Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Let eens op de kinderen (I): om het kind zelf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Let eens op de kinderen (I): om het kind zelf

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ . .. en verhindert ze niet tot Mij te komen . . . " Mattheüs 19,14

Wat wordt er niet vaak gezegd: „de jeugd is de kerk van de toekomst". Zolang daarmee bedoeld wordt: God zal ervoor zorgen, dat er ook later nog een kerk bestaat, is dat uitstekend.
Maar meestal wordt er wat anders mee bedoeld; wij moeten nu wat aandacht aan de jeugd schenken, want anders is er „overmorgen" misschien geen kerk meer. Dan krijgen de kinderen in de kerk dus alleen aandacht, omdat ze later volwassen zijn; want ze zijn toch de kerk van de toekomst (= niet van nu)!
Als ik jong was, zou ik dat niet leuk vinden. Alleen maar aandacht krijgen om wat ik later en niet nu ben, dat ziet er onwaarachtig uit; is ook geen echt gemeende aandacht.
Hoe gaat Jezus nu met de kinderen om; en hoe moeten wij op onze beurt met hen omgaan?
Uit deze geschiedenis blijkt, dat Jezus heel anders naar de kinderen kijkt dan wij vaak doen. Er komen ouders met kleine kinderen naar Jezus. Het kwam in Israël wel vaker voor, dat de kinderen door rabbi's gezegend werden. En zó komen er ook kinderen bij Jezus. Nu, je kunt slechtere dingen doen.
Maar dan gebeurt er iets, wat zich later in de geschiedenis vaker heeft voorgedaan: oudere mensen willen niet, dat dat jonge grut bij Jezus komt en aandacht van Hem krijgt. De discipelen bestraffen de ouders. Waarom toch? Want de joden staan er toch om bekend, dat ze veel aandacht aan de kinderen geven! Het punt is: waarom deden ze dat? Omdat ze in kinderen volwassenen van de toekomst zagen!
Gingen ze kinderen vergelijken met volwassenen, dan viel dat natuurlijk in het nadeel van de kinderen uit. Want een volwassene presteerde wat, een kind niet. Net als de geringen, die de wet niet kenden. Laat staan, dat ze die gehoorzaamden. Ja, de kinderen kregen wel aandacht: omdat ze opgevoed moesten worden voor later. Het kind zoals het nu was, namen ze niet serieus.
Zo joden, zo discipelen: de kinderen weg' bij Jezus.
Vanzelf, je moet je kinderen opvoeden ook met het oog op de toekomst. Maar moet je bij opvoeding alleen daaraan denken?
Waarom mag in Gods Koninkrijk het kind niet als kind van nu aandacht krijgen? We zeggen natuurlijk niet, dat het kind niet bij Jezus mag komen; stel je voor Maar verhinderen wij ze toch niet vaak bij Jezus te komen?
Zoals zo vaak breekt Jezus dwars door onze barrières heen. Hij voldoet niet aan de bij ons gangbare opvattingen, ook niet als het om kinderen gaat. Deze kinderen mogen wel bij Jezus komen.
Waarom mag dat? Soms zegt men het zo gevoelig: kinderen zijn onschuldig. Maar dat zijn kinderen bepaald niet. Terecht laten wij ouders bij de doop over hun kinderen belijden, dat zij in zonde ontvangen en geboren zijn
Jezus zegt zelf, waarom de kinderen wél bij Hem mogen komen.
Hij gebruikt het woord „verhinderen". Dat is een typisch doopwoord. Als de kamerling uit Ethiopië het evangelie van Jezus Christus heeft gehoord, vraagt hij letterlijk: „wat verhindert mij gedoopt te worden?" Als Petrus problemen krijgt, omdat hij de heiden Cornelius gedoopt heeft, zegt Petrus letterlijk: „hoe zou ik bij machte geweest zijn God te verhinderen."
Dus kinderen bij Jezus en zijn genade verhinderen? Dat mag niet, want dat wil God zelf.
Het is zelfs zo, zegt Jezus, dat „voor zodanigen" het koninkrijk der hemelen is. Kort gezegd betekent „koninkrijk": Jezus zelf; het heil van Jezus; zoals God in Jezus over alles regeert.
Dat is voor „zodanigen". Dus niet alleen voor kinderen; maar hier nemen we deze belofte volstrekt ernstig voor de kinderen.
Waarom ook voor kinderen? Echt niet omdat ze onschuldig zijn; of omdat ze zo kinderlijk kunnen vertrouwen. Want dan gaan we weer in de fout: dan veronderstellen we toch weer de een of andere kwaliteit bij de kinderen, waarom ze bij Jezus mogen komen.
Integendeel: wat is nu typerend voor een kind? Dat het alleen maar kan ontvangen, zonder tegenprestaties. De belofte van Gods heil is er zonder eerst een prestatie van onze kant. Vóór wij God liefhebben, heeft Hij ons eerst liefgehad (1 Joh. 4).
De orde van Gods handelen moeten we altijd goed doorhebben; dat is ook van belang voor onze houding tegenover de kinderen. God is de eerste met Zijn liefde. God komt eerst tot ons en daarom is leeftijd geen hindernis.
Ik ken de vraag wel, die dan altijd gesteld wordt: is er dan geen geloof nodig? Zeker wel. Maar niet als een toegangskaartje. Het is het antwoord op wat God eerst doet. En natuurlijk is geloven een noodzakelijk antwoord, willen we dat heil ontvangen. Maar daarop ligt hier niet de nadruk.
Dit heeft nogal wat consequenties voor onze benadering van de kinderen. Als je dit gelooft, dan kun je aan het werk met deze belofte. Hoe? Door de kinderen niet bij Jezus vandaan te houden; positief: door ze te laten merken dat ook voor hen het koninkrijk is.
Dus mogen we onze kinderen niet verhinderen met die onzin, dat ze later zelf in volle vrijheid moeten kiezen; ze staan nú al niet vrij tegenover Jezus, want Hij kwam al tot hen.
We moeten onze kinderen ook niet bij Jezus vandaan houden door b.v. een verkeerd beeld van Hem te geven; met verkeerde woorden „God als een boeman voorstellen i.p.v. God als een genadige en rechtvaardige God"; ook niet met verkeerde daden: wél vrome woorden gebruiken, maar er geen levensstijl op nahouden, die daarmee in overeenstemming is.
We mogen ze ook niet verhinderen door ze in alle vormen van ons kerk zijn - t /m de kerkdiensten toe - niet die aandacht te geven, die hen toekomt als kinderen voor wie de belofte ook nu al is. De kerk die de kinderdoop handhaaft - terecht want zo handelt God - gebruikt de kinderen niet alleen als „bankvulling".
Er stonden 12 discipelen als hinderlijke barrières tussen Jezus en de kinderen. Zo is dat de eeuwen door geprobeerd: kinderen bij Jezus vandaan houden. Met hele theorieën erbij; helaas soms ook met resultaten die ernaar zijn: de kinderen zagen Jezus niet.
Zo heeft Jezus ook vandaag nog alle reden om voor de kinderen in de bres te springen.

Almere, K.T. de Jonge

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1982

De Wekker | 12 Pagina's

Let eens op de kinderen (I): om het kind zelf

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1982

De Wekker | 12 Pagina's