volgende week zondag staat als „jeugdzondag" genoteerd voor de start van een nieuw werkseizoen. Terecht wordt die zondag ook wel „gemeentezondag" genoemd, omdat er meer van start gaat dan alleen het jeugdwerk. Het werk in de gemeente begint weer. En daarmee start er ook een nieuw seizoen jeugdwerk.
In het „werkboek" dat in juni aan alle clubs en verenigingen is gestuurd, en dat ook ter kennisneming aan kerkeraden, predikanten en jeugdouderlingen is gezonden, staat van de kant van de CGJO als thema voor die gemeentezondag vermeld: „samen op weg".
Daar zitten verschillende elementen in.
Allereerst wel dat samen-op-weg alleen zinvol is als het gebeurt samen met de Here God.
Maar dan ook samen-met-elkaar, jongeren en ouderen, samen als gemeente van de Heer.
Daarom ook in het grote perspectief van samen met alle heiligen. En vanwege de grote verscheidenheid vandaag in de gemeente, ook samen met die anderen die over bepaalde zaken soms wat anders denken. Aan dit laatste heeft kennelijk ook de synode gedacht, toen zij kerken en jeugdwerk opriep „in verootmoediging voor God elkaar te aanvaarden en zonder aan de verscheidenheid geweld te doen de onderlinge eendracht zoveel mogelijk samen te zoeken, te bewaren en te versterken en alles na te laten wat dit zou kunnen schaden".

Als CGJO hopen we van harte dat ook onze thema-keus bij onze leden-clubs en -verenigingen én in de gemeenten weerklank vindt: dat „samen op weg" duidelijk wordt in de prediking op de gemeente/jeugdzondag, dat het gesprekstof is in de ontmoeting onderling, en dat het doorwerkt in de gemeente als geheel.

Themazondagen
Om die relatie tussen jeugd(werk) en gemeente verder vorm te geven, hebben we in het CGJO-programma voor het komende seizoen opnieuw drie themazondagen opgenomen.
In enkele gemeenten is met die themazondagen al wat ervaring opgedaan (in het CGJO-werkmateriaal van september 1980 staan enkele ervaringen vermeld uit Leeuwarden en Utrecht). Ook in het werkmateriaal, dat in september a.s. verkrijgbaar zal zijn, staan aanzetten ter voorbereiding op de themazondagen. Bovendien is het de bedoeling om ook door middel van themanummers van ons blad „tijdsein" op het onderwerp van de themazondagen in te spelen. In de hoop dat er kleine groepjes ontstaan van bv. clubleiders, verenigingsleden, jeugdouderling, predikant en ouders die de kerkdienst samen voorbereiden en die ook wat aanzetten geven voor het nagesprek van ouderen en jongeren op die dag.
De gespreksthema's die de CGJO aan de orde stelt raken de hele gemeente: 15 november: „gezin", 21 februari: „de kerk", 9 mei: „de maatschappij".
Mag deze extra attentie in ons kerkelijk blad dan ook een extra oproep zijn om het ook in uw gemeente dit jaar eens te proberen? Juist, omdat, zoals in het eerste artikel stond, het jeugdwerk staat of valt met de gemeente waartegen het kan leunen. En in deze themazondagen zien we als CGJO een goede gelegenheid voor de gemeente om die „leuning" vorm te geven.
En als u deze vorm van integratie van delen van ons jeugdwerk in het geheel van het werk van de gemeente niet zo erg geschikt vindt voor het clubwerk, dan is het ook in dit opzicht goed het CGJO-werkplan '81/'82 te raadplegen. In het werkmateriaal voor die clubs wordt o.a. een schets over de zending opgenomen. En, om het juist voor de jongeren concreet te maken, is daaraan een actie vastgekoppeld.
Van de zending is altijd gezegd: die leeft in de kerken. Toch merk je soms dat de klassieke zendingsavonden niet meer ieder in de gemeenten aanspreken. Is hier dan niet de mogelijkheid gegeven om - samen met de zendingscommissie tijdig te gaan werken aan een soort „zendingsavond" volgend voorjaar als afsluiting van het werkseizoen in de gemeente? Zo'n avond zou ook voor jongeren in de gemeente een gelegenheid kunnen bieden om hun actie af te sluiten.

Voor de kerk van morgen
Door middel van welke activiteiten dan ook, het gaat in het jeugdwerk om de kerk-van morgen. Daarom verwachten we van de gemeente ook dat die meer doet dan alleen die „kerk-van-morgen" dopen, zorgen dat ze in de kerk komen en catechisatie krijgen en zo mogelijk aan het jeugdwerk meedoen. We verwachten dat die gemeente voor de jongeren en het jeugdwerk een thuis biedt, waarin de kerk-van-morgen wordt toegerust.
Aan die toerusting van de plaatselijke clubs en verenigingen wil ook de CGJO haar aandeel blijven leveren, overeenkomstig de doelstelling, die letterlijk luidt:
- „De bond (= de CGJO) heeft ten doel:
- uitgaande van de opdracht en de actuele situatie van de gemeente van Jezus Christus in deze wereld;
- op het terrein van het vrije jeugdvormingswerk
- zich in te zetten voor de ontplooiing van de aan dat jeugdwerk deelnemende jongeren
- en hen vanuit de Heilige Schrift toe te rusten;
- opdat zij, mede daardoor, als leden van die gemeente zullen kunnen functioneren in alle verbanden waarin zij worden geplaatst".
Het toerustingswerk van de CGJO waarin zij de plaatselijke clubs en verenigingen behulpzaam wil zijn, dient aan deze doelstelling te beantwoorden.
En weer opnieuw stoten we hier op het nauwe verband tussen het jeugdwerk en de gemeente waarin dat jeugdwerk wordt verricht. Die gemeente draagt immers verantwoordelijkheid voor de héle jeugd van de gemeente. Dat kan niet worden afgeschoven op de speciale ambtsdragers, laat staan op de jeugdouderling alleen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente als geheel en daarom van ieder gemeentelid voor zijn en haar eigen aandeel.

„Denktank"
Maar hoe geef je die verantwoordelijkheid nu vorm? En hoe krijgt die nu vorm zodat het niet blijft bij ambtelijke zorg alleen, bij goed bedoelde, maar soms zo geïsoleerd staande kerkdiensten op jeugd/gemeentezondag alleen? Zou het juist in ónze tijd niet nodig en passend zijn dat er in de plaatselijke gemeente een soort „denktank" zou ontstaan? Een groep van mensen die, vanwege hun verantwoordelijkheid als gemeentelid, tegen de achtergrond van de opdracht en de actuele situatie van de gemeente, ten dienste van jeugd en jeugdwerk zouden willen meedenken, meehelpen, meestimuleren!
Het gaat dan om wat anders dan een „centraal verband" of hoe het ook mag heten, dat het gezamenlijke uitvoerende werk coördineert.
Het gaat hier om een „denktank" die vooral met de achtergronden en de ontwikkelingen van gemeente en van jongeren zich bezig houdt en die zó voor jeugd(werk) en gemeente(werk) de broodnodige ruggesteun kan bieden.

We denken dat de predikant er bij gebaat kan zijn voor prediking en catechese; de jeugdouderling stimulansen kan krijgen voor zijn pastoraat; clubleiders geholpen kunnen worden om samen-met-de-ouders hun clubleden te begeleiden en ouders en ouderen in de gemeente handreiking gedaan kan worden ten dienste van de kerk van morgen.

Samen op weg
We zijn ons als CGJO ervan bewust, dat een concrete doelstelling, de samenstelling en de instructie van zo'n „denktank" ten dienste van jongeren en gemeente nog verder moet worden doordacht. Toch hebben we in onze artikelen ook dit willen noemen. Omdat nu meer dan ooit blijkt dat jeugdwerk niet werkelijk toerustend bezig kan zijn, als het niet die „leuning" vanuit de gemeente van Christus ontvangt.
Daarom rekenen we als CGJO voor het hele jeugdwerk in onze kerken erop dat de gemeente samen met het jeugdwerk op weg wil gaan.

Waarheen?
Wie zal het zeggen?
Kerkewerk wordt er niet gemakkelijker op en jeugdwerk met kerkelijke jongeren evenmin.
Maar „samen op weg" gaan betekent toch allereerst dat we samen met de Here God gaan.
Daar ligt dan ook het vaste punt voor mensen.
Daar ligt de zin voor leven en werken.

„God staat aan het begin
en Hij komt aan het einde.
Zijn Woord is van het zijnde
oorsprong en doel en zin".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen