Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het beginsel van de Afscheiding (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het beginsel van de Afscheiding (V)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerk of gezelschap
De afscheiding heeft vooral in het begin bloot gestaan aan het gevaar, dat zij verzeild zou raken in de gevaarlijke wateren van het conventikeldom. Men kende in Nederland, zoals in vele andere landen de z.g. conventikels of gezelschappen. Het waren bijeenkomsten van de vromen, waar men elkaar ontmoette om over de zaken van het kerkelijke en geestelijke leven te spreken. De Nadere Reformatie was uitgelopen op een beweging, die min of meer kritisch of onverschillig stond ten opzichte van de officiële kerk. In de kerk werd wel gepreekt, de sacramenten werden er bediend, de doop werd er voor de kinderen gezocht, het avondmaal werd door vele gelovigen gemeden en men hield in de eigen bijeenkomsten zich bezig met het bespreken van Gods Woord en van de vragen van het geloofsleven. Een grote rol werd op deze gezelschappen gespeeld door de z.g. oefenaars. Zij vormden een soort van lekepredikers, die zonder enige wetenschappelijke toerusting, maar soms begaafd met een grote geestelijke wijsheid, de gelovigen voorgingen. We mogen vaststellen, dat deze gezelschappen in tijden van geestelijk verval een kanaal hebben gevormd, waarlangs het levende water bleef stromen. Maar er kleefde aan deze gezelschappen ook wel een groot bezwaar. Men vervreemdde zich van de middelen der genade, die God heeft ingesteld om de kerk te bouwen. Een en ander bezwaar was, dat men een gemeenschap ging stichten, die haar diepste grond vond in de sfeer van het gevoel. Men herkende elkaar aan de manier van spreken. Men hoorde klanken die rechtstreeks ontleend waren aan het evangelie, maar de overeenstemming die men vond was niet zozeer gegrond in dit evangelie zelf, en ook niet zozeer in de vertolking van de boodschap van het evangelie, maar veel meer in de vertolking van de gevoelens, die het evangelie en zijn boodschap wakker riepen.
Het is een bijzonder boeiende geschiedenis, die van de gezelschappen. Maar men kan niet ontkennen, dat er zich een ontwikkeling voordeed, die wel haar bedenkelijke kanten had. Een ontwikkeling in gelijkgezindheid en een overeenstemming in het gevoel. En er is een wezenlijk verschil wanneer men spreekt van overeenstemming in gevoelen of van overeenstemming in gevoel. In de kerk mag en moet men vragen naar het gevoelen van de mensen. In de kerk moet de kwestie van het gevoel ook beslist niet ontweken worden. Maar wanneer het gaat om de bouw, om de eenheid van de kerk, dan staat het wel vast dat men geen kerk kan bouwen en ook geen werkelijke eenheid kan bereiken dan alleen op grond van een overeenstemming in gevoelen, d.w.z. in belijden en beleven, d.w.z. in de belijdenis.
De Afscheiding is niet te verklaren zonder de Nadere Reformatie. In meer dan een opzicht is er sprake van een zekere ononderbroken samenhang. Maar niet in alle opzichten. Wanneer in de nadagen van de Nadere Reformatie liet conventikelwezen sterk bloeit en de gezelschappen een bewarende functie hebben, zien we de lijn doorlopen naar de Afscheiding. Waar in één opzicht is er een breuk: zij heeft plaats in de waardering van de kerk.
Het maakt een groot verschil of men een kerk zoekt, zoals de belijdenis ons dit leert, of dat men in het gezelschap vlucht, waar het gevoel overheerst. Welnu de Afscheiding heeft de Kerk gezocht en niet de club, niet het conventikel, niet het gezelschap. Daarom hebben De Cock en Van Velzen vooral overal kerken geïnstitueerd. Zij hebben ouderlingen en diakenen aangesteld en zij hebben kinderen gedoopt en zij hebben het avondmaal in het midden van de gemeente gevierd.
Een van de grootste gevaren, die de Afscheiding bedreigde was het terugvallen in het conventikel. Het had om zo te zeggen één groot gezelschap kunnen worden, één grote groep van gelijk gezinden, die elkaar zo goed aanvoelden. En het moet gezegd worden, dat de „crisis der jeugd" grotendeels te verklaren is uit de worsteling tussen deze twee beginselen: het beginsel van de kerk en dat van de club. De Cock heeft op dit punt een zeer ingrijpende strijd moeten voeren met de andere leider van de Afscheiding, ds. H. P. Scholte. Die strijd is hevig geweest. Zij is feitelijk beslist door de emigratie van Scholte naar Amerika. En daarna wordt het wat rustiger binnen de afgescheiden kerken. Dan blijft wel voortdurend het gevaar dreigen dat de „gezelschapsidee" de kerkidee overwoekert. Maar in een bewuste keuze hebben de Afgescheidenen dit gevaar bezworen, toen zij in 1869 zich samen met vele „Kruisgezinden" stelden op de basis van Schrift en Belijdenis alleen.
Laten wij niet menen, dat in onze individualiserende tijd de gevaren voorgoed bezworen zijn. De grote vraag voor de kerk is altijd nog of zij Kerk wil zijn of gezelschap, conventikel, club van gelijk gezinden en gelijkvoelenden. We menen, dat dit gevaar in onze tijd en ook binnen onze kerken permanent aanwezig is. Alleen zien we dat het in een ietwat andere vorm tot ons komt. In de plaats van het gevoel stellen velen vandaag de mate van vooruitstrevendheid of van de behoudendheid.
Maar het zijn zeer oneigenlijke factoren, die met het kerk-zijn niets, maar dan ook niets te maken hebben. Wij weten, wij als christelijke gereformeerden weten na bijna honderdvijftig jaren nog steeds niet, wat een Kerk is. Vandaar . . . ! Vandaar de vleugels, links en rechts, die een weinige hoge vlucht beloven.

Kerk of secte
Een tweede dilemma waarvoor wij vandaag staan, was aan onze vaderen al evenmin onbekend. Een dilemma heeft iets te maken met een netelige keuze tussen twee moeilijke wegen: men kan de éne weg gaan, en de andere weg. Welnu de afgescheidenen hebben gestaan voor de keuze tussen de kerk en de secte.
Misschien vraagt iemand wat het verschil is tussen beide. Een secte is een groepering die zich afsplitst van een kerkgemeenschap op grond van afwijkende opvattingen betreffende een niet centraal geloofspunt. Zo althans wordt het geformuleerd in een niet onvermaard woordenboek. Liever zouden we zeggen, dat een secte geneigd is om op een deelwaarheid de nadruk te leggen: een deelwaarheid, een stukje van de volle waarheid van God.
Wanneer men zozeer de nadruk legt op een deelwaarheid, op een stukje van de volle waarheid, dat men daarmee de kerk laat vallen of staan, dan is men sectarisch geworden. Een voorbeeld: wanneer men bv op een onderdeel van de leer der laatste dingen, de leer van de wederkomst van Christus en de omstandigheden waaronder Hij zal wederkomen alle gewicht legt, zodat alle andere stukken van de leer daardoor beheerst worden, dan is men sectarisch geworden. En wanneer men om nog een voorbeeld te noemen op de wedergeboorte alle nadruk zou leggen, ten koste van andere stukken van de leer, dan is men al evenzeer sectarisch geworden. Welnu, de Afscheiding heeft in de verzoeking gestaan om tot secte te worden.
Binnen het geheel van de beweging waren een grote hoeveelheid van verschilpunten aanwezig, die elk voor zich een mogelijkheid boden om tot een secte te ontaarden. De Cock was de man, die de nadruk legde op de noodzaak van de wedergeboorte. Scholte legde de nadruk op de heiligheid van de gemeente. Brummelkamp was het die de rijkdom van de belofte onderstreepte. Van Velzen was voorstander van een zuiver belijnd dogmatisch Christendom. Gezelle Meerburg was de pastorale figuur, die door zijn liefelijke manier van spreken de mensen wist te boeien. Wat waren er een mogelijkheden om elkaar los te laten. Maar men heeft elkander vastgehouden in het besef, dat de waarheid Gods een veelkleurige waarheid is. Men heeft willen geloven in de katholiciteit van de kerk. En daarmee was het sectarische afgewezen.
De geschiedenis van 1892 heeft te zien gegeven, dat hoe langer hoe meer uitgekristalliseerd werd wat vóór 1892 bijeen werd gehouden. En na 1944 en na 1969 heeft men nog fijner nuances aangebracht. En daarom is er een sectarische trek in de gereformeerde gezindheid: men heeft in duidelijk gemarkeerde groepen ondergebracht, kerkelijke gescheiden, wat in de Afscheiding bijeen behoorde.
Vandaar dat er een vruchteloosheid over de „gereformeerde gezindheid" is gekomen, die met de beste middelen niet meer is te genezen.
Het sectarische heeft de eigenschap om steeds méér te verfijnen, om steeds zuiverder beeld na te streven. Ik weet van een doperse stroming binnen een doperse gemeente in de tijd van de reformatie te Emden. Men schorste daar totdat er niets meer te schorsen viel. De predikant en zijn vrouw bleven alleen over. En het was de vraag, wie van deze twee het 't langst zouden volhouden. Het sectarisme kan niet rusten voordat het gekomen is tot een grootheid, die niet meer te splitsen valt.
Daarvan heeft de Afscheiding zich, zij het met moeite en pijn, ver weten te houden. Was dit niet het geval geweest, de Afscheiding had zichzelf verteerd, reeds in het eerste uur. Nu zocht men elkaar en hield men elkander vast, op basis van de eenheid in Schrift en belijdenis, niets meer en niets minder. Eenheid in Schrift en belijdenis. En daarom kon zich steeds meer een kerkelijk leven ontwikkelen, dat inderdaad het ideaal van de Kerk vasthield.

Kerk of schisma
De katholiciteit van de kerk is een groot goed. Wie haar loslaat belandt in het schisma. Het schisma scheurt de kerk des Heren. Het schisma drijft uiteen wat God heeft samengevoegd. De waarheid geweld aandoen leidt tot ketterij. De kerk verscheuren leidt tot schisma. Wat ons goed duidelijk moet zijn, is dat de Afscheiding alles gewild heeft, behalve het schisma. Een naam, die aan de afgescheidenen werd gegeven, en die zij met afschuw van zich wierpen, was, dat zij separatisten zouden zijn. D.w.z. zij ontkenden uit alle kracht, dat zij de afscheiding terwille van de afscheiding begeerden. Ik weet niet eens, of zij wisten, dat de naam van de Farizeeërs in werkelijkheid afgescheidenen betekende. Wellicht waren de meesten van hen niet eens zo geletterd dat zij dit wisten. Maar Farizeeërs, dat was het laatste wat zij wilden zijn.
De grote vraag die hier gesteld moet worden is, of men recht doet door de Afscheiding een schismatieke of separatieve beweging te noemen, een beweging die er enkel en alleen op uit was om zich af te scheiden en niet om de hand uit te steken naar de broeders en zusters. U kunt begrijpen wat het antwoord op die vraag moet zijn. De afscheiding is geen separatie geweest.
Bij separatie overheerst het negatieve. In de Afscheiding was een positieve drijfveer. Daarover een volgende maal D.V.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1982

De Wekker | 12 Pagina's

Het beginsel van de Afscheiding (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1982

De Wekker | 12 Pagina's