Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enige gedachten van Calvijn over de liturgie (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enige gedachten van Calvijn over de liturgie (III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opbouw van de gemeente criterium voor heel de liturgie
Naast de eis van Schriftmatigheid en vrijheid van de liturgie stelt Calvijn ook, dat de liturgie en alles wat erin plaatsvindt gericht moet zijn op de opbouw van de gemeente.
In zijn Epistre au lecteur (Brief aan de lezer) in La Forme des Prieres et chantz ecclesiastiques (De vormgeving der gebeden en kerkelijke liederen) schrijft hij: Daar het in de christenheid een zeer goede vereiste is en bovendien noodzakelijk, dat iedere gelovige de gemeenschap met de kerk in zijn omgeving bewaart en onderhoudt door de samenkomsten regelmatig te bezoeken, die zowel op zondag als de andere dagen gehouden worden om God te vereren en te dienen, zo is het dienstig en vereist dat allen verstaan en begrijpen wat gezegd en gedaan wordt in de kerk om er vrucht en opbouw te ontvangen. Want onze Here heeft niet de orde gegeven, die wij moeten houden wanneer wij samenkomen in zijn Naam, alleen om de wereld te amuseren met zien en handelen, maar Hij heeft gewild dat heel zijn volk er profijt van zal trekken. Zoals de heilige apostel Paulus getuigt door te bevelen, dat alles wat in de kerk geschiedt, in verband moet staan met de opbouw van het geheel.
Onder deze opbouw van de gemeente verstaat Calvijn „dat de dienaren zelf er zich op toeleggen om Christus de Hem toekomende autoriteit te laten behouden, welke op geen andere manier ongeschonden kan blijven dan wanneer aan Hem gelaten wordt, wat Hij van de Vader ontvangen heeft, namelijk dat Hij de enige Leermeester van zijn kerk is." De opbouw van de gemeente wordt gekenmerkt door een algehele onderworpenheid aan de Here Christus van allen en een ieder en een zich laten leiden in alles door Hem.
Het criterium nu voor al de vormgevingen, waarvoor in de Schriften geen uitdrukkelijk voorschrift bestaat en wier regeling de Here God aan onze verantwoordelijkheid heeft toevertrouwd, is dat ze aan de genoemde opbouw van de gemeente dienstbaar moeten zijn.

Eenvoud van de liturgische handelingen
Om nu alles in de kerkdiensten tot opbouw te laten geschieden, moeten deze diensten eenvoudig en bevattelijk zijn. Steeds weer vordert Calvijn deze simplicitas (eenvoud) voor de hele liturgie en vooral haar delen, zoals de prediking, de sacramentsbediening, de gebeden en de liederen. Als Christus erkend en gevolgd wil worden, dan moeten de gemeenteleden verstaan en begrijpen, wie Christus is en wat Hij van ons wil. Daarom moeten de handelingen in de liturgie eenvoudig en bevattelijk zijn, door iedereen te volgen en te begrijpen.
Daarom behoort ook de volkstaal in de samenkomsten van de gemeente gehoord te worden. „Wij hebben" zegt Calvijn „het uitdrukkelijk bevel van de Heilige Geest, dat de gebeden in de allerdaagse en voor de mensen bekende taal moeten worden gedaan. En de Apostel zegt, dat het volk geen Amen kan antwoorden op het gebed, dat gedaan is in een vreemde taal (1 Cor. 14)." Wie heeft toch daarom de dwaasheid in zijn hoofd gehaald een door het volk niet te verstane vreemde taal te gebruiken in de erediensten! Het is een grote brutaliteit geweest de latijnse taal in de samenkomsten te introduceren op die plaatsen, waar ze gewoonlijk niet verstaan en gesproken wordt.
Hoe kunnen de mensen de preek volgen en het gezegde omzetten in daden naar Gods wil, als ze deze preek niet verstaan! Hoe kan ieder met de gebeden meebidden, als ze geschieden in een hem onbekende spraak! Ook het sacrament wordt tot een uiterlijk schouwspel (un spectacle exterieur), als men geen uitlegging biedt van wat plaatsvindt en zijn rechte betekenis is, zodat het volk het zou kunnen verstaan. Vandaar dat Calvijn het noodzakelijk acht voor alle bijzondere kerkelijke en liturgische handelingen uiteenzettingen ter verduidelijking van inhoud en strekking vooraf te laten gaan. Hieruit zijn de liturgische formulieren voortgekomen. Het komt erop aan, dat iedereen herkent wat hij hoort zeggen en ziet doen in de christelijke vergadering.
Zo ging het Calvijn om het principe, dat in de kerkdiensten niets mag gebeuren in een vreemde taal en in een waas van geheimzinnigheid en onbegrijpelijkheid. Dan kan de Here Christus voluit erkend en gediend worden en strekt de dienst tot opbouw van de gemeente. Zo dringt het Woord des Heren door in de harten der leden en richt het handelen der leden. Daardoor nemen kennis en dienst toe. Dan is er groei vanuit Christus en naar Christus toe tot de maat van de wasdom der volheid van Christus (Ef.4:13).

Geringheid van de ceremoniën
Met dit criterium van opbouw en daarom van eenvoud der liturgie hangt ook samen, dat Calvijn alle ingewikkelde en overbodige ceremonie uit de dienst verwijdert. Zo komt heel het misritueel van de roomse kerk onder de veroordeling. Want of er nu één kruis of vijfentwintig kruisen worden geslagen, of men één keer of tien keer een wending maakt, of men nu midden voor het altaar of afwisselend aan de evangeliën - of epistelzijde gaat staan, het komt allemaal op hetzelfde neer. Men voert een onwaardig schouwspel op, waardoor het geweten niet getroffen noch het verstand verlicht en zo geen mens gebouwd wordt. Alle lege, dode en ingewikkelde ceremoniën belemmeren de ontplooiing van de ware levensvroomheid en daarmee de opbouw der gemeente

Heilshistorische positie van onze liturgie
De opbouw van de gemeente in de weg van de verstaanbaarheid der liturgische handelingen en de geringheid der ceremoniën hangt samen met de heilshistorische fase van deze nieuwe bedeling, waarin wij ons bevinden. Dat de kerk vandaag, schrijft Calvijn, in een ingewikkeldheid en veelheid van ceremoniën is verward, is er de oorzaak van dat Christus half begraven blijft en dat wij tot de joodse figuren en schaduwen worden teruggevoerd. Men meent, dat zwakke broeders een grote hoop ceremoniën nodig hebben om wat verder te komen en overvalt en overlaadt hen ermee. Doch onze Here Christus, zegt de kerkvader Augustinus, heeft ons tot een nieuw volk verenigd door sacramenten, die zeer weinig in getal zijn, zeer heerlijk in betekenis en zeer gemakkelijk te onderhouden. God heeft het oude volk Israël op kinderlijke wijze willen onderwijzen door tekenen en figuren, maar ons op meer eenvoudige manier zonder zo grote uitwendige toerusting. God behandelt ons als volwassenen. De geestelijk aanbidding Gods was onder Mozes nog door vele ceremoniën omschaduwd en daar in zekere zin ingewikkeld; ze geschiedt nu eenvoudiger. Ook onder de nieuwe bedeling mag aan de onkundigen iets van de ceremoniën gegeven worden om hun onervarenheid te hulp te komen, maar er moet daarbij zo'n maat worden aangewend, dat Christus in het licht gesteld en nimmer verduisterd wordt. Ons zijn daarom van Godswege enige weinige en geenszins zware ceremoniën gegeven, opdat ze de aanwezige Christus zouden aanwijzen!
Vanuit het voortschrijden der heilshistorie en terwille van het belichten van Christus en zijn volbrachte werk acht Calvijn het nodig te pleiten voor geringheid in het aantal ceremoniën, voor gemakkelijkheid in de onderhouding ervan en voor waardigheid daarbij, die bestaat in duidelijkheid en doorzichtigheid van hun betekenis. Zo staat de simplicitas van de liturgie in verband met het bijbelse gegeven, dat het nu de tijd is om God te aanbidden in Geest en waarheid. Dat strekt tot opbouw van de gemeente.

Actualiteit van dit gegeven
Ik meen, dat Calvijn in zijn opstellen van het criterium van de opbouw der gemeente en de omschrijving of uitwerking daarvan behartigenswaardige dingen heeft gezegd, ook voor de liturgie in onze samenkomsten.
Iedere liturg doet er goed aan hier rekening mee te houden in de voorbereiding voor de diensten en iedere kerkeraad heeft hier stof tot nadere bezinning in overvloed.
Steeds zullen ook wij ons moeten afvragen: Strekt onze kerkdienst tot opbouw van de gemeente? Kan de gemeente alles volgen? Wordt de gemeente meer en meer gevormd in het aanbidden en erkennen van Christus en wordt ze telkens weer gestimuleerd tot het dienen van Hem, ook in het dagelijks leven en werken?
Zo verleent de liturgie een bijdrage tot de opbouw in de kennis van Christus en tot een toenemen in de dienst van Hem.

Kmp. (Kampen), T. Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Enige gedachten van Calvijn over de liturgie (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1982

De Wekker | 8 Pagina's