Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen preekstoel en kerkbank (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen preekstoel en kerkbank (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geschenkverpakking?
Deze vraag stelt de winkeljuffrouw mij wel eens, wanneer ik een boek gekocht heb en zij het voor me wil inpakken.
Is het voor mezelf dan kan er een eenvoudig papiertje om, maar is het als cadeau bedoeld dan wordt het ook als zodanig verpakt.
Ben ik ver bezijden de waarheid, wanneer ik zeg, dat onze preken als cadeau bedoeld zijn?
En dat de bedoeling van de Gever is, dat het cadeau door de „ontvanger" met vreugde aangenomen wordt?
Laat nu niemand mij in de rede vallen met de opmerking, dat we niet alleen maar vrede te boodschappen hebben en dat er ook harde dingen te zeggen zijn. Ik weet dat ook wel, maar ik ben nog nooit de kunst machtig geworden alle dingen tegelijk te zeggen. Maar wat meer zegt: Hoeveel harde en verschrikkelijke dingen er ook in de bijbel staan - en dus doorgegeven behoren te worden in de prediking - we zijn toch dienaars van het Evangelie. Een blijde boodschap dus, die er is om aangenomen - en niet alleen maar aangehoord - te worden.
Nu, dan moet de verpakking, als het even kan, daartoe ook uitnodigen. Om het wat concreter te zeggen; de woorden, waarin de boodschap verwoord wordt moeten mede de kerkganger er toe dringen het Woord met blijdschap aan te nemen. Want dat de Heiland zegt, dat de tijdgelovige het Woord terstond met blijdschap aanneemt betekent niet dat het omgekeerde nu ook waar is.
De manier waarop het evangelie gebracht wordt zegt lang niet alles maar wel veel. Vooral in deze tijd.
Waarom vooral in deze tijd?
Omdat veel van de mensen, die in de kerk zitten moe en vol zijn. Moe van de hele week, die ze achter de rug hebben. Moe van al het werken en jachten.
Vol van al de woorden die ze gehoord hebben en de dingen die ze gezien hebben.
En het is goed dat de prediker in zijn bewogenheid met de schare daar ook enigszins rekening mee houdt.
Vooral die predikers die zelf zelden of nooit in de kerk zitten en zodoende heel weinig een preek horen.
Misschien zou het aanbeveling verdienen dat zij de band of de cassette die gebruikt wordt om de preek ook aan de zieken en bejaarden te laten horen zelf zo nu en dan ook eens opvragen en beluisteren. Ook om andere redenen zou dat aanbeveling verdienen, maar we blijven nu nog maar even bij de verpakking.
Misschien vraagt deze of gene lezer zich af of ik de verpakking dan haast het belangrijkste vind. Beslist niet.
Maar wél belangrijker dan menigeen denkt.
Toen ik nog in Apeldoorn studeerde moest ik om één of andere reden nakijken wat er in verschillende commentaren over een bepaald schriftgedeelte stond. Toen ik de zondag daarop naar de kerk ging hoorde ik tot mijn verbazing in de preek hele zinnen die letterlijk uit één van die commentaren overgenomen waren.
Afgezien van de vraag of het aanbeveling verdient in de preek zo maar hele stukken uit welk boek dan ook over te nemen vraag ik me toch wel af of de taal, waarin de meeste bijbelverklaarders schrijven nu wel geschikt is als preektaal. Wellicht is dit een extreem voorbeeld, maar het kan dienen om duidelijk te maken wat ik bedoel.
Het is erg, wanneer de mensen niet meer in de kerk komen omdat de bijbelse inhoud van de prediking hen niet aanspreekt.
Maar het is ook erg, wanneer de mensen wegblijven omdat ze vanwege de vorm niet eens aan de inhoud toekomen.
Daarmee is dat wegblijven niet goedgepraat. Integendeel. Maar het feit dat de hoorders om onjuiste motieven wegblijven ontslaat ons niet van de plicht te trachten ze in de kerk te houden. Oók door de manier waarop de blijde boodschap gebracht wordt.
Hierbij dient men te bedenken dat de kerkbevolking (mijn excuus voor dit wonderlijke woord) veel meer gemengd is dan vroeger. Sommige kerken stonden er om bekend dat de gemeente in staat was een niet al te korte en wel doorwrochte preek met aandacht te volgen. In andere plaatsen was dat veel minder het geval. Vermoedelijk had dat ook wel wat te maken met de streek waar men woonde en het werk dat men deed. Misschien is dat nog wel enigszins zo.
Maar de mensen verhuizen tegenwoordig veel meer en dientengevolge zitten er ook in dit opzicht allerlei soorten mensen in de kerk.
Niet in het andere uiterste vallen.
Alles wat iemand schrijft of zegt is gevaarlijk. Het bovenstaande ook. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de predikant zich zo eenzijdig toelegt op de vorm, dat de mensen (vrijwel) alleen daardoor naar de kerk getrokken worden.
Het gevaar van „mooie diensten" is verre van denkbeeldig. Het schijnt voor te komen - maar ik kan het niet bewijzen - dat mensen de kerk waar ze thuis horen zelden van binnen zien omdat de dominé van de kerk 10 km verder zo pakkend en boeiend preken kan.
Gaat het hierbij om de inhoud dan wil ik dat verschijnsel ook niet toejuichen, maar gaat het daarbij het meest om de vorm dan is zoiets ronduit gevaarlijk. Vooral wanneer men het zich niet realiseert.
Gevaarlijk ook voor de kerkganger. Omdat hij eigen gemeente afbreekt maar vooral ook omdat het bevredigd zijn door het horen van een mooie preek nog wat anders is dan het gevoed worden door de redelijke onvervalste melk waarover de apostel Petrus in zijn eerste brief spreekt.
En nu ik mij toch gaandeweg in de ruimte tussen preekstoel en kerkbank wat meer naar de gemeente gekeerd heb, nog maar een paar opmerkingen aan haar adres.
Vroeger kregen wij als student een maand te tijd om een preek te maken. (Behalve voor het eindexamen; dan mochten we één dag tevoren de tekst bij de rector halen; reden waarom de laatste nacht voor het examen er meestal bij inschoot). Nu moet uw dominé meestal er elke week twee maken. En dat is niet het enige wat van hem gevraagd wordt.
Bovendien heeft niet iedereen dezelfde gaven. De herder en leraar moge dan in één persoon verenigd (moéten) zijn, het blijft een feit dat de één toch meer herder en de ander meer leraar is.
Er is verscheidenheid van gaven. Ook in dit opzicht. Het is meer in overeenstemming met het Paulinische woord iemand te waarderen naar de gaven die hij heeft dan hem te beoordelen (om geen ander woord te gebruiken) naar de gaven die hij niet of in mindere mate heeft.
Er is in dit verband ook nog een andere zaak waar we met klem de aandacht op willen vestigen.
Wanneer de preek bij ons niet overkomt zoals we graag zouden willen is het goed ons af te vragen of het met onze voorbereiding wel in orde is. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Wanneer we 's zaterdagsavonds tot diep in de nacht op visite gaan, daarna nog een paar uurtjes slapen om dan 's zondags ons maar half uitgerust onder het gehoor van het evangelie te zetten, moeten we ons niet verwonderen dat het ons moeite kost onze aandacht bij het verkondigde Woord te houden.
Het wil mij voorkomen dat er hier en daar aan de voorbereiding op de zondag nog wel het een en ander ontbreekt.
Ik weet niet of de veelgeprezen „vader Brakel" nog veel gelezen wordt, maar indien dat niet het geval mocht zijn mag ik u doorgeven datgene wat hij schrijft onder het 4e punt van datgene wat behoort tot de voorbereiding voor de zondag:
Het werk des daags te voren in tijds te staken, opdat men, tot laat in de avond werkende het lichaam niet onbekwaam make, en het niet verhindere de levendigheid, in welke de ziel behoorde te zijn, en opdat daar een tijd tot voorbereiding overblijve.
Een goede raad zowel voor kerkgangers als voor predikheren, waarbij de laatsten zich wel eens mogen afvragen of „vader Brakel" met voorbereiding hetzelfde bedoelt als het maken van een preek tot ver in de kleine uurtjes van de nacht van zaterdag op zondag.

P.N.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1981

De Wekker | 8 Pagina's

Tussen preekstoel en kerkbank (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1981

De Wekker | 8 Pagina's