Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrije vogels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije vogels

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij zal over hem, die van de melaatsheid te reinigen is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren en de levende vogel in het open veld laten vliegen. Leviticus 14: 7

Het is een trieste zaak, dat er in het verkeer veel vogels als slachtoffer vallen. Vooral op de grote wegen zien we regelmatig doodgereden vogels liggen. Dit zal wel niet altijd te voorkomen zijn, al rijst de vraag of de weggebruikers deze ongelukken proberen te voorkomen. Soms kan een enkele druk op de claxon veel dierenleed voorkomen.
In het begin van Leviticus 14 lezen we ook van vogels die ten offer vallen: niet ten offer in het verkeer op de weg, maar ten offer in het verkeer tussen God en mens; niet onopzettelijk, maar opzettelijk; niet als een zinloos offer, maar als een zinvol offer. Anderzijds lezen we van vogels die niet omkomen, maar die juist de vrijheid verkrijgen. Hóe zit dat precies en wat heeft het ons te zeggen? We gaan het na. Leviticus 13 en 14 handelen over de melaatsheid in Israël. Dat was een verschrikkelijke ziekte. Het begon met witte vlekken op verschillende plaatsen van het lichaam. Weldra was het lichaam vol zweren en builen. Het gelaat en de ledematen werden afschuwelijk verminkt. Het was aangrijpend, wanneer iemand (cultisch) onrein moest worden verklaard. Zo'n melaatse was als levende reeds gestorven. Hij stond buiten de gemeenschap der mensen èn buiten de gemeenschap met God in de tabernakel of tempel. De melaatsheid was een zichtbare prediking van de verschrikkelijkheid der zonde. De zonde betekent: bederf. De zonde doet ons onrein tegenover God staan.
Wanneer echter iemand onder Israël genezen was van de melaatsheid, moest de priester hem rein verklaren. Dit gebeurde door een zinnebeeldige handeling. Hij nam twee levende vogels alsmede cederhout, scharlaken en hysop. De ene vogel werd in tegenwoordigheid van de ex-melaatse geslacht over een aarden vat, dat met levend water (= bron- of beekwater) was gevuld. De andere vogel werd gedoopt in dit bad van water en bloed, om vervolgens in het open veld in vrijheid te worden gesteld.
Van deze offerhandeling ging een ernstige en tevens rijke prediking uit. Allereerst wordt ons hier ingescherpt, dat er zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. Het bloed van die reine, onschuldige vogel is een heenwijzing naar het bloed van Jezus Christus. Dat bloed is vergoten, om de zonden van velen te verzoenen. Zoals nu de levende vogel in het bloed van de dode vogel gedoopt werd en zoals de genezen melaatse zeven maal met het bloed gesprengd werd, zo hebben wij nodig, om persoonlijk door het bloed van Christus gereinigd te worden. Gelukkig, wanneer wij schuldbelijdend en met de bede om genade tot de Heere leren komen. In die weg van verootmoediging en van gelovig toevluchtnemen gaat het wonder van Gods genade voor ons open en leren we in het geloof de kracht van Christus' offerbloed kennen. Het is bloed dat ons zelfs van de vuilste zonden radicaal reinigt.
De overgebleven vogel verkreeg zijn vrijheid dus dankzij de dood van het andere dier. Hij mocht wegvliegen, omdat zijn vleugels met het bloed besprenkeld waren. Deze vogel is het beeld van de zondaar die - na reiniging in Christus' bloed - in vrijheid gesteld wordt: in de vrijheid der kinderen van God. Wat een heilige verbazing is het voor de mens die eigen doemvonnis leerde onderschrijven, dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren vanwege dat gezegend bloed van Jezus Christus. En dat Hij hem in vrijheid stelt. In deze vrijheid is de slaafse vrees verdwenen. Deze vrijheid is een wandelen in het licht van Gods vriendelijk aangezicht. Het is een leven in het vreugdevol vertrouwen en in de verwonderde wetenschap, dat God om Christus' wil eeuwig onze genadige Vader zal zijn. Die ons onze zonden nimmermeer toerekent en Die ons met alle dingen aan lichaam en ziel verzorgen zal als Zijn lieve kinderen en erfgenamen.
Wat een prachtig beeld: die levende vogel, die omhoog vliegt in de vrije lucht. Niet zonder reden spreken we wel van „als een vogel zo vrij." Zoals die vogel heenvliegt waarheen hij wil en naar zijn nest terugkeert, zo mag ook de genezen melaatse zich vrij bewegen en tot de zijnen terugkeren. Het nu geschonken leven wordt als een blijvend, fris en gezond leven zinnebeeldig voorgesteld door de drie bestanddelen waaruit de sprengkwast is samengesteld. Cederhout is bederfwerend, hysop reinigt, scharlaken is de kleur van het bloed.
In Jezus Christus mag de gelovige het leven en de vrijheid ontvangen. Maar deze vrijheid heeft niets te maken met losbandigheid. Ze heeft beslist niet tot doel om speelruimte aan de zonde te geven. Zoals die vrije vogel het teken van bloed aan de vleugels draagt, zo draagt onze ziel het teken van Christus' bloed. Wanneer ook wij de kracht van dat reinigende bloed kennen (een persoonlijke zaak!), dan zullen we nooit kunnen vergeten, uit welke diepte van schuld we verlost zijn. Dan zal ons diep in het hart gegrift staan, met welke grote liefde Christus Zijn bloed voor ons gaf. Dan zullen we ons er ook van laten doordringen, tot welke heilige wandel we door deze verlossing verplicht worden.
In het geloof slaan wij de wieken uit en verheffen wij onze harten tot God. Ach, wat is er bij tijden nog veel dat ons van de Heere wil aftrekken en naar beneden wil drukken! Eenmaal komt echter voor al Gods kinderen de dag van de volle verlossing, de volle vrijheid, de volle vreugde. De dag waarop zij ingang ontvangen in Zijn eeuwig koninkrijk en voor immer mogen vertoeven bij God, hun God, de Bron van vreugd. Wie deze verwachting kent, belijdt het:
Mijn ziel, nu nog vaak vol angst en zorgen,
wacht sterker op de Heer'
dan wachters op de morgen,
de morgen - ach wanneer?

Nunspeet, W. van Sorge

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1981

De Wekker | 8 Pagina's

Vrije vogels

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1981

De Wekker | 8 Pagina's