Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (II)

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het eerste artikel schreef ik over het besluit van de Gereformeerde Oecumenische Synode van 1980 in Nîmes, de inhoud van het studierapport over „de Kerk en haar roeping in het maatschappelijke leven", voorzien van aantekeningen, aan de deelnemende kerken voor te leggen.
Deze keer zou ik eerst iets willen vertellen van de inhoud van het studierapport. Daarna wil ik wat nader ingaan op de bijgevoegde verklaringen.
Het rapport begint met de verscheidenheid van meningen aan te geven. Wat betekent het om wel in de wereld maar niet van de wereld te zijn? Wat betekent de inhoud van het Koninkrijk Gods voor ons vandaag? Er zijn een heel aantal uitgangspunten, die elkaar soms ook uitsluiten:
1. de dopers-teruggetrokken visie. Er is maar één keuzemogelijkheid: voor Christus en zijn kerk òf voor de samenleving en de wereld. „Neem de wereld, geef mij Jezus". Huwelijk, handel, ontwikkeling, cultuur, politieke macht moeten zoveel mogelijk gemeden worden. Er is een diepe kloof tussen geestelijk en natuurlijk leven.
2. de liberale visie van een „sociaal evangelie". Er moet een solidariteit van het mensdom zijn. De kerk moet bruggen bouwen naar de samenleving. Ze kan helpen de mensen een hogere graad van perfectie te bereiken. We moeten de mensen leren verdraagzaam te zijn en samen verder te komen. Dan voelt men zich gelijkelijk thuis in de kerk en in de wereld.
3. de rooms-katholieke visie. Hier is het leven gezien op twee niveaus: het hogere van kerk en geloof en het lagere van het gewone leven. De kerk beheerst zo mogelijk alle levensgebieden. Wel is er de laatste tijd een hele wending in de 'roomse gedachtenwereld gekomen.
4. de lutherse visie. Er zijn twee rijken, waarin de christen heeft: het koninkrijk van God en het koninkrijk van de wereld. Christus regeert in beide, maar verschillend. In het ene leven de christenen met geloof en liefde; in het andere regeert Christus door de wet van God. De taak van de kerk is beperkt tot de sfeer van het geloof. Bekend is, hoe hierdoor veel Duitse Christenen indertijd de regering aan het nazisme konden overlaten.
5. de gereformeerde visie. De religie beslaat het hele leven. De gehele schepping viel in zonde, maar de reddende genade van Christus is ook alomvattend. In deze wereld is men nu óf gehoorzaam óf ongehoorzaam. De roeping van de christenen is ook alomvattend. De kerk mag een helpende hand zijn voor de beleving van een christelijk leven.
6. de evangelische visie. De samenleving ligt in het duister, waarin gelovigen moeten binnendringen met het licht. Velen voelen een sterke spanning tussen persoonlijke redding en maatschappelijke betrokkenheid. De samenleving is het strijdperk voor persoonlijk getuigenis, evangelisatie en zending. Op zijn best kunnen christenen invloed uitoefenen door een persoonlijke houding van geloof en liefde. In de laatste tijd is er meer oog voor de structurele vragen van de samenleving.
7. de bevrijdings-visie. Er is een sterke nadruk op het verwerkelijken van het Koninkrijk hier-en-nu. De gevestigde orde is een instrument in de handen van begerige tirannen om de arme en machteloze massa onder druk te houden. Het enige middel ertegen is dat van de revolutie. Zal de kerk niet vooraanstaan in de bevrijdingsbeweging, dan zal de revolutie plaats vinden zonder de kerk.
Vervolgens gaat het rapport bijbelse gegevens na. Het begint bij de leer van het Koninkrijk Gods. De lijn hiervan is reeds in het Oude Testament te trekken, maar wordt in het Nieuwe Testament duidelijk. In Christus gaat God de afval en de zonde overwinnen, maar ook de gevolgen van de zonde. Tegelijk mag men zeggen, dat het Koninkrijk gekomen is en dat het komt. Wie in Christus is, die is een nieuwe schepping. Op Gods genadegaven volgen Gods opdracht en roeping. Het Koninkrijk is de geheel nieuwe orde die Godzelf brengt.
De kerk nu is de plaats, waar het komende en gekomen Koninkrijk van God in Jezus Christus zichtbaar wordt. De kerk is er om het Koninkrijk te dienen en ze is helemaal betrokken in de strijd van Christus in deze wereld.
Als er in het Nieuwe Testament over „wereld" gesproken wordt, staat die term in de spanning, bv. tussen afstand en betrokkenheid, van antithese en openheid. Men mag de wereld niet verlaten (1 Cor. 5:10) en er ook niet in opgaan (Filipp. 2:15). Alles behoort tot Christus en daarom ook aan de gelovigen (1 Cor. 3:21-23), maar men mag dat niet omdraaien!
De christenen zijn zeker van de overwinning, want Hij die in hen is is meer dan die in de wereld is (1 Joh. 4:4).
De taken, die de kerk ten opzichte van de wereld heeft, zijn volgens het Nieuwe Testament de volgende:
a. een missionaire taak, om te verkondigen de grote daden van Hem die ons uit de duisternis getrokken heeft tot zijn wonderbaar licht.
b. een voorbiddende taak, voor de voortgang van het evangelie, maar ook voor verbetering van slechte situaties, voor sociale en economische noden, voor vrede en welvaart, voor koningen en allen die in hoogheid gezeten zijn (1 Tim. 2:1,2).
c. een dienende, een diaconale taak, want die is er niet alleen voor de eigen gemeenteleden, maar ook voor allen die geen helper hebben. We zullen, waar we de gelegen- held hebben, goed doen aan allen,
d. een verkondigende, profetische taak, opdat de kerkleden ook naar bulten toe een zout, een zuurdesem, een licht op de kandelaar zullen zijn.
Reeds in de oude christelijke kerk was het de dagelijkse houding van liefdebetoon, die, dwars tegen de verdrukkingen in, voor de uitbreiding van de kerk zorgde.
Het is niet de mening van het rapport, dat de kerk een directe politieke of maatschappelijke taak heeft, maar wel, dat de vier hierbovengenoemde taken sterke gevolgen hebben voor de samenleving.
In vroeger dagen hanteerde dr. A. Kuyper de onderscheiding tussen de kerk als organisme en de kerk als instituut. Voor hem had dat betekenis en zijn eigen kerkelijke en filosofische opstelling, maar tot in Wereldraadkringen toe werd het onderscheid gehanteerd tussen „de kerk als kerk" (het instituut) en „de kerk als christenen" (het organisme). Het is de vraag, of we die onderscheiding nodig hebben als we de vier hierboven genoemde taken hanteren.
Als wedergeborenen zijn de Christenen in zekere zin de eerstelingen van de nieuwe schepping, in een wereld die nog leeft in de zonde en de boze dient.
De inzichten, die vanuit het Nieuwe Testament gewonnen worden, zijn ook in onze tijd onverminderd geldig. Tegelijk moeten we oog hebben voor de bijzondere kenmerken van onze tijd, want pas dan kunnen we zoeken naar een juiste toepassing van de Schriftuurlijke lijnen. Zo moeten we er op letten, dat de samenleving vandaag wereldwijd is geworden. Ze is ook een samenleving, waaruit God a.h.w. verwijderd is; ze wordt door de techniek beheerst, ze is in hoge mate gedesillusioneerd, ze verlangt sterk naar vrede en ze houdt zich sterk bezig met sociale gerechtigheid. Er is en wordt op grote schaal gedemocratiseerd en er is niet één levensbeschouwing, maar een veelheid van levensbeschouwingen door elkaar heen.
Temidden daarvan leeft de kerk. Ze is een geheel unieke gemeenschap. Ze leeft van de verlossing van Christus. Tegelijk wordt ze opgeroepen om het licht der wereld te zijn. Ze zal niet in de wereld opgaan. Ze kan de wereld ook niet links laten liggen. Ze leeft van Christus en ze predikt dat. Tegelijk heeft haar boodschap verstrekkende gevolgen. Geen aardse macht kan uiteindelijk als Heer naast Jezus Christus worden erkend. Dat beseften de oude christenen in het romeinse rijk reeds. Dat werd in 1934 ook in Duitsland beseft, toen de Barmer Thesen Jezus als enige Here erkenden. Dat betekende in Nazi-Duitsland een politieke beslissing van de hoogste orde.
(wordt vervolgd)

Hoogeveen, K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

De Wekker | 16 Pagina's

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

De Wekker | 16 Pagina's