Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. Jelsma (Eindredacteur). De kunst van het loslaten. Een confrontatie met het leven van Franciscus van Assisi, J.H. Kok, Kampen 1980, 173 blz. ƒ 24,90.
Prof. Jelsma gaf in 1977/78 college over Franciscus van Assisi terwijl een doctorale werkgroep zich eveneens met de heilige bezig hield. Dat men het vrij intensief heeft gedaan kan uit deze publicatie blijken. In totaal hebben er tien geïnteresseerden aan mee gedaan. Een pelgrimstocht naar Assisi diende om iets van de geest van Franciscus te achterhalen. Met het boek voor me denk ik, dat men van zijn geest van armoede, onthechting, van zijn simpele en diepe spiritualiteit iets geproefd heeft. Wie in Franciscus zich wil gaan verdiepen kan daarom zeker ook met dit boek beginnen.

W. van 't S.


Een bezige bij, door dr. G.Th. Rothuizen, uitgave J.H. Kok Kampen, 186 bladz., prijs ƒ 25,-.
Dit boek is een uitwerking van een serie radiolezingen, die prof. Rothuizen eind 1979 voor de NCRV hield. Het gaat over de gereformeerde zede, die niet meer bestaat. Dat is dan ook de ondertitel van het boek: „De gereformeerde zede bestaat niet meer". Er is een tijd geweest - en dit ligt nog niet ver achter ons - dat binnen de gereformeerde kring alles vast stond. Er bestond een algemene opinie over wat mag en niet mag, de gereformeerde zede. Dat is thans niet meer zo. Rothuizen wijst daar verschillende oorzaken van aan. Voor zichzelf houdt hij daar geen „kater" van over. We zullen een nieuwe christelijke zede moeten opbouwen. Een sterke karaktertrek van de gereformeerde zede noemt Rothuizen de arbeidzaamheid. De titel van het boek, die ontleend is aan Okke Jager, slaat daar ook op: de bezige bij. Uitvoerig wordt aandacht gegeven aan het boek van Max Weber „Calvinisme en Kapitalisme" en de kritiek daarop, waar Rothuizen toch wel van over houdt, dat het calvinisme de eeuwen door is opgevallen door trekken van tucht en discipline, meer verstand had van vlijt dan van vertier (blz. 46). In onze tijd heeft men over de relatie arbeid en ontspanning in veel opzichten een andere kijk.

Wat Rothuizen schrijft over geloof en zede (blz. 97 vv.) lijkt mij in grote lijnen juist. Voor velen is met de oude zede ook het oude geloof aangetast. Geloof en zede waren zó nauw verbonden, dat het haast een geloof in de oude zede was. Maar hoe moeten we dan nu met het geloof verder? We leven in een tijd van grote verwarring en onzekerheid. Hoe bouwen we dan vanuit het geloof een nieuwe zede? Daarbij geeft Rothuizen weinig of geen leiding. Is hij bang voor nieuwe zekerheden? Waarschijnlijk wel en niet onbegrijpelijk. Maar kunnen we in de verwarring blijven? We zullen meer en misschien opnieuw de Schriften moeten onderzoeken. Het is juist dat we in oude sporen niet steeds meer kunnen gaan. Maar wat dan? Ik denk dat we dan een boek van Rothuizen moeten hebben waarin meer de Schriften worden geopend. Dat deed men bij de oude zede wel, zij het met de „missers" van dien. Er is toch geen christelijke zede mogelijk dan alleen in relatie tot de Schrift. Dat is van ouds de grondregel van de christelijke ethiek en die zal moeten blijven.

O.


G. Wisse, Homiletiek. Verklaring en toepassing van het Woord Gods in de bediening des Woords, J.H. Kok, Kampen 1980, 92 blz.
Wat hier als homiletiek van G. Wisse wordt gepubliceerd bestaat in werkelijkheid uit het studentendictaat van één van zijn leerlingen. Wanneer een dictaat van een hoogleraar niet door de man in kwestie zelf wordt uitgegeven maar ten behoeve van de studie door één van zijn hoorders, geschiedt dit meestal met de aantekening: „buiten verantwoordelijkheid van de hoogleraar". Dit om te voorkomen dat een docent wordt vastgeprikt op de onnauwkeurigheid van de student. Ik wil de uitgever van dit dictaat van onzorgvuldigheid niet betichten. Hij ging in zijn eerbied voor zijn meester wellicht verder dan deze ooit zou begeerd hebben. In ieder geval zal de docent zijn eigen redenen gehad hebben om bij het vele wat hij aan de drukpers toevertrouwde deze homiletiek, althans in deze vorm, niet uit te geven. Niettemin staan er heel goede opmerkingen in en kan het boekje toch zijn nut hebben. Maar als homiletiek is het te fragmentarisch, te weinig samenhangend. Nog eens: het is de vraag of Wisse deze uitgave zó toegejuicht zou hebben. En indien men dan werkelijk Wisse wilde laten horen, dan had 't zich laten denken dat een vergelijking van het materiaal met wat in Apeldoorn nog van hem ligt, een verbetering zou hebben betekend. Dat was wel de moeite waard geweest. Maar ook nu herkent men „ex ungue leonem": uit de klauw de leeuw. Men leze wat over de toepassing en over de kenmerken wordt gezegd. Ik heb geen fouten willen aanwijzen. Maar deze ontbreken niet. Dat is voor de studenten gezegd.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1981

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1981

De Wekker | 8 Pagina's