Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een chr. geref. organisatie minder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een chr. geref. organisatie minder

afscheid van het BOC

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als in het voorjaar 1983 ons nieuwe jaarboek verschijnt, missen we daarbij de vermelding van het Comité van het Ontmoetings- en bezinningscentrum voor belangstellenden in de chr. geref. kerken voor het maatschappelijk werk.
We hebben er al iets van kunnen vernemen in de Wekker van 5 nov. jl. In het persbericht stond o.a.: „Na verloop van een aantal jaren bleek er minder behoefte te bestaan aan deze conferenties."
Als je dat leest, is het niet meer dan logisch dat zo'n organisatie verdwijnt. Misschien zijn er anderen die nog wat verder denken en zich afvragen, hoe komt het dat er geen belangstelling meer was voor het BOC?
Om meer dan één motief lijkt het me juist om in een officieel kerkelijk orgaan nog eens even stil te staan bij deze verdwenen organisatie. Wij willen daarbij nog eens terug kijken en het een en ander taxeren. Valt bijvoorbeeld het verdwijnen van deze organisatie als winst of als verlies te worden beschouwd?

Waarom destijds een BOC?
Toen het maatschappelijk werk in opkomst kwam en ging uitbreiden naar allerlei werksoorten, vonden enkele personen binnen onze kerken het noodzakelijk om een orgaan in het leven te roepen voor ontmoeting en bezinning rondom de hulpverlening.
Zo'n initiatief was in die tijd uniek en noodzakelijk. Uniek, omdat bij mijn weten er geen enkel ander kerkverband is te noemen die een dergelijk orgaan heeft gehad.
Het getuigt van inzicht om toen zo iets te starten, het was meer dan noodzakelijk. Het vak was in opkomst. Velen uit onze kring gingen een vakopleiding volgen en kwamen met allerlei zaken in aanraking. Men werd ondermeer geconfronteerd met allerlei humanistische methoden en technieken. Men vond het noodzakelijk om het gebruik ervan in eigen kring te bespreken en te toetsen.
Daar komt nog bij dat in die tijd het z.g. „waarde vrije" denken erg „in" was bij de uitoefening van het beroep. Men zocht en vond steun bij elkaar.
Zo gezien had dit orgaan al een bijzonder nuttige functie. Toch bleef dit alles geen privé zaak voor de werkers alleen. Vrij direct na de start ging men ertoe over ook belangstellenden uit te nodigen. Dat had tot gevolg, dat er bijna altijd een aantal ambtsdragers, vooral diakenen en predikanten, aanwezig waren. Die personen waren er van overtuigd, dat oriëntatie op hulpverlening ook behoorde tot hun takenpakket.
Ze hadden nog gelijk ook.
Persoonlijk herinner ik me nog tal van bijeenkomsten. Ik denk daarbij o.a. aan die over de op komst zijnde schaalvergroting binnen het maatschappelijk werk. Het bestuur van het BOC wist altijd elk jaar iets te bieden dat in de belangstelling stond van vakgenoten en belangstellenden.
Ook vanuit dat oogpunt kan worden gesteld dat deze organisatie vormend heeft gewerkt binnen onze kerken

Winst of verlies?
Wie nu de zaak oppervlakkig bekijkt, heeft het antwoord op bovengenoemde vraag snel klaar. Verlies natuurlijk.
Misschien gaat de taxatie nog verder en vallen er nog enkele negatieve conclusies zo in de zin van:
- binnen onze kring is er geen belangstelling meer om over belangrijke onderwerpen „met elkaar" na te denken;
- vragen omtrent de levensbeschouwing binnen de hulpverlening zijn achterhaald.
Als de zaak zo lag, dan is er inderdaad sprake van verlies. Wie echter een beetje thuis is op het terrein van de hulpverlening kan anders weten. Als christenen nu vandaag aan de dag willen nadenken over hun vak als hulpverlener kunnen ze ook elders terecht.
Per jaar zijn er tal van bijeenkomsten. Ze hebben ons wat te bieden. Ze variëren van „evangelisch" tot eigen bezinningsmomenten binnen de prot. chr. organisaties.
Ook de vragen rondom de levensbeschouwing in de hulpverlening worden alom gehoord.
Uiteraard kan ik me nu niet uitlaten over de manier waarop dit alles gebeurt of over de inhoud ervan.
Binnen diverse opleidingen, ik denk daarbij speciaal aan „de Vijverberg" te Ede, komt er op dit terrein iets van de grond.
Derhalve ontvangen werkers en belangstellenden, meer dan in de jaren zestig, de gelegenheid zich binnen de diverse verbanden te bezinnen op de taak en plaats van de christelijke hulpverlener in de welzijnszorg.
En om wat dichter bij huis te blijven. Het ziet er naar uit dat er binnen de rechterflank van de gereformeerde gezindte, in toenemende mate iets van de grond gaat komen. Binnenkort zijn daarover bepaalde ontwikkelingen te melden. Dit alles rechtvaardigt het besluit van het BOC. In zijn totaliteit boek ik daarom de verdwijning van dit orgaan op winst.

Met al deze gegevens wil ik u wat meer attent maken op allerlei ontwikkelingen binnen de hulpverlening ten behoeve van onze gezindte. Er is de laatste tijd een bepaalde ontwikkeling waar te nemen op het gebied van de christelijke hulpverlening.
Verschillende organisaties melden zich. We kunnen dus vaststellen dat ze er zijn. Wat meer is, ze voorzien in een behoefte. Denkt u in dit verband maar aan ons eigen kerkelijk adviesbureau „de Brug" te Utrecht. Een organisatie die werkt ten dienste van ouders en/of minderjarigen die behoefte hebben aan hulp en advies. Daarnaast zijn er nog andere organisaties, werkzaam op andere deelgebieden die zich melden. U behoeft daarvoor alleen de advertentiepagina van dit blad maar regelmatig te raadplegen om een goed overzicht te krijgen.
Nogmaals, dat ze er zijn is meer dan een signaal.
Anderzijds moeten we oppassen voor bepaalde wildgroei. Gelukkig zijn er pogingen in het leven geroepen om het één en ander wat meer dan tot nu toe te coördineren. Het ziet er naar uit dat die pogingen gunstig worden ontvangen. Misschien is er op de lange duur sprake van blijvend resultaat.
Zo gezien is voor het kleine plantje BOC er iets groters in de plaats gekomen.

Valt er dan niets te betreuren?
Het unieke van het BOC was, dat werkers en anderen, waaronder ambtsdragers, vanuit een klein kerkverband, elkaar wisten te vinden.
Die kans is er nu niet meer. Anders gezegd, die kans is misschien in het verleden te weinig aangegrepen.
Het blijft n.l. de vraag of dit aspect door de andere activiteiten kan worden overgenomen. Het zou wel wenselijk zijn iets ervan te realiseren.
Door de afgelopen jaren heen hebben verschillende leden van onze kerken de bijeen komsten van het BOC bijgewoond. Ongevraagd fungeer ik nu maar als tolk voor diegenen.
Namens hen wil ik de bestuurders van het verdwenen BOC bedanken voor hun visie en vaart van toen en hun toch wel wijs besluit van nu.

Dordrecht, W. Huizer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Een chr. geref. organisatie minder

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's