Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen laatste antwoord op de laatste vraag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen laatste antwoord op de laatste vraag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de vrij omvangrijke publiciteit die de ambtsdragersconferentie van 30 oktober over de positie van de vrouw heeft gekregen, voeg ik graag nog een enkele opmerking toe. Aanleiding daartoe vormt het grote aantal reacties van uiteenlopende aard dat mij in de afgelopen weken bereikte. Op enkele daarvan wil ik graag ingaan.

In de ondertoon van verscheidene reacties viel de vraag te beluisteren of het comité dat landelijke ambtsdragersconferenties organiseert, er eigenlijk wel zo verstandig aan doet de laatste tijd veelvuldig thema's te bedenken die controversieel geladen zijn en die dus het gevaar inhouden van verscherping van binnenkerkelijke tegenstellingen. Doet men er niet veel beter aan om allerlei delicate kwesties die de inrichting van het kerkelijk leven, de christelijke ethiek en dergelijke raken, met een grote boog heen te lopen, waardoor onderlinge verwijdering wordt voorkomen en althans naar buiten de indruk van binnenkerkelijke vrede overeind wordt gehouden? Is het bovendien niet dikwijls zo dat de bezinning over moeilijke thema's toch niet de gewenste duidelijkheid oplevert en dat de conferentiegangers met nóg meer vragen naar huis afreizen dan waarmee zij 's morgens op stap gingen? Gesproken is dan nog niet over de irritatie en frustraties bij meerderheden of minderheden, wanneer het standpunt van een inleider of de conclusies uit de discussie het eigen gelijk ontkennen en de andersdenkenden in hun overtuiging bevestigen. Daarvan kan al zeer sterk sprake zijn wanneer bij de laatsten de verleiding niet kan worden weerstaan om van hun verrukking over het verkregen gelijk in een zeker triomfalisme te laten blijken. Want zo gaat dat nogal eens onder mensen, ook onder kerkmensen.

Gelijkgerichtheid geen voorwaarde
Wie met de vragen van deze tijd werkelijk ernst maakt en betrokken wil zijn bij het zoeken naar antwoorden op die vragen, zal geen moeite hebben met de stelling dat het van geestelijke armoede, geringe innerlijke kracht en weinig onderling vertrouwen zou getuigen wanneer we als kerk, uit vrees voor welke gevolgen dan ook, de vragen van vandaag uit de weg zouden gaan. Die vragen zijn er en zij dringen zich aan ons op. Dan moet men ze ook met elkaar onder ogen durven zien en samen trachten er bij het licht van Gods Woord een antwoord op te vinden. En omdat ambtsdragers in hun werk vaak het eerst en het sterkst op die vragen stuiten, is het voor de hand liggend dat de halfjaarlijkse ambtsdragersconferenties tot dit doel als een geschikt forum worden gezien. Op deze conferenties wordt geen kerkelijk beleid gevormd. Dat dient op andere niveaus te gebeuren. Hooguit zou het resultaat van de bezinning op ambtsdragersconferenties aan kerkelijke beleidsvorming kunnen bijdragen, maar dat dan toch alleen op indirecte wijze. Bij de opzet van de conferenties zit de gedachte daaraan in elk geval niet voor. De intentie van het organiserende comité is de vragen, die onder de oppervlakte van ons kerkelijk leven de geesten veel sterker bezighouden dan uiterlijk misschien waarneembaar is, open te gooien, een aanzet tot bezinning te geven en zo mogelijk onder elkaar tot een communis opinio (gemeenschappelijke overtuiging) te komen. Dit laatste lukt niet altijd en - ben ik geneigd te zeggen - hoeft ook niet altijd. In de gemeente van Christus is het geen voorwaarde dat allen in alles gelijk gericht zijn. Wel op één punt. Over de geopenbaarde en verborgen dingen van het Koninkrijk Gods, over de vraag hoe wij in deze tijd gemeente van Christus zullen zijn, hoe hét christelijk leven in een wereld die in het boze ligt ingericht moet zijn en nog veel meer andere dingen, zullen we onder en met elkaar alleen dàn met vrucht kunnen spreken als we mensen zijn die de levende omgang met God kennen en die ernst maken met de noodzaak als gemeente en als individuele gelovige aan de volledige boodschap van Gods Woord recht te doen en naar de bedoeling ervan met grote zorgvuldigheid onderzoek te doen. Als dit laatste aanwezig is kan er in kerkelijke discussies nauwelijks iets uit de hand lopen. Is het afwezig dan blijven onderlinge gedachten wisselingen vruchteloos en werken ze alleen maar polariserend. Een tweede voorwaarde voor een goed kerkelijk gesprek is dat we elkaar geestelijk willen vertrouwen en van elkaars goede bedoeling uitgaan. Ontbreekt dat vertrouwen dan ontstaat al gauw een situatie waarin christenen onder elkaar, uit angst voor elkaar, weerhouden worden eerlijk uitte spreken wat men denkt en waarin degene die de moed heeft in een zaak eerlijk stelling te nemen gevaar loopt zijn levensweg met een conservatief of progressief stigma (brandmerk) te moeten vervolgen. Dat klimaat moet onze kerken uit! Bij alle goede stemming onder de conferentiegangers beheerste het naar mijn gevoel ook de laatste conferentie een beetje. Er was een zekere geladenheid voelbaar maar het vonkte niet, althans niet in een mate die had mogen worden verwacht.
Waardoor kwam dat? De inleider nam met overtuiging een standpunt in - en voor velen kwam dit standpunt overtuigend over -, maar de conclusies waartoe zijn studie hem brachten werden nu toch ook weer niet met zodanige absoluutheid aan het auditorium gepresenteerd dat elke discussie bij voorbaat uitgesloten was. Mijn persoonlijke indruk was dat conferentie-gangers met een afwijkende opvatting voor een deel in de luwte wensten te blijven en deels behoefte voelden' om het gesprokene achteraf, als het eenmaal op schrift staat, nog eens nader te verwerken. Het laatste is een goede zaak, het eerste niet. Kennelijk ontbreekt in onze kerken te veel het klimaat om zich tegenover elkaar eerlijk uit te spreken.

Niet onbegrijpelijk
Helemaal onbegrijpelijk is dat niet. In de midden-positie die we als christelijke gereformeerde kerken zeggen in te nemen, zijn we kwetsbaar, eenvoudig omdat naar buiten niet onbekend is dat we nogal wat geestelijke denkrichtingen vertegenwoordigen, terwijl het naar binnen nog wel eens moeite kost met sommige uitingen van deze geestelijke verscheidenheid binnen de grenzen te blijven van wat onder ons als gangbaar en aanvaardbaar wordt geacht. Toch ligt in die kwetsbaarheid van onze kerken tegelijk een stuk aantrekkelijkheid. Juist in die verscheidenheid mag een stuk waardevolle preventie worden gezien waardoor verstarring in eenzijdig geestelijk denken en kerkelijk handelen kan worden voorkomen. Wisten we met die verscheidenheid maar beter om te gaan door echt naar elkaar te luisteren, door ons gevoelig te tonen voor de kritiek van de ander en door respect op te brengen voor elkaars standpunt.
Wanneer de eindredacteur van Bewaar het pand - ook in reactie op de ambtsdragersconferentie - in het laatste nummer de klacht uit dat de geestelijke denkrichting die hij vertegenwoordigt binnen onze kerken te weinig tot gelding komt, dan ben ik geneigd daarop te antwoorden: broeders, uw betekenis voor de verdere ontwikkeling van ons kerkelijk leven zou zeer groot kunnen zijn wanneer onder u meer bereidheid en durf zou leven om de ge-isoleerde positie die u inneemt te doorbreken en met de anderen in de kerken een open en broederlijke dialoog aan te gaan. De accenten die u terzake van geloof en leven legt zijn op veel punten heel wezenlijk en waard om bewaard te blijven. Zij hebben geldigheid voor ons allen. Maar heb ook de moed om te willen luisteren naar gedachten en vragen die bij de ander leven en wil broeders en zusters die vragen van deze tijd opwerpen niet onmiddellijk onder verdenking stellen. En wanneer fundamentele uitgangspunten van het christelijk geloof ter discussie worden gesteld en wanneer blijkt dat er bij sommigen steeds minder bereidheid is om' zich door oude kerkelijke waarden en gedragscodes te laten reguleren, tracht dan vanuit uw eigen visie - en liefst met overtuigende argumenten vanuit de Heilige Schrift - de ander in een geest van zachtmoedigheid terecht te wijzen.

Te werelds
Onder ons, ja ook onder ons, zijn vragen aan de orde die nauw samenhangen met de visie op het Woord van God. Over de vraag welke betekenis bijbelwoorden van toen in situaties van nu volle geldigheid hebben bestaat onder ons niet overal volstrekte eenstemmigheid. Op de laatste ambtsdragersconferentie - en zeker uit de latere reacties op die bijeenkomst - is dat duidelijk gebleken. Niemand is er mee gediend dat toe te dekken en daar met alle geweld het deksel op te houden. In de kerk van Christus dienen we te weten waaraan we met elkaar toe zijn. Hardop zeggen wat we in stilte denken kan ons duur te staan komen, maar het komt de onderlinge duidelijkheid en eerlijkheid wel ten goede. Belangrijk is hoe men kerkelijke discussies met elkaar voert. In de regel gaat het daarin veel te werelds toe. Te vaak wordt bij eigen ongelijk op een wereldse manier grimmig en teleurgesteld gereageerd en te snel wordt de bevestiging van eigen gelijk als een overwinning op de ander gezien en naar buiten gebracht. In de kerk van Christus zijn geen winnende of verliezende partijen. In de kerk worden opvattingen en gevoelens, wensen en grieven getoetst aan en gevangen gelegd onder de Woorden van God, waarvan de Heilige Geest ons de bedoeling, wil laten verstaan. In de kerk omgorden allen zich jegens elkaar met nederigheid, in het besef dat wij in deze bedeling maar ten dele kennen en dat niemand zich moet verbeelden het laatste antwoord op de laatste vraag te kunnen geven. Dat heeft God Zich voorbehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Geen laatste antwoord op de laatste vraag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's