Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (V)

Bekijk het origineel

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (V)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige artikelen gaven een korte samenvatting van het rapport van bovengenoemde strekking, dat behandeld werd op de Gereformeerde Oecumenische Synode in Nîmes in 1980, en van de erbij behorende conclusies. Ook aan onze kerken is gevraagd om zich erop te bezinnen.
Wat onze kerken betreft, is er reden om dit studierapport naast enkele stukken te leggen, die nog niet zo lang geleden verschenen zijn. In 1976 legde het deputaatschap „Kerk en samenleving" een rapport op tafel onder de t i tel „Bijbelse lijnen voor kerk en samenleving". Een vervolgrapport werd aangeboden aan de synode van 1980 en aan de kerken onder de titel „Christelijke verantwoordelijkheid in de samenleving", waarin een aantal uitwerkingen werd gegeven van de in het eerste rapport neergelegde principiële gedachtengangen.
Maar ook mag niet vergeten worden, dat Deputaten voor Algemene Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden (ADMA-deputaten) in 1977 een rapport aan de kerken aanboden onder de titel „Dienst vanuit Christus" met het oog op de dienst van de gemeente van Christus in de samenleving.
Het is jammer, dat zulke stukken toch vaak niet de aandacht krijgen die ze verdienen of spoedig vergeten worden. Misschien mag ik ze nog eens naar voren halen.
In het rapport „Bijbelse lijnen" wordt eerst gezegd, dat „heil" voor alles is redding van mensen, maar het gaat ook de schepping aan. Zo kan het heil worden aangeduid als de komst van het Koninkrijk. In het Oude Testament wordt meer de breedte van Gods werk getekend; in het Nieuwe Testament meer de diepte ervan.
Als er nu een verbinding wordt gelegd tussen „heil in Christus" en de samenlevingsverbanden, dan mag de noodzaak van de evangelieverkondiging en van geloof en bekering niet vergeten worden. Iets anders is, zo wordt verder gezegd, dat het evangelie wel kan doorwerken in de samenleving en dat structuren worden beïnvloed. Maar ook als we als christenen ons geroepen weten te werken aan verandering van structuren, moeten we toch de beperktheid ervan zien. Het heil is wel aanwezig, maar is tegelijk gewikkeld in een permanente strijd met de vijandelijke machten. De gestalte, die het heil kan krijgen in deze bedeling, zal heel onvolkomen, fragmentarisch en aangevochten blijven.
In het rapport „Bijbelse lijnen" wordt dan, in discussie met dr. H. Berkhof, de gedachte van „objectieve heiliging" of „heiliging van de structuren door de Heilige Geest" bestreden. Wel mag er gesproken worden van „tekenen van het Rijk". Van een „anoniem christendom" of een „kerk buiten de kerk" mag geen sprake zijn.
Als er nu gevraagd wordt naar de normen voor de roeping van de kerk naar de samenleving toe, dan moet ten eerste gezegd worden dat dat niet louter bestaat in het voorhouden van Gods wet, en ten tweede dat het meer is dan wat wel „evangelische inspiratie" genoemd is. Het evangelie laat de wet niet los en de wet bestaat niet zonder het evangelie. Christus heeft de wet in volmaakte liefde vervuld, en leert ook de zijnen de wet van God lief te hebben.
Tenslotte wordt gewezen op de tegenstelling tussen het Rijk van God en het rijk van de antichrist. Het sluipende gevaar van de antichristelijke machten moet onderkend worden. Het geloof heeft weet van de overwinning van Christus. Maar op het terrein van de wereld ontmoeten de twee werkelijkheden elkaar gedurig.
We zullen niet mogen meedoen met de geseculariseerde vulling van begrippen als „Koninkrijk Gods", „gerechtigheid" en „heil". Bij de ambtelijke toerusting in de verkondiging gaat het in alles erom, heen te werken naar de „nieuwe mens" en zijn relaties tot God, tot zijn medemens en tot de natuur.
Het erop gevolgde rapport „Christelijke verantwoordelijkheid" geeft uitwerkingen aan naar verschillende levensgebieden toe en behoeft daarom in de bespreking van nu niet behandeld te worden.
Het rapport „Dienst vanuit Christus" van ADMA-deputaten behandelt eigenlijk principieel dezelfde problemen, zij het vanuit een iets ander gezichtspunt. „Dienst", diaconie, wordt in dit geschrift als een alomvattend woord gezien, omdat onze dienst alleen maar goed gezien kan worden vanuit de dienst van Christus Zelf. En beginnend bij Christus, wordt zijn dienstvervulling gezien als dienst van de verzoening, dienst van de vervulling van de wet, dienst van de bevrijding van de machten en dienst van de realisering van Gods Rijk. Heel sterk wordt in dit geschrift de verbinding tussen Christus en de gemeente gezien en daarmee de dienst, niet maar van individuele gelovigen, maar van de gemeente als lichaam van Christus, midden in de wereld. Verhelderend in deze brochure is ook, dat de verschillende betekenis van het woord „wereld" in de bijbel goed onder ogen wordt gezien, want dat kan ons voor veel misvatting en vaagheid behoeden.
Ik ben me er wel van bewust, dat ik de twee stukken uit onze eigen kerken nu veel te kort en daardoor onbillijk heb besproken. Maar het is nu mijn bedoeling om erop te wijzen, dat een aantal woorden en begrippen zowel in deze stukken als in het stuk van de GOS steeds terugkeert. En er is meer overeenkomst dan verschil, al is er wel verschil in nuance. U kunt misschien al wel begrijpen, dat onze afgevaardigden in Nîmes er geen moeite mee hadden, zonder reserve voor de aanvaarding van het rapport en zijn conclusies te stemmen.
In een laatste artikel wil ik proberen om wat vergelijkingen te maken en wat lijnen te trekken. Uit correspondentie blijkt, dat er steeds in onze kerken behoefte bestaat om over de verhouding van kerk en samenleving na te denken, omdat er behoefte bestaat aan een juist handelen, in profetische wijsheid en priesterlijke bewogenheid en koninklijk rechtdoen.

Hoogeveen, K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's

De roeping van de kerk temidden van de samenleving (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's