Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (IV)

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (IV)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze serie artikelen houden we ons bezig met het studierapport, dat de Gereformeerde Oecumenische Synode van Nîmes in 1980 te behandelen kreeg onder bovenstaande titel. Nadat de synode de inhoud van het rapport had overwogen, aanvaardde ze een aantal conclusies, die aan de aangesloten kerken ter beoordeling werden toegezonden.
In het voorgaande was betoogd, dat de norm van het Evangelie van het Koninkrijk van God in Christus behoort te worden aangelegd bij alles wat in deze wereld gebeurt. En verder is de kerk mee ingeschakeld in de strijd van Christus tegen de boze machten en antichristelijke ideologieën.
De verhouding van de kerk tot de wereld, zo gaan de conclusies nu verder, is een heel eigenaardige. Want we mogen de wereld niet liefhebben, noch wat er in de wereld is. Ze gaat voorbij met haar begeerlijkheden. Tegelijk is de kerk geroepen om het licht der wereld te zijn en om haar licht te laten schijnen. Dit betekent voor de kerk een blijvende spanning tussen afstand nemen en betrokkenheid. Het gevaar is groot om in de ene of in de andere eenzijdigheid te vervallen. In deze spanning staan de afzonderlijke gelovigen persoonlijk, en staat ook de kerk in haar geïnstitueerde vorm. En wat dit laatste betreft, zijn er enige duidelijke taken ten opzichte van de samenleving te onderscheiden:
1. de taak om het evangelie van het Koninkrijk te prediken en de wereld voor Christus te winnen;
2. een taak om de kerkleden te mobiliseren, toe te rusten en te oefenen voor hun zending in de wereld;
3. een taak om voorbede te doen voor de wereld;
4. een taak om de wereld in diakonia te dienen.
Met het noemen van deze viervoudige taak nemen de conclusies de gedachten over, die in het studierapport waren genoemd. Welnu, dat heeft nog al wat gevolgen.
We zouden kunnen denken, dat het vier beperkte taken zijn, maar dat is allerminst het geval. Wanneer bijvoorbeeld het evangelie gepredikt wordt (taak 1), als dat goed gebeurt, dan wordt tegelijk gevraagd, of andere koninkrijken en heerschappijen, zoals die op deze aarde er in menigte zijn, geen boze en Gode vijandige machten zijn. En verder houdt de evangelieprediking ook de sociale en politieke verantwoordelijkheid van de kerk en haar leden in. Als het evangelie echt een boodschap van redding en bevrijding is, dan kan de kerk niet zwijgen als ze mensen in boeien en slavernij ziet, geestelijk, sociaal, politiek.
Eerder is al duidelijk gezegd, dat de evangelieprediking niet in een horizontale boodschap opgaat. Immers, dan is het geen evangelie meer. Dat vergeten we nu niet. Maar er mag beklemtoond worden, dat het evangelie, zal het werkelijk een blijde boodschap zijn, een alomvattende betekenis heeft. Het zal gebracht worden als positief en diep ingrijpend in het persoonlijke leven, en ook antithetisch tegenover alle tegenkrachten die zo sterk zijn.
En wanneer er gedacht wordt over de tweede taak, die naar de kerkleden toe om hen toe te rusten, dan gaat ze niet ineens van de leden deskundige mensen maken die van allerlei ingewikkelde moderne problemen verstand moeten hebben op sociaal en sociologisch terrein, in economische en technische en militaire vraagstukken, maar dan zal ze doen wat op haar weg ligt, nl.
- ogen openen en gewetens gevoelig maken voor vormen van onrechtvaardigheid;
- oproepen om in alle wijsheid de strijd voor rechtvaardigheid te voeren;
- in de prediking de criteria en normen openleggen, die de navolgers van Christus moeten leiden bij hun gedragingen in de samenleving;
- misschien ook in bepaalde gevallen, die een zorg zijn voor de hele kerk en om profetische aandacht roepen, officiële verklaringen uit te geven;
- waar dat nodig en mogelijk is, op oecumenisch niveau gezamenlijk spreken. Bij dat laatste is bijzonder gedacht aan de taak, die de GOS zelf zou kunnen hebben. Gedacht is aan dictatoriaal geregeerde landen, en ook aan vormen van rassendiscriminatie.
Wanneer voorts de kerk voorbede doet, zal ze voorbede doen voor de voortgang van het evangelie, de verwijdering van alle sociale en politieke misstanden, voor degenen die regeren moeten en voor vrede en welvaart.
De diakonale taak van de kerk brengt ook met zich mee het delen in het lijden van armen en onderdrukten, en het zoeken naar mogelijkheden om onrechtvaardige omstandigheden uit de weg te ruimen. De profetische taak van het evangelie behoort vergezeld te gaan van daden. Wanneer maar nodig, zo wordt verder gezegd, moeten de diakonale instellingen van het kerkverband, vooral in welvarende landen, een beroep doen op de regering en op de leiders van de industrie, bedrijven en vakbonden om nieuwe wegen en middelen te zoeken voor het verwijderen van alle normloze ontwikkelingen en onrechtvaardige structuren van de samenleving op nationaal en internationaal gebied. De kerk moet niet alleen de armen en verdrukten helpen, maar ook werken en bijdragen aan hulp op langere termijn voor ontwikkeling en tegenover zondige structuren. De conclusies zeggen nu, dat de kerk deze taken slechts vervullen kan, wanneer ze zelf en wanneer haar leden zelf een zichtbaar, hoopgevend teken zijn van de echte vrede van het Koninkrijk. Als in haar eigen gelederen geen verzoening en bevrijding gezien kunnen worden, zal haar verkondiging en dienst alle geloofwaardigheid verliezen en onvruchtbaar worden .
Bij tijden kan het nodig zijn, dat de kerk spreekt tot de samenleving in het groot of tot de gezagsdragers. Dat wordt onontkoombaar, wanneer die samenleving of die autoriteiten vormen van grof onrecht laten ontstaan of voortduren. De kerk mag dan niet aarzelen en zal niet alleen bepaalde symptomen aanwijzen, maar doordringen tot de structuren van onrecht en die onder de kritiek van Gods Koninkrijk stellen Zelf zal ze evenmin aarzelen om aan de kant te gaan staan van hen, die onderdrukt worden.
Misschien is de kerk zelf in een positie van nauwelijks gedulde of zelfs vervolgde minderheid. Openlijk spreken zou onmogelijk kunnen zijn. Dan behoudt ze de roeping om haar leden de normen van het evangelie van het Koninkrijk uit te leggen.
Nog eens wordt in het stuk de nadruk gelegd op die vormen van sociaal onrecht die veroorzaakt worden door rassendiscriminatie. Dat houdt zonder twijfel verband met het feit, dat een- en andermaal binnen de GOS veel moeite is gedaan tegen dit sociale onrecht, door verscheidene gesprekken met Zuidafrikaanse kerken, die lid zijn van de GOS. Aan dit feit is binnen onze eigen kerken nog niet zoveel aandacht gegeven. Verschillende keren wordt gevraagd: moeten onze kerken niet veel meer doen? Onze kerken hebben, via het lidmaatschap van de GOS, aan indringende gesprekken meegewerkt en daaraan goedkeuring gegeven. De generale synode van 1980 wees daarop; misschien kan er nog eens afzonderlijk over geschreven worden.
De conclusies lopen naar hun slot, wanneer ze zeggen, dat onze gehele wereld beladen is met structuren van armoede, onrecht en onderdrukking. Er mag niet naar één kant gekeken worden. Alle totalitaire systemen zijn verwerpelijk. Aan een zgn. kapitalistische sociale orde moeten even kritische vragen gesteld worden.
De kerk van Christus, die zelf leert te leven uit Hem en al zijn gaven, verwacht met sterk verlangen en vurig gebed de definitieve verwerkelijking en komst van het Koninkrijk. Levend in deze verwachting kan ze niet anders dan zich reeds in de dienst ervan plaatsen, opdat de tekenen van redding, gerechtigheid en bevrijding ervan nu al zichtbaar mogen worden. Wanneer de kerk spreekt en waarschuwt, zal ze ervoor zorgen niet zelf actief betrokken te raken in enige vorm van geweld, maar ze moet trouw zijn aan haar roeping om het woord van troost, liefde en verzoening te brengen aan allen en op deze manier de vrede najagen.
Hiermede trachtte ik een overzicht te geven van het rapport en de eraan toegevoegde conclusies. Een andere keer kan ik er misschien nog wat nader op ingaan.

Hoogeveen, K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's