Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewaar het pand Bewaar de band (9)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewaar het pand Bewaar de band (9)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij kunnen niet getrouw blijven aan het evangelie dan alleen in gemeenschap met anderen, met allen die eenzelfde dierbaar geloof deelachtig zijn geworden. Nog één gedachte moet in verband hiermee worden genoemd. Zij spreekt voor zichzelf. Wij hebben te strijden voor de waarheid, soms zegt men voor de oude waarheid, ofschoon de waarheid nimmer oud maar altijd nieuw is. Strijden voor de waarheid. Maar bij die waarheid behoort ook de eenheid. De eenheid van Gods kerk is een onderdeel van de waarheid omtrent Gods kerk.
Wij kunnen derhalve over de éne waarheid niet spreken, zonder tevens te bedenken dat daarmee de ware eenheid in geding is.

De ene waarheid
Inderdaad is er slechts één waarheid. Wat altijd, overal en door allen is geleerd. Deze uitdrukking stamt uit de middeleeuwen. Het is een aanduiding van wat waar is. In de tijd van de reformatie zei men het anders. Gods Geest is een Geest der waarheid, en Hij leert ons de volle waarheid kennen, altijd en overal.
Maar die éne waarheid hangt altijd samen met de éne Christus.
Hij is de weg, de waarheid en het leven. Als Hij zegt, dat de waarheid ons vrij zal maken betekent dat, dat Hij zelf ons vrijmaakt.
Bij die ene waarheid, die Christus zelf is behoren tal van waarheden. De waarheid omtrent de zonde en schuld, de waarheid omtrent de genade en verlossing, de waarheid omtrent de weg der verlossing en nog veel meer. De éne waarheid ontplooit zichzelf in vele waarheden. Men kan zelfs zeggen, dat er waarheden zijn, die vlak bij het centrum liggen en waarheden die verder van het centrum verwijderd zijn. Een waarheid die onmiddellijk bij het centrum ligt, is die van de noodzakelijkheid van de wedergeboorte, de noodzakelijkheid van Gods genade in ons leven. Die waarheden zijn fundamenteel. Men kan ze niet verliezen zonder het christelijk geloof zelf te verliezen.
De reformatoren hebben elk voor zich het onderscheid gehanteerd tussen fundamentele en niet fundamentele waarheden. Bucer deed het, Calvijn deed het en na hen vele anderen, waaronder de bekende nederlandse theoloog Junius, die een tijdlang in Leiden hoogleraar is geweest. Zij erkenden het onderscheid tussen onmisbaar-noodzakelijke waarheden en waarheden, waarvan men onkundig zou kunnen blijven zonder daarmee de zaligheid te verliezen. Bij de laatste behoort bijvoorbeeld volgens Calvijn de staat of de plaats van de ziel terstond na het sterven.
Er zijn, zo stellen we dus met hen vast, waarheden én waarheden. Wanneer alles tenslotte even belangrijk is komt het eindelijk zo ver, dat er niets meer belangrijk is. En nu gaan we een stap verder, en zeggen we, dat de eenheid van de kerk een waarheid is, die behoort bij de fundamentele zaken. Even noodzakelijk als het is om wedergeboren te worden, even noodzakelijk is het, dat Gods kerk één is. Deze waarheid omtrent de eenheid van Gods kerk komt er niet achteraf bij, zij behoort integendeel bij het wezen van de zaligheid zelf.
Zij behoort bij de eeuwige waarheid der verkiezing.
God heeft zijn kinderen niet als los zand verkoren, zodat bij de verkiezing de gedachte van het individualisme vrij spel zou hebben. Neen, God heeft hen in Christus verkoren. Hij heeft de zijnen aan Christus gegeven. En Christus heeft hen geaccepteerd. In de eeuwige verkiezing ligt de waarheid van de eenheid van de kerk besloten.
Maar die waarheid ligt niet minder opgesloten in de gedachte van de verzoening. Het heil op Golgotha is door Christus verworven voor zijn kerk. Het volbrachte werk geldt dan ook zijn volk, gelijk de engel het reeds voor zijn geboorte had gezegd: Hij zal zijn volk zalig maken van hun zonden. Het is dít éne volk, waarvan de andere engel gezegd heeft, dat het in zijn totaliteit zou delen in het heil. De engel verkondigt vreugde die heel het volk aangaat, zoals het staat in Luc. 2. Christus heeft dus voor de zijnen betaald.
En die waarheid van de eenheid van Gods volk ligt niet minder opgesloten in de gedachte van de toepassing. Misschien denkt iemand, dat die gedachte hier het minst opgaat. Immers de Heilige Geest arbeidt op de meest individuele wijze: hij past het werk van Christus toe. En deze toepassing van het heil geeft ruimte aan velerlei verschil, aan allerhande verscheidenheid. Mogelijk denkt iemand, dat hier de eenheid de dood in de pot is. Maar het is niet waar. Want al die verscheidenheid, die de Geest ten toon spreidt in zijn werk van toepassing, heeft maar één doel: Christus verheerlijken, zoals immers ook al die veelvoudige arbeid slechts op één zaak gericht is: de zondaar in een levend contact, in een ware gemeenschap te brengen met de Here Christus. Indien ergens, dan is hier sprake van de éne waarheid. Wij worden door het geloof allen in die éne Christus ingelijfd en op deze wijze zijn weldaden deelachtig. Deze incorporatie in Christus is een van de sterkste gronden voor de eenheid van de kerk.
Die eenheid ligt vast in de verkiezing.
Die eenheid wordt gegrond in de verzoening. Die eenheid wordt bewerkt, wezenlijk van kracht in de wedergeboorte, in het werk van de Heilige Geest.
De éne waarheid, de oude waarheid, de eeuwig jonge en vernieuwende waarheid omvat derhalve ook de ware eenheid.

De ware eenheid
Wie de waarheid zou zoeken en de eenheid der broeders zou vergeten zou zichzelf onttrekken aan de echte waarheid. Maar waar deze wordt gezocht, en beleden, daar is ook de ware eenheid. Ik kan het pand niet bewaren zonder de band te bewaren. Als we dit vergeten, zijn de gevolgen duidelijk merkbaar. Het eerste gevolg is, dat we terecht komen in een lege traditie.
Voorbeelden daarvan zijn zeer gemakkelijk te geven. Wanneer we niet beseffen wat de eigenlijke schat van het voorgeslacht is geweest, dan verkijken we ons op het verleden. We gebruiken een beroep op het verleden als een holle en leegklinkende leus. Iets dergelijks overkomt ons, wanneer men bv. van de zg. nadere reformatie een soort schibbolet maakt. De oude schrijvers worden dan bijzonder sterk geprezen, maar bijzonder weinig gelezen. Men weet eenvoudig niet wat ze geschreven hebben en vooral niet waarom ze zo geschreven hebben als ze deden. Men heeft te maken met een holle waterleidingsbuis, die echter geen druppel koelte meer kan brengen, omdat de zaak leeg is. En toch houdt men zich er mee staande.
Men kan het pand bewaren, maar daarbij compleet verzeild raken in het stimuleren van allerlei uiterlijke dingen. Soms wéét men dat men daarmee bezig is. Maar het gaat niettemin door. Een droevig gemis openbaart zich hier aan echte wezenlijke kennis van het pand, d.w.z. aan degelijke bevindelijke kennis van ellende, verlossing en dankbaarheid.
Hierboven werd het voorbeeld gegeven van de nadere reformatie, die gaat werken als schibbolet. Het was maar een voorbeeld. Met gelijk recht kan men het beginsel van de afscheiding noemen. Men grijpt maar wat, maar men kent de zaken niet. Dan is er geen echt bewaren van het pand. En geen echte eenheid mogelijk. Men is verzeild geraakt in een lege traditie.
Nu zou dit op zichzelf nog wel kunnen meevallen. Maar het gevaar is groot, dat men op deze wijze zichzelf en anderen bedriegt voor de eeuwigheid.
Een tweede gevolg van een en ander is, dat men terecht komt in het individualisme. Ook daarvan zouden krasse voorbeelden zijn te geven. Een sectarisch zweem bedreigt de eeuwen door het gereformeerde protestantisme. Nimmer zag men in Nederland van dit sectarische individualisme schrijnender voorbeeld, dan toen twee predikanten, de oude waarheid ten zeerste toegedaan en elkaar misschien alleen overtreffend in het laten blijken, hoezéér men haar wel was toegedaan, elkaar voor de wereldlijke rechter aanvielen: de een had de ander gelasterd. Ze leefden beide uit hetzelfde ideaal, maar hadden slechts één zucht en begeerte: daarin het sterkst te zijn. Deze zucht sloeg om in jaloezie, verder in laster, verder in een rechtszaak en tenslotte in een veroordeling, want de burgerlijke wetten gelden gelukkig ook voor dezulken, maar jammer was het wel. En als men eens ziet wat voor gekrakeel zich laat horen bij degenen, die degelijker dan de en deren het oude voorstaan, dan zegt men: hier viert het sectarisme hoogtij. Het moet ook wel, want voor de eenheid, die bij de waarheid behoort heeft men geen oog.
Zo breekt men de ene waarheid en tegelijk de ware eenheid.
Wat God heeft samengevoegd, zal de mens niet scheiden.
Maar - en daarmee eindigen we D.V. een volgende keer, het omgekeerde is net zo waar. Wie de eenheid najaagt zonder het pand te bewaren, komt even ver van huis.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Bewaar het pand Bewaar de band (9)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1982

De Wekker | 8 Pagina's