Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven zonder Vader

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven zonder Vader

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

. . . de jongste . . .
.Twee jongens heeft die vader
En één van die twee - de jongste - heeft het wel gezien op de boerderij. Elke dag hetzelfde. Ontiegelijk saai.
„Vader, ik wil er uit; ik wil weg. Maak maar een boedelscheiding op dan ga ik met mijn aandeel in uw bedrijf een ander leven beginnen; een echt leven."
Ondertussen zit daar niets verkeerds in. In de dagen van de Here Jezus, die dit verhaal heeft verteld, gebeurde dat wel vaker. Vader doet dan ook wat zijn jongste zoon van hem vraagt. Hij krijgt zijn geld en reist af naar het buitenland.
Daar gaat hij het er goed van nemen. Zó goed, dat na niet al te lange tijd zijn geld op is.
En daar staat ie dan. Alleen; zonder vrienden in een vreemd land, waar tot overmaat van ramp ook nog hongersnood heerst, waardoor het eten onbetaalbaar is geworden en er geen baantje te krijgen is.
O ja, ergens kan hij nog varkenshoeder worden. En dat doet ie dan maar; je moet toch wat. En varkensvoer wordt zijn dagelijks voedsel.
Maar op een dag komt hij tot zichzelf. „Wat een stommeling ben ik geweest," denkt hij. „De laagstbetaalde seizoenarbeider bij mijn vader heeft het nog beter dan ik. Want als het zo doorgaat ga ik hier dood. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en zeggen: Vader - ik heb gezondigd!"
Ik heb gezondigd - dat zegt hij, omdat hij dacht zonder zijn vader te kunnen leven.
In deze gelijkenis van de Here Jezus lijkt de vader op God de Vader. En die jongen, die meende veel beter te kunnen leven zonder dan met zijn vader; lijken wij daar nogal eens niet op?
Dat is toch een stuk zonde in ons leven: het leven willen beleven zonder God? Een stuk leven voor jezelf reserveren.
O natuurlijk, heel netjes en braaf. Geen uitspattingen en zo. Maar wel: zonder Vader.
Nou dat vindt de bijbel zonde.
En die wegloper van een jongen ook. Hij is erachter gekomen dat het leven zonder Vader geen leven is.

. . . Vader . . .
Toen zijn jongste zoon vertrokken was heeft vader elke dag uitgekeken naar een teken van leven van hem: een groet uit de vreemde of -nog liever - een terugkeer. Elke dag tuurt hij de weg af.
En dan - op een goede dag - ziet hij in de verte iemand aankomen. En 't kan niet missen: het is 'm, zijn zoon.
En vader: hij loopt wat hij lopen kan. Naar zijn jongen toe, die als de eerste de beste schooier terug komt. Maar vader ziet alleen zijn jongen in die schooier; slaat zijn armen om hem heen, drukt hem aan zijn hart en kust hem.
O ja, die jongen begint dan nog wel dat zinnetje dat hij onderweg ontstellend vaak gerepeteerd heeft: „Vader, ik heb gezondigd en ik ben niet meer waard om uw jongen te zijn. . . ", maar vader wil er niks van horen.
Vader zegt: „Stil nou maar; 't is wel goed. Je bent terug. Als een dode ben je voor mij weer levend geworden. Kom, we gaan je weer goed in je kleren zetten en dan gaan we feestvieren, want dit is de mooiste dag van mijn leven."
We weten het al: die vader lijkt op God de Vader. En zo, wil de Here Jezus maar duidelijk maken - is mijn Vader nu. Hij kijkt uit naar weglopers; naar mensen die menen een deel van hun leven of misschien wel hun hele leven te kunnen beleven zonder God de Vader. Want Hij weet het zo goed: als je zonder Hem leeft heb je geen leven; dan ben je dood.
Zullen we ons leven eens nakijken? Het kan weer echt leven worden, want Vader kijkt uit. Zullen we dan maar: „Vader,' ik heb gezondigd. Maar mag ik alstublieft om Jezus' wil weer bij u komen?"
Dan wordt het feest. Een feest van een leven!

. . . de oudste . . .
Twee jongens had die vader. Toen de jongste wegtrok bleef de oudste thuis. Hij heeft hard gewerkt. Trouw en met toewijding, want het was zijn toekomstig bedrijf.
Voor feestvieren had hij geen tijd. Trouwens dat kostte maar geld en dat was toch wel zonde.
Nee, hij is heel anders dan zijn jongste broer. En hij voelt zich ook veel beter en braver.
Op een avond komt hij als laatste van het werk bij de boerderij terug. En daar hoort hij tot zijn stomme verbazing muziek en zingen, 't Lijkt wel kermis zo te horen. Een knecht, die over 't erf loopt vraagt hij wat er aan de hand is. „Weet u dat niet?", zegt die man, „uw broer is teruggekomen en nu heeft de baas het gemeste kalf laten slachten en is het feest vanavond."
Voor die oudste zoon is dit hef toppunt. Hij slooft zich uit van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. En dan komt die raddraaier vaneen broer thuis, nadat hij zijn centjes over de balk heeft gegooid in een leven van „wein, weib und gesang" en die wordt dan notabene als een vorst onthaald met een daverend feest.
Nou daar wil hij niets mee te maken hebben. Hij laat zich daar binnen niet zien; hij blijft buiten.
Ja, en dan moet vader voor de tweede keer die dag naar buiten voor een zoon van hem.
Nou ja: een zoon? Hij voelt zich meer knecht als hij zegt: „Ik ben al zoveel jaren bij u in dienst en een feestje was er nooit bij."
En hoe kun je een zoon zijn als je je broer niet als broer wilt erkennen, maar zegt: „die zoon van u, die alles met slechte vrouwen er doorgejaagd heeft, die is u wel een feest waard. Ba!"
En je vraagt je af: wie is nu de verloren zoon - de jongste of de oudste?
De jongste heeft de liefde en barmhartigheid van vader aanvaard, die de oudste hem misgunt. Dat kan ook nog. Zo kunnen we op die oudste jongen ook nog lijken.
Maar dan verzuurt het leven wel en het God dienen wordt een plicht. Dan ben je eigenlijk toch een mens zonder Vader, want God de Vader is voor jou dan de grote Baas en meer niet.
Ondertussen wil de Here Jezus door dit verhaalde Vader laten zien in al zijn bewogenheid voor AL zijn kinderen, of ze nu op de oudste of op de jongste jongen lijken. Hij wil ze allemaal graag thuis hebben op het feest.
Ook u.
Ook jij.
Echt.

Utrecht, H. van Mulligen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Leven zonder Vader

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1982

De Wekker | 8 Pagina's