Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vreugde die ons wacht (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vreugde die ons wacht (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Hét feest komt nog!
Dan ga ik op tot Gods altaren.
Tot God, mijn God, de bron van vreugd.
De bron van vreugde - de Here zelf - staat er voor in, dat de weg van Zijn kinderen zich niet zal verliezen in donkere nacht, maar uitloopt op de poorten van de feestzaal van Zijn heerlijkheid.
Dan ga ik op tot Gods altaren . . .
Als een gemeente wat zingen wil (en kan) en de organist(e) goed gestemd is, kun je het in de dienst merken; de gemeente gaat van het „gestaag in 't akelig zwart" via het gebed „zend Heer Uw licht en waarheid neder" naar een feestelijk hoger toon en zingt uit volle borst het 4e vers van psalm 43: „dan ga ik op tot Gods altaren, tot God mijn God de bron van vreugd".
Iets van de vreugde die oud-Israël beleefde als het optrok op 's Heren nodiging en naar Zijn gebod, om in Zion bij Gods altaren voor de Here te verschijnen, moge in ons zingen doorklinken, dezelfde vreugdevolle gevoelswaarde kunnen we er nooit inleggen.
Zouden wij zelfs niet op hoger toon mogen zingen, dan zij?
Zij moesten het zoenoffer nog steeds brengen. En de ware Israëler, die de symboliek van het heiligdom geestelijk verstond, wist, geloofde dat het waar was, uit kracht van het bloed dat voor Gods aangezicht was ingedragen op de grote verzoendag op het verzoendeksel in het binnenste heiligdom, dat God zijn gebeden hoorde als na zijn offer, de priester ze indroeg in het heiligdom.
Vandaar - van voor Gods aangezicht - krachtens het geheim van het bloed - bracht de priester de zegen van vergeving en dies van vrede mee voor het volk dat in de voorhof wachtte.
Met vreugde, gelovend in de waarachtigheid van de belofte van schuldvergeving van zijn God („de bron van zijn vreugde!") ging hij weer heen naar zijn levensplaats en taak, zijn gezin, zijn werk, zijn moeiten en zijn vreugden. Bij het verlaten van stad en tempel zong hij zijn heimwee uit - jaloers op de priesters die blijven mochten en in die feestelijke gemeenschap van hun God leven en dienen:
Geef Hem eer
Gij die des nachts Zijn huis bewaakt
En voor Zijn dienst in ijver blaakt!
Dan ga ik op tot Gods altaren . . .
Waar denkt u aan, als u met de gemeente op zondagmorgen terwijl u uw zorgen niet achter uw huisdeur hebt kunnen achter laten, maar meedraagt in uw hart, dit zingt?
Gaat u er dan eens recht voor zitten, geeft het u moed en veerkracht?
Zingt u dan een toontje hoger, als u denkt dat het uur eens komt om alles met zijn zorg en moeiten, zijn strijd, zijn zonden en zijn noden hier beneden achter te laten om op te gaan tot de blijvende gemeenschap met uw God in het nieuw Jeruzalem dat boven is?
Maar zó zing je in een grauwe wintermorgen toch niet altijd de psalmen in de kerk? Je kent psalm 43 wel, je hebt geen boekje meer nodig. De organist zet in en je zingt . . . Zeker, maar het psalmgezang is in onze erediensten de enige mogelijkheid waarin de gemeente zelf zich uit voor haar God. En dan luistert de Here God toch echt alleen niet naar uw mooie of minder mooie stem, maar naar uw hart!
Je bent er toch niet altijd voor in de stemming? Je hart is er echt niet altijd bij, je hebt je toch al moeten haasten om hier beneden op het feest van de ontmoeting van de gemeente met haar God te komen.
Gisteravond is het ook laat geworden - en trouwens je hebt zorg genoeg, zo blij ga je nu ook weer niet door het leven! En dan, je moet er niet aan denken de band aan allen en alles wat je hier zo lief is en waar je verantwoordelijkheid voor draagt is nog zo sterk!
Elke Israëler die met de karavaan van pelgrims meeliep naar Jeruzalem en zingend de poorten van de Godsstad in en uit ging zong ook mogelijk meer omdat de anderen ook zongen, of meer uit nationale trots dan uit diep geestelijk verlangen en vreugde.
Maar als nieuw testamentische gemeente weten we, dat het bloed der verzoening is ingedragen in het binnenste Heiligdom. Gods Paaslam is voor ons geslacht. En wie in het geloof met het offer van een verbroken hart en een schuldverslagen geest tot Hem mag gaan om behoud, mag geloven dat God op grond van het volbrachte verlossingswerk van Christus vergeeft en de gemeenschap in blijde vrede herstelt.
En als hier midden in of na bange strijd, als er zo heel veel op af kan komen en tegen kan zijn, het geloofsoog Hem mag zien in de rijkdom van Zijn liefde en volkomen Borgtocht moet de beschuldiger wijken en is er blijde vrede die het hart zingen doet.
Want ze zijn zalig (en daarom worden ze het eens volkomen!) die geroepen zijn tot het Avondmaal van de Bruiloft van het Lam!
Mattheüs, ons verhalend de gelijkenis van de talenten, waarin alle nadruk valt op onze levensverantwoordelijkheden voor de Here, zegt dat na lange tijd, de heer van die knechten kwam om af te rekenen met hen {Matth. 25:14v).
Een ernstig uur! Een gelegenheid die komt en waarop het goed is zich tijdig op voor te bereiden!
De talenten die de heer hen, die bij hem in dienst waren en die hij vertrouwde, zijn inmiddels - door de lange tijd - niet hun eigendom geworden, ze blijven zijn eigendom. Ze werden door hem aan hen toevertrouwd. Zij dragen verantwoordlijkheid. Ze moeten er mee bezig zijn, zorg voor dragen, moeite voor doen om ze te vermeerderen en mogelijk ook teleurstellingen daarin verwerken.
Dat mag niemand te veel zijn! Je gaat niet vanzelfsprekend toch wel naar de hemel (vrs. 30)!
Maar als je de zorg er aan besteed hebt, als het goed dat je van de Heiland en Here ontvangen hebt je zorg heeft omdat Hij de liefde van je hart heeft - dan staat daar dat blijde woord: goede en getrouwe dienstknecht, ga in tot de vreugde, tot het feest van uw Heer!
Zeker dat houdt ook de eeuwige levensvreugde van al Zijn volk in.
Maar het blijft het feest van de Here! Het is en blijft Gods vreugde om zondaren te zaligen. Het is het feest van de Zaligmaker om Zijn gemeente eens - en dan zal niemand, ook de kleinste en de zwakste niet, ontbreken - de Vader voor te stellen!
Zijn feest - daarom zeker en vol! - Zijn feest, de bruiloft wacht!
Kan het uw hart blij maken: dan ga IK op . . . ?

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's

De vreugde die ons wacht (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1982

De Wekker | 8 Pagina's